Het stadhuis voorbij? LEOVANDERMEULE De tijd van het oude, vertrouwde stadhuis lijkt voorbij. Menig Nederlands stadsbestuur trakteertzichzelf op een stadskantoor. De verhouding tot het reeds bestaande stadhuis is vaak gespannen en roept vragen op. In deze bijdrage aandacht voor de wijze waarop de gemeente Maarssen die vragen heeft trachten te beantwoorden. De eerste discussies rond zo'n stads kantoor gaan meestal over de plaats. Bouwen we tegen het oude gebouw aan, er dichtbij of juist op een heel andere plaats in de gemeente? Is het oude gebouw een architectonisch juweel - en in Maarssen is dat het geval - of ligt het in een fijnmazig, cultuurhistorisch waardevol, stedelijk weefsel, dan kan men besluiten met het stadskantoor naar elders uit te wijken. De gemeente Dordrecht heeft daar bijvoorbeeld voor gekozen, en in dat geval terecht naar onze mening. Maarssens stadhuis is sinds de vijftiger jaren ondergebracht in het uit 1754 stammende huis van de veel oudere buitenplaats Goudesteijn. Het gemeentebestuur maakte zich in dit geval sterk voor uitbreiding zo dicht mogelijk bij het oude huis. En ook daar is wat voor te zeggen. Een stad huis vervult vanouds meerdere func ties. Er wordt vergaderd, men neemt er besluiten, de gemeentelijke admini stratie en ambtenarij is er in onderge bracht maar het is ook het visitekaartje van de gemeenschap en vervult een representatieve functie. Ook neemt het stadhuis, bewust of onbewust, een vooraanstaande plaats in het collec tieve geheugen in en is het een belang rijk onderdeel van de gemeentelijke identiteit. In Maarssen wilde men al deze zaken niet opsplitsen en ruimte lijk van elkaar vervreemden, maar bij elkaar houden en liefst nog versterken. Een viertal architecten werd verzocht een schetsontwerp te maken en na het inwinnen van een vooradvies, uitge bracht door ir. F. van Aart (docent vakgroep restauraties T.U. Delft en o.a. lid van de mon. cie. Leiden), werd gekozen voor het ontwerp zoals inge diend door architect Snelder. De Bond Heemschut, via zijn PC Utrecht, maakte zich met name zorgen over de uitwerking die Snelders concept zou hebben op de beleving en de samenhang tussen huis en tuin. Er werd, na overleg met het gemeentebestuur, bereikt dat het nieuwe kantoor niet direct met het oude huis verbonden zou worden en iets ten opzichte daarvan terug zou komen te liggen. We hopen in een later nummer van dit tijdschrift meer mee te kunnen delen over het stads kantoor zelf. Hier gaat het ons met name om de manier waarop het werd opgenomen in de zeventiende-eeuwse buitenplaats. Eigenlijk is er sprake van buitenplaatsen want aan het eigenlijke Goudensteijn - tuin en huis zijn Rijksmonument - veranderde weinig tot niets. Het nieuwe stadskantoor verrees op het ernaast gelegen Endelhoven en ligt, vanuit Maarssen gezien, voorbij het stadhuis. Inpassing stadskantoor in omgeving De zorg voor de inpassing van het gebouw in en de verweving met de reeds aanwezige aanleg en aangren zende buitenplaatsen werd uitbesteed aan het Landschaps- architectenbureau Haver Droeze uit Amersfoort. De eerste uitdaging die zich voordeed was het aanleggen van een parkeerplaats. We kennen allemaal de deprimerende werking die van deze blikpleinen uit Oude situatie (foto's Adviesbureau Haver Droeze). pleegt te gaan. Haver Droeze besloot om in ieder geval parkeren vlak voor de deur van het nieuwe gebouw onmogelijk te maken. Evenwijdig aan de verkavelingsrichting van de naast Endelhoven gelegen Vechtoever en geflankeerd door twee oprijlanen werd de parkeerplaats op zeker 40 meter van het hoofdgebouw gesitueerd. Het geheel staat in een hoek van ongeveer 20 graden op de centrale as van het oude Goudesteijn. Snelders' creatie werd zo een rafelrand van geparkeerd blik bespaard en de bezoekende auto mobilist een korte wandeling gegund. (Het zou overigens een verademing zijn als ook de geparkeerde auto's achter het oude Goudensteijn naar dit terrein verbannen werden, want daar horen ze vanzelfsprekend ook niet.) Orangerie De wandelaar die het nieuwe stads kantoor nadert wordt via de linker oprijlaan tot bij het stadskantoor geleid. Door een driehoekige vijver heeft men de overgang van laan naar entreeplein een zekere vanzelfspre kendheid verschaft. Minder abrupt, rustgevender en derhalve beter passend bij de sfeer van een buiten plaats. Om de recreatieve functie van ht park te versterken heeft men op strategische punten, op plaatsen met een fraai door- of uitzicht bijv., banken neergezet. De vroegere oran jerie zal zijn eigenlijke functie terug krijgen. Dit valt samen met het streven Nieuwe situatie

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1993 | | pagina 36