Dijkverzwaring snijdt kansen af Abele Reitsma 36 Abele Reitsma, om commentaar gevraagd op deze reactie, komt hieronder aan het woord. 'In het algemeen laat ik mij graag verleiden tot het aanbrengen van correcties en nuanceringen. Helaas slaagt de heer Kok hier niet in omdat hij eenzijdige en foutieve informatie geeft. Slechts op één punt heeft hij een beetje gelijk. De fout bij de MER zit niet direct bij de waterschappen, maar in het Besluit MER, dat de drem pelwaarden van 5 km dijklengte en 250m2 profieldoorsnede noemt. De Europese richtlijn stelt de MER verplicht voor 'projecten die aanzien lijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben', 'met name gezien hun aard, omvang of ligging'. De richtlijn noemt ook rivierwaterke ringen als 'werken inzake kanalise ring en regulering van waterwegen'. De Nederlandse wet volgt de richtlijn en verwijst voor de aanwijzing van MER-plichtige activiteiten naar het Besluit MER en naar provinciale ver ordeningen. Op de twee hoogste niveaus is de MER-plicht er dus al. Hiervoor is geen wetswijziging nodig. Het is al leen de vraag of de beide drempel waarden een goede maat voor de milieu-gevoeligheid van dijkverzwa ringen zijn en of ze de MER-plicht van richtlijn en wet feitelijk ongedaan mogen maken. Het antwoord van de Tweede Kamer op deze vragen is sinds 22 januari 1992 vrijwel una niem 'neen'. Dit antwoord zal nog vaker klinken. Verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid voor de hui dige dijkverzwaring is wel verdeeld. Het waterschap laat het werk uitvoe ren, maar rijk en provincie maken al les mogelijk met geld en met regel geving die cultuurhistorische argu menten discrimineert. Een water schap heeft van zichzelf onvoldoen de geld en kennis om alleen verant woordelijk te zijn. Regering en parlement zijn ver antwoordelijk voor de normkeuze en voor zo'n 80% van de financiering. De suggestie dat het waterschap en de ingelanden de dijken betalen is onjuist. Het waterschap betaalt min der dan 10% zelf. Als iemand een investering ca deau krijgt, is hij geen gewone partij meer. Vergelijk de NV Nederlandse Spoorwegen bij de Betuwelijn. Hoe zouden de dijken er uit zien als het waterschap zelf het financiële offer moest opbrengen of zelf het geld moest verdienen met bijvoorbeeld een premie per behouden cultuur monument? Of een ander idee: een boete per aangetast monument - de vervuiler betaalt. Historie De dijkhoogtes werden vroeger niet gekozen op gevoel, maar op basis van drie concrete gegevens: de hoogst bekende waterstand, de of ferbereidheid van de ingelanden en de hoogte van de concurrerende dij ken. De huidige dijken zijn niet een uiting van kennis, maar van onzeker heid. Op zoek naar zekerheid kiest de ingenieur fictieve maatstaven. Alle onzekerheden bij elkaar leiden tot een vlucht in een extreme oplos sing. De werkelijkheidswaarde hier van beperkt zich tot de belevingswe reld van een computer. Is dit ratione ler dan vroeger? De breedte van de dijk is een ver haal apart. Om kenmerken van na tuur, landschap en cultuurhistorie te sparen zijn alternatieve oplossingen te bedenken voor het verbreden van de dijk, verflauwen van de taluds en het maken van steunbermen. Eén van die oplossingen kan een inwen dige waterkerende wand zijn. Overi gens schept de dijkverzwaring hier zijn eigen problemen. De nieuwe dij ken bevatten veel meer zand en minder klei dan de oude, die groten deels uit klei bestaan. Klei keert het water, zand laat water door. Veiligheid Natuurlijk verdient de bescherming tegen ongewenst rivierwater alle zorg. Een dijk is inderdaad onmis baar. Ongetwijfeld bieden sommige stukken dijk een lage veiligheid. Is het werkelijk waar dat de heer Kok door berekeningen hier achter is ge komen? Of hebben de bewoners ge lijk die zeggen dat de dijken een hal ve eeuw verwaarloosd zijn? Hoe dan ook, veiligheid is een goed doel. De vraag is alleen hoe absoluut die vei ligheid moet zijn, welke mee/waarde de dijkverzwaring biedt en of je elke aantasting van cultuurhistorie met 'veiligheid' kunt legitimeren. De norm is niet 1:1000. De enige officiële norm is een fictief aantal m3 water dat de Rijn bij Lobith afvoert: 16.500 m3/s. Deze hoeveelheid zou volgens bepaalde statistische bere keningen gemiddeld eens per 1250 jaar voor kunnen komen. Dit is ruim 1/3 meer dan de hoogste histori sche afvoer: 12.280 m3/s in 1926. De politiek koos deze norm in 1978 in de overtuiging dat de dijken dan slechts zo'n 20 cm hoger zouden moeten zijn. Met een nieuwe bereke ning van de maatgevende hoogwa terstand (MHW), met 'leidraden' en subsidievoorwaarden hebben inge nieurs en ambtenaren de politici later aan de dijk gezet. Aan de dijkverzwaring gaat geen ri sico-analyse vooraf (risico kans x ge volg). De norm geeft wèl aan welke kans aanvaardbaar zou zijn, maar niet welk gevolg. Is dit een veilig idee? De keuze van de norm is arbitrair. De for mulering van het veiligheidsdoel ge beurde politiek, niet wetenschappelijk. De Commissie Becht (niet in de tachti gerjaren, maar mei '75 tot maart '77) keek slechts naar een zeer grove indi catie van de gevolgen. Voor de rivieren geldt niet de laagste veiligheidseis. De norm 1:1000 geldt voor de Waddenei landen. De gestelde norm past niet binnen de risico's waarmee we dagelijks on gemerkt omgaan. Ter vergelijking de kans op overlijden per jaar: verdrin king door dijkdoorbraak 1 op de 10 miljoen (ook al zonder dijkverzwaring of moderne communicatie- en trans portmiddelen), door een bijensteek 1 op de 5,5 miljoen, door bliksem 1 op de 2 miljoen, als bromfietser 1 op de 5000. Het jaarlijkse aantal doden door verdrinking zonder overstro ming is ruim 300. Kans De dijkverzwaring schept geen kan sen, maar snijdt kansen af. De in greep is bijzonder grof. Voor zo'n tienduizend uiterst waardevolle hec tares is het een allesomvattende me tamorfose. De visuele schade strekt zich uit over een veel groter gebied. Dijkverbetering heeft één positief doel: bescherming tegen ongewenst water. Die ingreep heeft rechtstreeks vier negatieve invloeden: landschap pelijk, ecologisch, cultuurhistorisch en sociaal (de actuele cultuur). De

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 36