Het maakt niet uit waar je bent, overal wordt Nederland 'eender' Vereniging voor historisch geografen 'Cluverius' 25 jaar oud Op 26 maart jongstleden herdacht iCluverius'' de Vereniging voor Historisch Geografen in Amsterdam het feit dat zij 25 jaar bestond. Men deed dit door middel van een symposium gewijd aan jonge landschappen, een categorie, die vrijwel onopgemerkt dreigt te verdwijnen. 'JBm. Aan de orde waren landschappen, ontstaan in de periode 1800-1940. Meer dan één spreker benadrukte het feit dat die tijdsgrens tamelijk wille keurig is. In sommige delen van ons land begon het landschap pas echt te veranderen na 1870. Voor de veenont- ginningen daarentegen geldt dat dit proces al aanving in de Middeleeuwen. Overigens kan men stellen, dat op dit moment vrijwel geen Nederlander meer in leven is die het veranderings proces heeft zien aanvangen. Met andere woorden voor de meesten van ons liggen de zogenaamde jonge land schappen er al sinds mensenheugenis. Dat geeft aanleiding tot een zekere verwarring. De verhalen over de wind handel in tulpenbollen in de 17 de eeuw en de uit deze glorietijd date rende bloemstillevens in onze musea brengen bijvoorbeeld menigeen ertoe te denken dat de bloembollenvelden er al eeuwen liggen. Niets is minder waar. In 1860 werd maar 300 ha. in ons land voor bollenteelt aangewend. Pas in 1930 was dit uitgegroeid tot 9.000 ha. en nog onlangs werd de prachtige 17de eeuwse boederij 'Sixenburg' in Noordwijkerhout gesloopt voor alweer een bloembol- lenveld. Door het verdwijnen van een dergelijk uniek overblijfsel uit een eerdere ontwikkelingsfase vermindert de afleesbaarheid van het landschap. Tevens draagt zoiets bij tot eenvor migheid en vervlakking. Historisch- geografen spreken dan ook enigzins smalend over 'verbolling'. Een groot gedeelte van het huidige bos-areaal dateert eigenlijk ook pas uit de vorige eeuw. Het mooiste en het rijkste aan soorten zijn de bossen bij oude land goederen. Stiefkind onder de jonge landschappen zijn de industrie-terrei nen en de daarbij behorende havens en spoorwegemplacementen. In Zuid- Limburg dreigt bijvoorbeeld veel te verdwijnen van wat aan de mijnbouw herinnert. De eens hypermoderne, rijdende stoomkraam in de Rotterdamse haven zijn al lang achter haald, overbodig en... verdwenen. In Twente sneuvelde de ene textielfa briek na de andere en van de vele, kleine Brabantse schoenfabrieken rest evenmin een spoor. De herinnering aan zwaar, ongezond werk, de slechte woonomstandigheden, de armoe en de uitbuiting maken dat velen de slopers hamer met graagte in deze gebieden zien zwaaien. Het feit dat we met zovelen in een klein land wonen en we iedere vierkante meter wel voor tenminste drie dingen tegelijk zouden willen gebruiken maakt behoud van dergelijke gebieden onmogelijk en ongewenst. De historisch geografen willen dan ook zeker niet alles behouden. Het landschap is altijd aan verandering onderhevig geweest. 'Bevriezen' is wel zo ongeveer het meest onnatuurlijke wat je ermee kunt doen. Anderzijds leeft de mens bij de gratie van afwisse ling en verscheidenheid. De land schappen waar het deze dag om ging herbergen vele regionale verschillen, soms nauwelijks waarneembaar, maar toch.... Wie de beleidsvoornemens, de nota's en de jaarverslagen van de Landinrichtingsdienst en het Ministerie voor Landbouw, visserij en natuurbeheer doorneemt krijgt het 9 LEOVANDERMEULE 'Verbolling' Oude dijk in Ooijpolder moet wijken voor geheel nieuwe dijk uit de tekenkamer van Rijkswaterstaat (foto Jaap Kamerling). Tekentafeldenken

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1993 | | pagina 9