1 Jongere bouwkunst in Gelderland tffl Heemschut Vincent Collette 31 Onlangs kwam de Provinciale Commissie (PC) Gelderland van de Bond Heemschut met een primeur: de expositie 'Jongere bouwkunst Gelder land (1850-1940)'. Voor het eerst in Nederland wordt de jonge architec tuur van één provincie te kijk gezet. De opening van de reizende ten toonstelling werd gekoppeld aan de officiële oplevering van de onder zoeksresultaten van het Monumen ten Inventarisatie Project (MIP), streekplangebied Midden-Gelder land, op 11 november 1991 in het Provinciehuis te Arnhem. Sindsdien heeft zij de gemeenten Arnhem, Wa- geningen, Hoevelaken, Wychen, Nij- kerk, Elburg en Ede aangedaan. De samenstelling van de expositie staat op naam van kunsthistorica Marie Christine van Hövell tot Westerflier- Speyart van Woerden, lid van de PC Gelderland. Als uitgangspunt geldt de tentoon stelling van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de Nationale Contactcommissie Monumentenbe scherming (NCM), die de jonge bouwkunst uit de jaren 1850-1940 De Prins Hendrik-kazerne in Nijmegen (1909-1912). De architect J. Limburg was hier duidelijk beïnvloed door Berlage. (foto M.C.I. van Hovell tot Westerflier). binnen landelijk verband behandelt. Aan de hand van tekst- en fotopane len belicht deze tentoonstelling de belangrijkste architectuurstromingen die de Nederlandse jongere bouw kunst hebben beïnvloed. Neoclassi cisme, Neogotiek, Neorenaissance, Eclecticisme, Chaletstijl, Art nou veau, Rationalisme, Amsterdamse School, Het Nieuwe Bouwen en Delftse School. Huis Schaffelaar te Barneveld in neo-Tudorstijl (ca. 1860) (foto M.C.I. van Hovell tot Westerflier) Van Hövell: 'De Gel derse panelen tonen een aanvullende selectie uit het brede scala van jon gere bouwkunst in onze provincie. Ik heb niet de pretentie gehad om met een voor Gelderland re presentatief overzicht van jongere bouwkunst te komen. Dat is nu een maal de beperking van een zuiver stilistische benadering van de ar chitectuur. Belangrijk is vooral zo illustratief mo gelijke stijlvoorbeelden te laten zien, zodat zelfs voor een leek de onder linge verschillen duide lijk waarneembaar zijn. De laboratoria in Am sterdamse School-stijl van de Landbouwuniver siteit in Wageningen zijn binnen het provinciale kader uitzonderlijk spre kende voorbeelden. Met de Jugend stil daarentegen ligt het wat genuan ceerder: voor de meest karakteristie ke voorbeelden moet men in Den Haag zijn; in Gelderland zijn ze min der uitbundig. Het architectonische erfgoed van de gemeenten, die als sponsor van de expositie optraden, heeft vanzelfsprekend extra aan dacht gekregen.' Jachtslot Hubertus Bij het bekijken van het tentoonge stelde wordt al gauw duidelijk, dat de provincie Gelderland beschikt over een keur van uiterst interessante ar chitectuurobjecten, waarvan sommi ge boven het locale en regionale ni veau uitsteken. Tot deze van nationaal belang zijnde gebouwen behoren onder meer Jachtslot Sint Hubertus te Hoender- loo van H.P Berlage (1915- 1919), winkel- /woonblokken in Delftse Schoolstijl in Wageningen van verschillen de architecten (1940-1944) en het in Traditio nalistische stijl opgetrokken Renkumse raadhuis te Oosterbeek van Prof. Ir. M.J. Granpré Moliè re (1956-1966). Radiostation Kootwijk Een stilistische benadering van de architectuur heeft, zoals reeds werd gesigna leerd, zijn beperkingen. Industriële objecten, waarvan de vormgeving hoofdzakelijk wordt ingegeven door de eisen van functie en doelmatig heid en die dus nauwelijks of niet on der een stijlbegrip te vangen zijn, vallen in een stilistisch verhaal als afzonderlijk type buiten de boot. Gelderland blijkt een breed scala van dergelijke bouwwerken te her bergen, waarvoor de belangstelling van de kant van monumentenzor- gers en publiek steeds groeiende is. Daarom is door de schrijver van dit artikel aan de tentoonstelling een apart hoofdstuk over 'monumenten van bedrijf en techniek' toegevoegd; objecten die variëren van een auto- brug met stuw over de Maas te Ne- derasselt (1926-1929) tot Radiosta tion Kootwijk op de Veluwe van J.M. Luthmann (1919-1922).

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 31