Betuwelijn had een voorganger Oude concurréntie tussen spoorwegmaatschappijen en rivier Zo 'n halve kilometer voordat de Rijn bij Spijk ons land binnen stroomt, draagt het landschap ten zuiden van de Eltenberg de sporen van een bijzonder spoor. Tussen 1865 en 1926functioneerde hier een treinverbinding, die het Nederlandse spoor ten noorden van de Rijn (Utrecht-Amhem-Zevenaar) aansloot op een Duits spoor ten zuiden van de Rhein (Kleef-Krefeld-Keulen). Het bijzondere van deze lijn is dat een brug over het water ontbreekt, terwijl de lijn is aangelegd op het moment dat er al een volledige spoorlijn naar Keulen beschikbaar was ten noorden van de rivier (langs de rechteroever). Literatuur ABELE REITSMA Veerdienst Tussen beide oevers werkten twee veerponten op stoomkracht, langs twee kabels. Een veerpont kon zes tot zeven passagiersrijtuigen of goederen wagons per keer de rivier overzetten. De locomotief bleef aan de wal. De veerdienst was ruim twintig jaar een belangrijke schakel tussen de Nederlandse zeehavens en het Ruhrgebied. De spoordijk (Wellendijk) en de pijlers door de uiterwaarden zijn nog goed herkenbaar in het rivierlandschap tussen Eken en Kleef. Indrukwekkend is de roestige ijzeren brug over de Altrhein bij het Duitse Spyck, tegen over het Nederlandse Spijk. Concurrentie Het bestaan van deze bijzondere route is te danken aan de toenmalige concurrentie tussen de twee Duitse spoorwegmaatschappijen langs de linker en de rechteroever van de Rijn. Tussen Arnhem en Emmerik rijdt de trein sinds 1856. Deze grensovergang per spoor vormde een verbinding tussen het westen van ons land en het gebied Oberhausen-Keulen. De Nederlandse Rhijnspoorweg- Maatschappij (NRS) vond haar Duitse zuster-maatschappij langs de rechter oever te duur. Boot toen al goedkoper dan spoor De NRS, die de lijn vanuit Nederland tot Emmerik exploiteerde, besloot daarom de goederen in Emmerik over te laden van de trein op de boot. De rivier was in die tijd echter niet zo geschikt voor transport als tegenwoor dig, nu vervoer per boot zelf een alter natief vormt voor de omstreden Betuwelijn. Het was toen echter maar een tijdelijke oplossing. Zeven jaar na de verbinding Arnhem- Emmerik, in 1863, kwam er vanuit Keulen via Krefeld een spoorverbin ding met Kleef. De NRS zag haar kans om over te schakelen op deze trein- route langs de linkeroever. Ze sloot een overeenkomst met de zuidelijke maatschappij tegen een concurrerend tarief. Hiertoe was het wel nodig een speciale verbinding te maken tussen Emmerik (Elten) en Kleef. In 1865 was deze bijzondere route klaar. Helemaal vanaf Zevenaar was een speciaal spoor aangelegd langs Elten naar de rivier, evenals van Spyck naar Kleef. Een brug over de Rijn was te duur. Dertig jaar, tot 1895, lagen er tussen Zevenaar en Welle (het speciaal gebouwde station langs de noordelijke oever) twee spoorverbindingen naast elkaar. Beide Duitse maatschappijen hadden hun eigen spoor. Gebruik Eenentwintig jaar na de opening, in 1886, verviel de concurrentie tussen beide Duitse spoorwegondernemin gen, omdat ze beide overgenomen werden door een derde maatschappij. Vier jaar later, in 1890 kwam de Nederlandse maatschappij in handen van de staat. De route verloor haar internationale belang. De dienst werd in 1912 tot een minimum terug gebracht. Het vervoer van passagiers eindigde definitief met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog werd het locale goederentrans port hervat tot het definitieve einde in 1926. Een deel van de bijzondere route functioneerde tenslotte nog in 1945 toen de geallieerden de Rijn overstaken. Van 7 april tot 10 mei 1945 werd in continue ploegendienst een 713 m lange Britse Bailey-spoor- brug gebouwd die na de oversteek snel weer plaats moest maken voor de scheepvaart. In 1879 werd het spoor tussen Nijmegen en Kleef in gebruik genomen. De eerste jaren was dit voor Nijmegen de enige spoorverbinding. Toen de lijnen naar Arnhem en Den Bosch nog niet bestonden, was de De oude, nog aanwezige spoorbrug (foto Abele Reitsma). route over de veerpont bij Spyck zelfs de enige mogelijkheid om vanuit Nijmegen met de trein naar Utrecht en verder te reizen. De defensieve functie van Nijmegen als vesting beperkte de mogelijkheden van het spoor. Ing. Abele Reitsma is technisch adviseur van de PC Heemschut Gelderland en vast medewerker van het tijdschrift De spoorlijn Zevenaar-Welle-Spijck-KJeef. In: Op de Rails 48,1980 nr8bl/.. 219-220 llendrickxH. en Derckx, Tl., De Groene Grens. Uitgeverij Srubeg, I-ioogezand 1992. (Dit boekje is een uitstekende voorbereiding op de landelijke Heemschutdag. Het ÏSBN- nummer is: 90 6523 078 5.) Met dank aan ir. G.C.L.M. Cremers

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1993 | | pagina 12