Het van Abbemuseum uitgebreid
Sedert 1936 heeft het Van Abbemuseum in Eindhoven van architect
Kropholler een vertrouwd beeld opgeroepen. Het is een knap gebouw, al zal
menigeen uit deze postmoderne tijd daarover twijfels hebben.
timmeren en metselen. 'Restauratie
aannemers,' zegt hij, 'zijn geen
gewone aannemers. Die hebben dat
fingerspitzengefiihl voor hun vak. Je ziet
dat ze er lol in hebben. Ze zijn natuur
lijk bloedserieus, onderhandelen met
het mes op tafel, als het gaat om een
aanneming, daarna valt dat allemaal
erg mee. Die wereld is wat minder
hard. Een vergadering van ons vindt
telkens bij een ander lid plaats. Daar
aan vooraf gaat bijna altijd een excur
sie in een pand dat zij gerestaureerd
hebben. En dan zie je hoe betrokken
ze bij hun werk zijn.'
'Het is ook opvallend, dat mensen
die een keer onze cursus gevolgd
hebben, er lol in beginnen te krijgen.
In Heusden heb ik een keer meege
maakt, dat iemand voor de eerste keer
een restauratie deed. 'Ik heb het hier
wel gezien, over veertien dagen ben ik
weg', zei hij. Nou, na tien jaar was hij
er nog. Omdat het toch voldoening
geeft, hè. Vroeger was het: 'Ik heb
vandaag 20 deuren afgehangen.' Nou,
zeg, wat een feest! Bij een restauratie
kun je laten zien wat voor een vakman
je bent. En in welke branche dan ook:
mensen die hun vak verstaan, zijn vaak
heel plezierige mensen. Je kunt met ze
praten over hun vak, ze gaan er in op.
Ik heb uren gestaan bij meneer
Schapendonk uit Gestel in de binnenha
ven van Heusden. Die kon nog een
knipvoeg maken. Hij was al 73, hij
deed het nog steeds. Echt voor zijn lol.
Zo zijn er tientallen voorbeelden.'
Met uiterst sobere middelen, als het
opvallende torentje, enkele openingen
die de overigens geheel gesloten
gevels schaal geven, een markante
kroonlijst en een natuurstenen plint
die in één vlak ligt met de daarboven
geheel bakstenen gevels is het grote
gebaar tot stand gebracht, dat het
gebouw kenmerkt. Het glazen dak
contrasteert op een vanzelfsprekende
manier met de massieve gevels en
verlicht de museumzalen. Die zalen
met hun symmetrische groepering en
hun boeiende afwisseling van maat en
richting bepalen zonder veel preten
ties maar'met pure middelen het
karakter van de ruimte.
Het ging goed met Eindhoven en
het museum voorzag in een groeiende
behoefte. Het moment waarop dit in
zichzelf complete gebouw moest
worden uitgebreid, kwam steeds dich
terbij. Noodvoorzieningen met de
daaraan eigen onterechte pretenties
hebben als enige verdiensten, buiten
het voldoen aan de functionele eisen,
dat ze in het stadsbeeld geen grote rol
spelen. Ze worden door Krophollere
museum terecht hautain de rug toege
keerd. Nu is het eindelijk zo ver dat
een permanente uitbreiding is
gepland. Het aantrekken van de archi
tect Abel Cahen biedt hoop. Cahen is
één van de weinige architecten die
zichzelf weten te blijven als zij in
relatie tot een karakteristiek gebouw of
in een monumentale omgeving een
ontwerp maken dat de dialoog aankan
met respect voor het bestaande.
Maar niettemin, nu de plannen op
tafel liggen, schrik je. Boven het
bestaande museum is een massa
gepland die ruim anderhalve keer
zoveel volume heeft. De hoogte is drie
maal zo groot als de bestaande en aan
drie zijden zijn tegen het oude gebouw
vleugels gedacht die het oude museum
reduceren tot een plint voor het geheel.
Je staat, met vele anderen, voor een
dilemma. De noodzaak tot uitbreiding
van het museum lijkt buiten kijf te
staan. De architect beschikt over de
kwaliteiten die voor zo'n opdracht
nodig zijn. Maar wat er ook wordt
beweerd, het van Abbemuseum van
Kropholler verdwijnt uit het stads
beeld. De Raad besloot het groene
licht te geven.
Je blijft zitten met vele vragen waaraan
een zekere katterigheid niet vreemd is:
Moest het nu echt zo? Heeft de archi
tect wel de juiste opdracht gekregen
en was het niet mogelijk recht te doen
aan wat er was? Moet het allemaal zo
rigoureus?
Eindhoven heeft zijn geschiedenis
lang uit het stadsbeeld weggevaagd.
De verantwoordelijkheid te handha
ven wat kenmerkend is moet voor het
huidige generatie bij iedere beslissing
zwaar meewegen, veel zwaarder dan
klaarblijkelijk voor de huidige
bestuurders duidelijk is. Dat de stem
van de Monumentencommissie in de
Raad niet heeft doorgeklonken is
daarom uitermate kwalijk.
Herman Strijbos, lid Bond Heemschut
Het Van Abbe Museum met op de voorgrond het beeld van De Balzac van Rodin.
31