Natuurbouw schuift cultuurhistorie terzijde Historisch-geograaf prof. Borger: Met het landschap liep het wel losdat hoefde niet speciaal beschermd te worden. Dacht men. En zo zijn er voor historisch-geografische waarden nog altijd geen wettelijke beschermingsmogelijkheden voorhanden. Professor G.J. Borger, gewoon hoogleraar historische geografie aan de Universiteit van Amsterdam, heeft genuanceerde opvattingen over de bescherming van historische waarden in het landschap. Hij is voorzitter van het Platform Landschap en Cultuurhistorie; een samenwerkingsverband van een aantal organisaties op het gebied van toerisme, natuur- en landschapsbescherming. De Bond Heemschut maakt er deel van uit. Een interview. BERT FRANSSEN Een geplande uitbreiding van Weidum (gem. Littenseradiel, Friesland in zuidelijke richting zou het bijzonder fraaie dorpsgezicht van Weidum op herstelbare wijze aantasten (foto Kees Scherer) Hoe het is gesteld met de wettelijke beschermingsmogelijkheden van histo risch-geografische waarden? 'Die zijn niet voorhanden,' zegt prof. Borger kortweg. 'Na de Tweede Wereldoorlog had men het idee dat het landschap niet veranderde. Daar zit een stukje nationaal-socialistische ideologie achter. Blut und Boden, de bodem bepaalt het bloed. De bodem gesteldheid bepaalt het karakter van de bevolking. Het landschap verandert niet: die notie had men nadrukkelijk. En dus hoefde je het landschap niet te beschermen. Maar het landschap wordt wel degelijk door mensen beïn vloed. Grote ingrepen hebben sinds dien plaatsgevonden door de ruilver kavelingen. Men zag dat aanvankelijk niet als een bedreiging. Op het ogen blik is het zo dat alleen historisch- landschappelijke waarden beschermd kunnen worden als ze een dienende functie hebben ten opzichte van de Prof.G.J.Borger gebouwde omgeving, want dan vallen ze onder de kaders van de Monumentenwet, of als ze een dienende functie hebben ten opzichte van de natuurwaarden, dan vallen ze onder de Natuurbeschermingswet.' Waarden in vroeg stadium aangeven Er ligt echter een wijzigingsontwerp van de Natuurbeschermingswet bij de Raad van State. Daarin krijgen einde lijk de historisch-landschappelijke waarden hun plaats. 'Maar daar moeten we ons niet blind op staren,' vindt prof. Borger. 'Dat is voor de allerhoogste top. Wij zullen veel meer moeten aansturen op een planologische bescherming. We moeten de oude gebouwde omgeving, de archeologie en het historische land schap zichtbaar maken, functies geven binnen de nieuwe verhoudingen. We moeten bij het ontwerpen van plannen meteen aangeven: dat is de geschiede nis en deze manifesteert zich in die en die elementen. Zodat men bij de nieuwe functionele taakstelling van een bepaald gebied dat verleden meteen meeneemt. Daar is men planologisch toe bereid! Want al die gevechten met beschermers kost alleen maar ik weet niet hoeveel geld, men heeft liever in een vroeg stadium informatie over het verleden. Dat betekent een hele andere wijze van denken over onze monumenten, zowel archeologisch, bouwkundig als histo- risch-geografisch. Niet: dit paaltje of 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1993 | | pagina 15