Nieuwe stimulans voor particuliere woningverbetering Monument en fiscus Met ingang van 1 januari 1993 kunnen particuliere verhuurders voortaan vooraf bij de Belastingdienst duidelijkheid verkrijgen over de fiscale aftrekbaarheid van de kosten van een geplande renovatie van hun vooroorlogse woning(en). Tot nu toe werd pas bij de definitieve belastingaanslag duidelijk welke kosten exact fiscaal aftrekbaar waren. Verwacht wordt dat deze nieuwe faciliteit een grote stimulans zal zijn voor de particuliere woningverbetering, omdat inzicht in het fiscaal aftrekbare bedrag een wezenlijk onderdeel van de financiering van een renovatie vormt. Kadercursus gemeentelijke monumentenzorg Onbewoonbaar verklaard pand Een vroegtijdige uitspraak omtrent fiscale aftrekmogelijkheden was tot nu toe alleen weggelegd voor monumen teneigenaren. De uitspraak hierom trent wordt gedaan door het Bureau Monumentenpanden van de Belastingdienst Particulieren te Amersfoort. Dit bureau is in 1985 - tegelijkertijd met de Stichting Nationaal Restauratiefonds - inge steld in het kader van een koppeling van fiscale faciliteit en subsidiebeleid ten aanzien van rijksmonumenten. Het Restauratiefonds is het betaallo1 ket voor subsidies en biedt een monu menteneigenaar financieringsmoge lijkheden voor een restauratie, het Bureau Monumentenpanden verschaft daarbij vooraf duidelijkheid over de fiscale gevolgen. Reeds enige jaren terug werd besloten het werkterrein van het Nationaal Restauratiefonds uit te breiden tot de particuliere woningverbetering. Met steden als Rotterdam en Deventer werden overeenkomsten gesloten om eigenaren van vooroorlogse panden in die gemeenten een totale financiering van de renovatiekosten van hun woning te kunnen bieden. Ook bij een renovatie is het een groot voordeel om vooraf het gehele financiële plaatje duidelijk voor ogen te hebben. Daar om besloten het Restauratiefonds en de gemeente Rotterdam om de staats secretaris van Financiën te vragen ook hier het Bureau Monumentenpanden in te schakelen. Dit verzoek is nu positief beantwoord. Alvorens een particuliere verhuurder aan een renovatie van zijn vooroorlogse woning(en) begint, kan het Bureau Monumentenpanden gratis en bindend vaststellen óf, en zo ja tot welk bedrag, renovatiekosten als kosten van onder houd aftrekbaar zijn. Het Restauratiefonds en de gemeente Rotterdam zijn zeer verheugd over deze positieve uitspraak. Bij de opstel lingvan een totaalplaatje van de finan ciering van een renovatie, kan nu daad werkelijk rekening worden gehouden met een toekomstige teruggave van de Belastingdienst. Het Restauratiefonds verwacht dat deze duidelijkheid bij het rondkrijgen van de noodzakelijke financiering zal leiden tot meer reno vaties in de gemeenten waarmee het fonds een samenwerkingsovereen komst heeft. De uitbreiding van de werkzaamheden van het Bureau Monumentenpanden gaat in op 1 januari 1993 en zal geschieden in het kader van een proef neming in die gemeenten die een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten met het Restauratiefonds. De proef zal vooralsnog gelden voor een periode van twee jaar. Het Bureau Monumentenpanden van de Belastingsdienst Particulieren gevestigd te Amersfoort. Postbus 4050, 3800 EB Amersfoort (tel. 033-505222). Het Nationaal Contact Monumenten (NCM) organiseert binnenkort de kadercursus gemeentelijke monumen tenzorg in de provincies Utrecht (de maandagavonden 26 april en 10, 17 en 24 mei) en Noord-Holland (de dins dagavonden 18 en 2 5 mei en 1 en 8 juni). De cursus in Utrecht wordt gehouden in De Poort van Kleef aan de Mariaplaats en in Amsterdam in het zalencentrum van het Centraal Station. De kosten bedragen/ 55,- per persoon waarvoor de cursist tevens o.a. een uitgebreide cursusmap en het monu mentenjaarboek van het NCM ontvangt. De cursus heeft tot doel om particu liere organisaties kennis bij te brengen zodat zij hun taak in de gemeentelijke monumentenzorg zo goed mogelijk kunnen vervullen. O.a. de volgende onderwerpen zullen worden behan deld: de Monumentenwet 1988, MIP/MSP, gemeentelijk monumen tenbeleid, de monumentencommissie, ruimtelijke ordening, de gemeente lijke monumentenlijst, financiële aspecten bij restauratie en onderhoud en de rol van het particulier initiatief. Voor meer inform.atie: Stichting NCM, 020-6277706 (Paul Vesters). In reactie op het artikel van B. Franssen 'Wij hanteren geen ellenlange lijsten, wij gebruiken gewoon ons boerenver stand' (december 1992), graag het volgende: In 1982 restaureerden wij een onbe woonbaar verklaard Rijksmonument, dat 15 jaar had leeg gestaan. Bij het vooroverleg met de inspecteur is na onderzoek door een taxateur der Registratie en Successie het standpunt ingenomen dat het pand geen bron van inkomen vormt. Omdat daardoor geen fiscale aftrek mogelijk leek en geen bijdrage van Monumentenzorg te verwachten was, hebben wij de restauratie grotendeels eigenhandig uitgevoerd. Hierdoor bleven de kosten relatief zeer beperkt. Ons boerenverstand zei ons vervol gens dat het standpunt van de inspec teur niet voldoende gesteund werd door de beschikbare jurisprudentie. De belastingkamer van het Gerechts hof Arnhem stelde ons in 1987 in het gelijk. De overwegingen waren: - Blijkens rapport monumentenzorg van 1975 was toen de constructie van het pand als geheel redelijk, terwijl de draagconstructie van het dak zeer solide was. - Mede in verband daarmee is dan ook niet aannemelijk dat het pand na noodzakelijk herstelwerk niet renda bel geëxploiteerd kon worden. - De omstandigheid dat op het tijdstip van aankoop aan het pand gedurende een reeks van jaren geen onderhoud was gepleegd, waardoor met het verrichten van uitsluitend achterstallig onderhoud een zowel absoluut als ten opzichte van het aankoopbedrag rela tiefbelangrijk bedrag zou zijn gemoeid, is op zichzelf onvoldoende om te concluderen dat het pand geen bron van inkomen genoemd kan worden. Mr. F.H.G. van der Eist van het Bureau Monumentenpanden van de Belastingdienst Particulieren te Amersfoort (tel. 033-505222) deelde mij telefonisch mede dat de zinsnede: 'Een krot of onbewoonbaar verklaard pand is geen bron van inkomen: geen fiscale aftrek dus' niet in deze absolute zin door hem is uitgesproken. Hij denkt daar inderdaad genuanceerder over en spreekt over 'grijze gebieden'. P. van Liempt Nederhemert (tel. 04185-2766) n/m 29

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1993 | | pagina 29