Landbouw moet veer laten voor natuur
Jaap Kamerling
19
Op 12 oktober heeft minister Bukman het Structuurschema Groene
Ruimte gepresenteerd, samen met de nota's Landschap en Landinrich
ting. Met het nu uitgebrachte structuurschema heeft de minister samen
hang gebracht in alle eerder over het landelijk gebied uitgebrachte
nota's, zo liet staatssecretaris Gabor weten.
In het schema wordt aangegeven waar in de komende jaren natuur
moet komen, waar de landbouw zich verder moet kunnen ontwikkelen
en waar beide functies elkaar kunnen versterken.
KAART 15
MOGELIJKHEDEN VOOR
NIEUWE IDENTITEIT
natuurontwikkelingsgebied
locatie voor nieuw bos
zoekzone Grote Groengebieden
Nieuw in dit stuk, is dat er duidelijke
keuzes worden gemaakt en dat er -
zij het beperkt - een zak met geld bij
de plannen wordt gedaan. Bovenop
de reeds beschikbare 800 miljoen
komt nog eens een bedrag van 130
miljoen extra voor het aankopen en
beheren van gronden alsmede een
Groenfonds, waarin Rijk, Provincies
en maatschappelijke organisaties
geld storten, waarmee leningen kun
nen worden verstrekt. Met dit extra
geld en het geld in het Groenfonds
kan de uitvoering van het Natuurbe
leidsplan worden teruggebracht van
30 naar ongeveer 25 jaar, aldus Ga
bor.
Het structuurschema kiest zestien
gebieden, waar bos, natuur en re
creatie zoveel mogelijk worden ver
weven en de landbouwkundige be
stemming
wordt omge
zet in die van
natuur en re
creatie. Die 16
'strategische
groen
projecten' heb
ben flinke op
pervlakten: van
1000 tot 3000
ha. Over zo'n 15
jaar zal Neder
land bij voltooiing
van deze projec
ten ongeveer
75.000 ha groen
rijker zijn. In 1994
wordt met de eerste
drie projecten begon
nen: in Midden-Gro-
ningen, Zoetermeer-
Zuidplas en Groote
Wielen-Oude Venen in
Friesland.
Daarnaast heeft het ka
binet tien gebieden aange
wezen, waar door het domi
neren van de landbouw waar
devol cultuurlandschap wordt
bedreigd. 'Waardevolle cultuur
landschappen', zoals Twente, Mid
den-Limburg en het gebied rond
Winterswijk. Hier wil het kabinet de
verloedering van het landschap - het
verdwijnen van houtwallen en hout
singels bijvoorbeeld - keren door de
landbouw meer in overeenstemming
te brengen met de eisen van de na
tuur. In deze gebieden zullen boeren
met beheersovereenkomsten gaan
werken.
Ze krijgen vergoedingen omdat ze
minder bestrijdingsmiddelen, mest
en kunstmest mogen gaan gebrui
ken.
Voor de uitvoering van de plannen
wordt een Gemeenschappelijke Uit
voeringsdienst opgericht, een sa
menvoeging van de Landinrichtings-
dienst en de Directie Beheer Land
bouwgronden. De nieuwe dienst
krijgt naast een directie een be
heerscommissie met vertegenwoor
digers van Rijk, Provincies, Ge
meenten, Waterschappen en Parti
culiere organisaties.
Landbouw 'restpost'
Op een discussie-middag in het
World Trade Centre van Rotterdam,
daags na de presentatie van de
plannen, bleek uit de reacties van de
verschillende belangengroepen dui
delijk, dat de landbouwbelangen een
veer moeten gaan laten ten gunste
van het landschap.
Voorzitter Mares van het Land
bouwschap sprak van een 'verkeer
de tendens'. De landbouw dreigt een
'restpost' te worden. Aan de eerder
tot beleid verheven ecologische
hoofdstructuur had hij genoeg. Er
moesten nu geen nieuwe claims op
landbouwgronden worden gelegd.
En dat gebeurt in het nieuwe struc
tuurschema duidelijk wel. Voorzitter
Winsemius van Natuurmonumenten
zag het schema daarentegen als
een grote sprong voorwaarts. Met
Mares was hij het echter eens, dat
de financiering van de plannen bo
terzacht is. Mares wees erop, dat
een deel van de 130 miljoen extra
gewoon structureel deel uitmaakt
van de Landbouwbegroting.
'Boerenbedrog dus'.
De eerste tien jaar zal worden af
gezien van de aankoop van grond
op zeer vervuilde zandgronden,
waar de intensieve veehouderij zit.
De grond is daar erg duur en aan
koop zou betekenen, dat het budget
voor grondverwerving dan veel te
gauw op is, zo meent minister Buk
man.
Wel signaleert de nota, dat de am-
moniakvergiftiging in deze gebieden
ver boven het landelijk gemiddelde
ligt vanwege de mestoverschotten.
Als oplossing zien de ministers Al-
ders en Bukman enerzijds concen
tratie van de intensieve veehouderij
in mestoverschotgebieden en ander
zijds dat boeren gestimuleerd wor
den hun bedrijf te verplaatsen naar
gebieden waar geen mestoverschot
is.
Zo dalen gronddruk en grondprijs en
dat geeft op termijn meer kansen
voor natuurontwikkeling. De nieuwe
bedrijven zullen van meet af aan te
maken krijgen met de scherpste mi
lieu-eisen om te voorkomen, dat
over tien jaar de bodem ook weer
verzadigd is van mest.