X
TWEES HUY
t "tt?' I
v-
Hoe zit dat nu precies met die duurzame
steensoorten, werden die ook geverfd?
De heer Zantkuyl (adviseur): 'We
hebben veel moeite gedaan om te onder
zoeken of hardsteen daadwerkelijk
geschilderd werd en we vinden inder
daad steeds meer bewijzen. Gisteravond
nog trof ik in het vervolg op de kroniek
van Velius een tekst aan die onze theorie
bevestigt. Hierin staat dat het Stadhuis
van Hoorn, geheel opgetrokken uit hard
steen (ook wel blauwsteen genoemd), in
de 18de eeuw met blauwe kalk werd
bepleisterd. Dat was dus een imitatie-
kleur van het achterliggende materiaal.
Andere openbare gebouwen van Hoorn,
zoals de Waag en het Statencollege,
beide uit hardsteen opgetrokken, waren
ook blauw geschilderd, daar ben ik van
overtuigd'.
Visuele eenheid
Maar waarom werd deze blauwsteen nu
juist in een blauwsteenkleur opgeschilderd,
de kleur van de steen zelfwas toch al spre
kend genoeg?
Zantkuyh'De architecten van vroeger
streefden naar kleureenheid om het
gebouw voor het oog een architecto
nisch geheel te laten zijn. Natuurstenen
verschillen onderling van kleur en dan
ontstaat al snel een lappendeken van
kleuren. Dat gaat ten koste van de visuele
eenheid. Bouwmaterialen waren daarom
in het verleden ondergeschikt aan verf
kleur. Hardstenen stoepen werden om
begrijpelijke reden niet geschilderd.'
Geven de reconstructies die u uitvoerde wel
een waarheidsgetrouw beeld van de
oorspronkelijke toestand?
De heer Buchner (gemeente-architect):
'Niet alle poortjes zijn naar de oorspron
kelijke toestand teruggerestaureerd. Van
het poortje van het Oude Vrouwenhuis
aan de Wisselstraat is de voorstelling zo
verweerd dat van de twee zittende
vrouwen die zijn afgebeeld nauwelijks
nog iets te onderscheiden is. Wij hebben
besloten die steen te verwijderen en in
het West-Friesmuseum op te slaan. Op
de plaats van de oude steen komt een
nieuwe steen met ook weer een voorstel
ling van twee zittende vrouwen maar dan
met eigentijdse opsmuk. Ook de kleur
stelling van het St. Jorispoortje is geen
waarheidsgetrouwe reconstructie. We
konden geen verfsporen meer terugvin
den en hebben het geheel daarom maar
aan de fantasie van de schilder overgela
ten.'
Tijdgebonden visies
De heer Zantkuyl: 'Restaureren is altijd
een tijdgebonden aangelegenheid. Je
kan dat nooit objectief benaderen. Dat
die poortjes aan het begin van onze eeuw
van hun verflagen werden ontdaan had
te maken met de toenmalige visie op
restauratie. Er valt niets te verwijten,
men had immers het beste met de poort
jes voor. Bij ons speelt een andere over
weging een rol. Het stadsbeeld van
Hoorn had een stevige oppepper nodig
en wij hebben de poortjes vooral beoor-
- J?
vi/ .1
Weeshuispoortje na de restauratie.
Weeshuispoortje voor de restauratie.
deeld op hun stedebouwkundige kwali
teit.
Aanvankelijk zei ik jongens, opknappen
maar niet kleuren. Maar nu ik weet hoe
het eruit ziet met kleur! Als ik nu de
Achterstraat in fiets dan is die plotseling
weer een straat voor me geworden. Ook
het Admiraliteitspoortje en het poortje
van het voormalige Oude Vrouwenhuis
op het Kerkplein zijn stedebouwkundig
waardevolle dingen geworden. Ze
werken als blikvangers en het plein heeft
daardoor ineens weer maat gekregen.'
Verf mag niet dekkend zijn
Zijn onze huidige verfprodukten eigenlijk
wel zo geschikt voor historische bouwm.ate-
rialen?
De heer Polman (schilder): 'Niet alle
moderne verfprodukten zijn geschikt
voor dit werk. Veel verfsoorten zijn
dekkend. Daardoor verdwijnt de textuur
van het onderliggende materiaal waar
door de levendigheid van de voorstelling
verloren gaat. De beste produkten vind
ik de verven op lijnoliebasis. Die maakte