Jugendstilarchitectuur in Utrecht
12
Yvonne Schouten
Eind vorige eeuw ontstond er een nieuwe stijl, Jugendstil of Art Nou
veau genaamd. Oeze stijl, in dit artikel Jugendstil genoemd, openbaar
de zich in diverse kunstuitingen, waaronder schilderkunst, beeldhouw
kunst, kunstnijverheid en architectuur. Onlangs verscheen er in de His
torische Reeks van de Utrechtse Uitgeverij Matrijs een boek over de Ju
gendstilarchitectuur in de stad Utrecht. Hierin wordt bekeken wat de in
vloed van de Jugendstil in Utrecht is geweest.
Liefst 230 bouwwerken
De Jugendstil beslaat een relatief korte
periode, van circa 1890 tot 1915,
waarin bijzondere bouwwerken zijn
ontstaan. In Utrecht kende de Jugend
stil een bloeiperiode van circa 1900 tot
1910, waarbij in 1905 een absolute
piek werd bereikt toen de meeste
Utrechtse Jugendstilpanden werden
gebouwd. Inventarisatie van de Ju
gendstilpanden in de stad Utrecht (in
1987 uitgevoerd door B. van Huiten en
Y. Schouten) leverde een aantal van
230 panden op. Helaas is er al veel
fraais afgebroken om ruimte te maken
voor nieuwe gebouwen, met als be
langrijkste voorbeeld het gebouw van
de levensverzekeringsmaatschappij
'De Utrecht'. Dit pand stond aan de
Leidseweg en heeft in 1974 plaats
moeten maken voor het grote winkel
centrum 'Hoog Catharijne'.
Kenmerken
De meest opvallende kenmerken
van de Nederlandse Jugendstilarchi
tectuur bestaan uit het gebruik van
gekleurde verblendsteen (gegla
zuurd en ongeglazuurd), tegelta
bleaus met daarop symbolische
voorstellingen die vaak betrekking
hadden op de functie van het pand,
en, - voornamelijk bij winkelpanden
-, grote etalageruiten. Deze grote
raamoppervlakken werden mogelijk
door stalen overspanningen die men
in deze tijd voor het eerst op grote
schaal aantreft. De taferelen op de
tegeltableaus verwijzen doorgaans
naar de functie van het pand (meest
al een winkel) en worden uitgebeeld
door middel van elementen uit de
flora en fauna. Met name dit laatste
is een belangrijk gegeven binnen de
Jugendstil. De keuze voor bepaalde
elementen uit de flora en fauna wer
den ook ingegeven door de verschij
ningsvorm. Ranke sierlijke vormen
als die van de (water)lelie, tulp en
van dieren als zwanen en flamingo's
waren zeer geliefd.
Fraai gestileerde lelies komt men
onder andere tegen in het wijkge-
bouwtje van de Nicolaïkerk aan de
Nieuwegracht nr. 87 (1901). De op
drachtgever was het bestuur van de
wijkvereniging 'Nicolaïkerk'. Bij dit
pand is goed te zien hoe de over
gang van voorgaande stijlen
('historische stijlen' of neostijlen) naar
Het pand Vredenburg 3 van architect R. Rijksen. (foto's Yvonne Schouten)
WlMWUW:NlC0L*UlK
Het pand Nieuwegracht 87 met ook neo
gotische en neo-renaissancekenmerken.
de nieuwe Jugendstil heel geleidelijk
is gegaan. De diverse neostijlen - in
het geval van Nieuwegracht 87 is dat
de Neo-Gotiek - maakten niet direct
plaats voor de Jugendstil. Neo-goti-
sche kenmerken betreffen hier het
materiaalgebruik (traditionele donke
re baksteen), het motief van de drie-
pasboog in de gevel op de eerste en
tweede verdieping en een enkel neo-
renaissancistisch kenmerk als de
trapgevelvorm in de gevel op de
tweede verdieping. Het tegeltableau
op de begane grond springt direct in
het oog; hierop is in een fraai Ju-
gendstil-lettertype 'Wijkgebouw:
Nicolaïkerk' te lezen. Ook op de eer
ste verdieping bevindt zich een te
geltableau met daarin een aantal
'zeewierachtige' plantvormen met le
lies in sprekende tinten blauw, geel
en bruin. De lelie heeft een sierlijke
vorm die goed aansloot bij de vor
mentaal van de Jugendstil. Daarbij
speelde de christelijke betekenis van
deze bloem, de lelie als symbool van
de maagd Maria, een rol.
R. Rijksen
Als we de Jugendstilarchitectuur van
Utrecht vergelijken met die van met
name Rotterdam en Den Haag, zien
we dat de Utrechtse Jugendstil niet
van een vergelijkbaar hoog niveau is.
In Utrecht waren geen architecten
van naam werkzaam. Het waren
vooral de plaatselijke bouwkundigen
die actief waren. Hun produkten mis
sen de internationale allure, maar