I ;®s»a Literatuur: Noot 9 Het vroegere postkantoor van Noordwijk-Binnen, waarin nu een dokterspraktijk is gevestigd, (foto W. Burgers) van deze rijksbouwmeester, die in 1915 terugtrad. Uiteraard is een aan tal van deze kantoren in de loop van deze eeuw verdwenen, andere kre gen de status van monument. Naar een betrouwbare raming heeft Peters zo'n 120 postkantoren tot stand gebracht, waarvan nu nog on geveer de helft bestaat, zij het soms niet meer als postkantoor. Peters bracht ook een dertigtal belangrijke verbouwingen op zijn naam. Een goed voorbeeld van zijn stijl vindt men in het (vroegere) postkan toor in Haarlem aan de Zijlstraat, date rend van 1894. In het gebouw is nu een bank gevestigd. Andere bekende ontwerpen van zijn hand vindt men in Edam, Coevorden, Lemmer en Amersfoort (alle daterend uit 1890). Voorts in Arnhem, Haarlem en Doetin- chem. Amsterdamse School Na de Eerste Wereldoorlog kwam be trekkelijk kort de Amsterdamse School aan bod. Nimmer werd echter een overheersende invloed, zoals die van Peters op de bouw van postkantoren bereikt. Voorbeelden van deze perio de zijn de kantoren, die rijksbouw meester G.C. Bremer tot stand bracht: bij voorbeeld het PTT-kantoor aan de Coolsingel in Rotterdam, dat bij het bombardement van Rotterdam voor een deel werd verwoest en later werd verbouwd naar een ontwerp van ar chitect J. Coenen. Een andere bekende representant van de Amsterdamse School in het postale bouwen was in het interbel lum, de periode tussen de wereldoor logen, architect J. Crouwel jr., die het postkantoor aan de Neude in Utrecht ontwierp (1924). Vooral de centrale hal in dit gebouw is naar het oordeel van deskundigen een opmer kelijk staaltje van architectuur. Zijn creatie werd op voortreffelijke wijze gemoderniseerd naar een ontwerp van vormgever R. van Raalte in het begin van de jaren tachtig. Daarente gen ging bij de verbouwing van Crouwel's postkantoor in Haarlem veel van het oorspronkelijke karakter verloren. Andere postkantoren, waar voor Crouwel tekende, zijn die van Arnhem, Haarlem en Doetinchem. In een latere periode werden nieu we postkantoren tot stand gebracht door o.a. F.E. Röntgen (postkantoren Hilversum, 1943, en Helmond, 1941), en ir. J. de Bruin (postkantoren in o.a. Brunssum, Valkenburg en Zierikzee), beiden medewerkers van architect Bremer. Voorbij Het betreft hier postkantoren, die rond de jaren veertig tot stand kwamen. Dat de tijd van Peters en zijn kleurige werkstukken definitief tot het verleden behoorde bleek uit een beschouwing over een aantal postkantoren, ge bouwd door ir. J. de Bruin in het Bouwkundig Weekblad, orgaan van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst en de Bond van Neder- landsche Architecten, van 8 november 1949: 'De tijd is voorbij dat het postkan toor het bekende gebouw was, dat bo ven zo vele dorpen en kleine stadjes van ons land uitrees in een soort van neo-gotische renaissance stijl van kleurige baksteen. Op zichzelf in het algemeen aantrekkelijk, maar dikwijls ontsierd door een stellage hoog op het dak, waar de telegraaf- en de telefoondraden op uit kwamen. Het waren openbare gebouwen met de pretentie, dat zij gebouwen van de P.T.T. waren. De Rijksgebouwendienst is een nieuwe richting ingeslagen: de Het oude postkantoor van 's Gravenzande. Voor het behoud ervan wordt actie gevoerd. gebouwtjes zijn proportioneel terugge bracht tot eenvoudige dienstgebouw- tjes, in het kader van kleine stadjes en dorpjes passend...' Wat het interieur van de postkanto ren in de loop van de tijd betreft: het begon met een loketje - ook wel aan geduid als spreekraampje - in een raam aan de straatzijde van de wo ning van de postdirecteur. Later kwa men er heuse bovenvensters. Later werden dat getraliede loketfronten. In onze jaren wordt dat allemaal heel anders. Het postkantoor zal steeds meer het karakter krijgen van een dienstenmarkt met alleen nog voor de gelddiensten beveiligde loket ten. Voor de overige diensten zullen open balies worden ingericht. Reorganisaties dus en minder lo kethandelingen. Dat betekent ook dat veel oude postkantoren niet langer bruikbaar zijn en door de PTT worden DRUINSMA Het postkantoor van Lemmer is een fraai voorbeeld van de bouwtrant van Peters. afgestoten. Vaak zijn dat ook de klei nere postkantoren. In sommige geval len is hergebruik mogelijk. Intussen trekken oude postkantoren en met name die van Peters de aan dacht. Zo is de Initiatiefgroep Monu mentale Postkantoren (IMP) opgericht mede onder auspiciën van het Cuy- pers-genootschap (dat zich inzet voor het behoud van bouwwerken met een neo-gotisch karakter van kerkbouwer Cuypers en andere architecten uit de negentiende eeuw). De werkgroep is van plan een lijst van zo'n driehonderd in het oog lopen de postkantoren in ons land samen te stellen. Waar nodig zal ondersteuning worden gegeven aan eventuele acties voor het behoud van waardevolle (voormalige) postkantoren. Zulke ac ties zijn er onder meer geweest in 's-Gravenzande en Hardenberg. Wibo Burgers is freelance journalist. Boften, N., De ontwikkeling van de rijksoverheidsbouw sinds 1850, Cobouw, 17 mei 1957. Heffing, P, Nieuwe stempels op oude architectuur, Open baar Kunstbezit, Kunstschrift 29 okt./nov. 1985. Lokhorst, J. van: Geschiedenis van het rijksbouwen, maart 1987. C.H. Peters: Uit het leven van een rijksbouwmeester, causerie bij gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag, opgenomen in De Nieuwe Courant, Den Haag, 5 januari 1927. Petera Wzn., W., J. Crouwel jr., architect, Maandblad voor Beeldende Kunsten, maart 1926. *Sara Bakker Heemschut april 1992.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 9