Het nieuwe logo van de dienst.
Rijksdienst voor de Monumentenzorg
Adviezen RDMZte vrijblijvend?
Wat maakten gemeenten ervan?
Onderzoek
Rijk rekening presenteren
Cultuurhistorische verkenningen
veld te werken. De monumentenzorg
is een netwerk. Wij kunnen als spil in
dat netwerk alle krachten optimaal
mobiliseren.'
Hylkema: 'De consulenten moeten al
in de begin-fase van ruimtelijke
plannen meedenken met de gemeen
ten zodat er een zo goed mogelijk plan
komt.
Dan is in feite advisering erna overbo
dig want je hebt dan je inbreng al
gehad.
Zijn de adviezen van de Rijksdienst zo
niet een beetje te vrijblijvend?
Verführden: 'De gemeenten zijn altijd
verpicht om bij restauratie- en sloop-
plannen de Rijksdienst om advies te
vragen en die adviezen zijn minder
vrijblijvend dan je op het eerste
gezicht zou denken. Bij eventuele
schadeclaims bijvoorbeed heeft het
konsekwenties als een gemeente een
advies naast zich neerlegt.
Hylkema: 'Er is een heel aardig even
wicht tussen de eigen gemeentelijke
verantwoordelijkheid en de gewetens
functie van de Rijksdienst. En als wij
het eens een keer echt helemaal niet
eens worden, kunnen we in het uiter
ste geval een raadsbesluit ter vernieti
ging voordragen om er vervolgens
alsnog uit te komen.
Kunnen alle gedecentraliseerde gemeenten
hun nieuwe bevoegdheden wel aan?
Verführden: 'Daar waar ze dat niet
goed kunnen zijn er veel samenwer
kingsverbanden als Het Oversticht in
Overijssel of Huus en Hiem in
Friesland waarin gemeenten samen
deskundigheid kunnen creëren.'
Worden gemeentelijke monumentencom
missies soms niet wat al te gemakkelijk
samengesteld, zoals destijds in
Graafstroom?
Hylkema: 'Hierin heeft uw organisatie
Heemschut een belangrijke taak.
Heemschut moet goed in de gaten
houden of gemeenten hun monumen-
tentaak serieus nemen. Organisaties
als Heemschut moeten tijdig signalen
afgeven als het ergens niet goed func
tioneert.'
En als een gemeente het nu echt slecht
doet, wat kan de Rijksdienst dan doen?
Kan zij een gemeente zijn bevoegdheid
ontnemen?
Hylkema:'We hebben tot nog toe
nergens aanwijzingen, die ons daartoe
zouden nopen, maar in laatste instan
tie zou dat inderdaad kunnen, ja.'
Toen de Monumentenwet in 1988 de
Kamers passeerde beloofde minister
Brinkmandat er een Effect-rappor
tage zou komen na drie jaar over wat
de gemeenten ervan gemaakt hebben.
Die is er nog steeds niet, maar wel is er
onlangs een onderzoek aangekondigd.
Verführden: 'Eigenlijk is zo'n onder
zoek niet echt nodig. Wij geven samen
met het NCM en het Nationaal
Restauratiefonds al jaren cursussen
aan gemeente-ambtenaren en enige
jaren geleden is door prof. N. Nelissen
en mij onderzoek gedaan.
We hebben in feite al heel wat inzicht.'
En is jullie indruk, dat de gemeenten
redelijk met hun nieuwe bevoegdheden
omgaan?
Hylkema: 'Ja'. Verführden: 'Ook voor
1988 ging er wel eens wat mis. Het
blijft altijd afhankelijk van de politieke
wil in een gemeente maar de decentra
lisatie heeft naar onze indruk het
draagvlak voor de monumentenzorg
vergroot'.
Een ander probleem vormen de fina-
ciële middelen, die het Rijk beschik
baar steltvoor die zorg.
Verführden: 'Daarom richt het onder
zoek, dat er nu komt zich op de bouw
kundige conditie van de monumenten
en wat het financieel zal betekenen om
die in een goede conditie te krijgen en
te houden.'
Hylkema: 'We moeten exact weten
welke rekening de monumentenzorg
het Rijk kan presenteren. Steeds meer
mensen maken zich ongerust over de
toestand, waarin onze monumenten
zich bevinden en over de enorme
restauratie-achterstand. Het zou me
echt niet verbazen als de monumen
tenzorg een belangrijk politiek item
wordt bij de komende drie verkiezin
gen.
Politici kunnen ermee scoren zonder
dat er nu echt vreselijk veel geld naar
toe moet. De 'spin ofP van het restau
reren is bovendien aanzienlijk.
Uit onderzoek is gebleken, dat het
economisch belang van monumenten
zorg niet onbelangrijk is. Tiet bedrijfs
leven hecht veel waarde aan een goed
vestigingsklimaat en een cultuur
historisch interesante woonomgeving
voor zijn personeel. En daarnaast zijn
natuurlijk ook de bouwnijverheid en
het toerisme zeer geïnteresseerd in
monumentenbescherming.
Vandaar ook, dat het ministerie van
Economische zaken het cultuur
historisch toerisme stimuleert door
bijvoorbeeld ondersteuning van de
restauratie van oude VOC-schepen.
En regionale bezoekerscentra
(Workum) kunnen ook subsidie van
EZ verwachten.'
In een nota van de Rijksdienst, die binne-
kort zal verschijnen, wordt ook het rende
rend vermogen van monumenten nogal
benadrukt.
Is dat niet een knieval voor de enorme
bezuinigingen op monumenten?
Hylkema: 'Zo moetje het niet zien.
Monumentenzorg moet een normale
volwassen tak van 'sport' worden in
het reguliere politieke bedrijf.
Men moet niet langer schrikken bij
het woord 'monument'. Je moet
mechanismen bevorderen, die histori
sche waarden blijvend kunnen inte
greren in het stedelijk en maatschap
pelijk milieu. Dat betekent, datje aan
je adviezen ook het marketing-aspect
toevoegt. Gemeenten moeten de
wapens in handen krijgen om hun
monumentenbeleid overeind te
houden. Daarom moetje zoeken naar
maatschappelijke functies voor monu
menten. Monumentenzorg is een
onderdeel van het gewone maatschap
pelijke proces. De deftigheid moet er
echt vanaf. Monumenten moeten in
de eerste plaats gewoon kunnen func
tioneren. En als een monument echt
onrendabel blijkt te zijn, ja dan is er
extra geld nodig om het toch instand
te houden.'
In dit verband heeft de RDMZ een
nieuw instrument ontwikkeld: de
19