woningbouw
utiliteits-
projecten
onderhoud
RestauratieRenovatieVerbouwNieuwbouw van de
panden van het Hoogheemraadschap Noordhollands
Noorderkwartier te Alkmaar.
16
Wij zijn ook
gespecialiseerd
in:
Postbus 277
1620 AG Hoorn
Kantooradres:
Binnenwijzend 21
1617 KT Westwoud
telefoon 02286-2744
fax 02286-3609
tie 'echt slecht', dan spreekt men van
restauratie. Verkeert een pand nog in
redelijke tot goede staat: onderhoud.
De regels voor subsidiëring zijn
niet altijd even helder. De eigenaar
van een boerderij met rieten dak,
maar zonder agrarische functie, tast
naast het geld. Een echte boer daar
entegen krijgt wèl subsidie. De over
heid wil hem stimuleren zijn rieten
dak te onderhouden, omdat men
aanneemt dat hij daarin minder geïn
teresseerd zou zijn. Baars waar
schuwt nog dat je vroegtijdig een
restauratieplan bij de gemeente
moet indienen. Want het duurt ge
middeld vijf jaar voordat het ervan
komt. Is het zover dan kun je meest
al op een subsidie van 40% rekenen.
Soms zijn er overigens ook nog ge
meentelijke en provinciale subsidie
regelingen.
Het financieren van restauraties is
vaak lastig. Banken zijn terughou
dend, vooral de grote (ING en
ABN/AMRO). Met Rabo zijn de erva
ringen veel gunstiger.
Eggenkamp:
maak meerjarenplannen
Voor behoud en restauratie van mo
numenten bestond tot in de vijftiger
jaren weinig belangstelling, vertelt
mr. W. Eggenkamp, directeur van de
Amsterdamse Maatschappij tot
Stadsherstel. In het begin van de ze
ventiger jaren echter veranderde het
klimaat ten goede. 'In Amsterdam
werden vanaf die tijd tot op heden
4000 van de 7000 monumenten op
geknapt. In nagenoeg alle histori
sche steden zijn inmiddels de grote
gotische stadskerken gerestaureerd.
De Laurenskerk in Alkmaar, die nu in
restauratie is, sluit de rij.'
Geleidelijk groeide ook het besef
dat onderhoudsmaatregelen noodza
kelijk zijn.
Er kwamen regelingen voor bijzon
dere categorieën monumenten. Met
name de regeling voor grote kerken
voorziet volgens Eggenkamp in een
grote behoefte. Maar voor woningen
bestaan tot op de dag van vandaag
geen onderhoudsregelingen. Hoewel
ze 80% van alle monumenten uitma
ken.
Veruit de belangrijkste categorie bij
de woonhuismonumenten is de eige
naar/bewoner. Beleggers, verhuur
ders en expoitatiemaatschappijen
houden zich nauwelijks met monu
menten bezig.
Het onderhoud moet eigenlijk
planmatig gebeuren. Maar het komt
er vaak niet van en het onderhoud
van het huis wil er nog wel eens bij
inschieten.
Onderhoud van een gerestaureerd
pand kost drie keer zo veel als van
een nieuwbouwwoning. Een eige
naar/bewoner verblijft gemiddeld 15
jaar in een woning. Hij moet vlak na
een restauratie dan ook een meerja
renplan voor het onderhoud gedu
rende 10 of 15 jaar laten opzetten,
bij voorkeur door de restauratie-ar
chitect of de aannemer.
Eggenkamp: 'De meeste eigenaren
staan na de zware en vaak ingewik
kelde restauratie van hun pand niet
te springen om zich in een volgend
onbekend avontuur te storten. Om
hen toch te bewegen een meerja
renplan voor het onderhoud te (la
ten) maken, kan ik mij een aanspo
ringssubsidie van de overheid zeer
wel voorstellen.'
Jaarlijks moet de eigenaar de onder-
houdstoestand laten inspecteren
door de Monumentenwacht, vindt
hij. Voor een klein woonhuismonu
ment is hij daarvoor slechts 141,—
per jaar kwijt.