Informatieborden over monumenten Leo van der Meule 17 ANWB vult 'blinde vlekken' op Fietsend of wandelen door Nederland komt men de ene bezienswaardig heid na de andere tegen. Voor de een is louter het kijken genoeg, de an der wil ook graag weten wat hij ziet. De ANWB komt al vele jaren tege moet aan deze nieuwsgierigheid door her en der in den lande informatie panelen te plaatsen. Dat deze ogenschijnlijk bescheiden en kleinschalige activiteit heel wat voeten in de aarde heeft kwamen we te weten in een gesprek met drs. Ronald Verel projectleider informatieborden van de afdeling Belangenbehartiging van de Koninklijke Nederlandse Toeristen bond, ANWB. Borden toen en nu De ANWB begon al in de jaren dertig met het plaatsen van kleine, geë mailleerde borden. Uitgevoerd in bruine belettering op een zachtgele ondergrond werden ze veelal direct aan het beschreven gebouw beves tigd. De oplettende monumentenlief hebber ziet er af en toe nog wel eens één. Het motief achter dit initia tief mag verheven heten: men wilde achteloze, onwetende voorbijgan gers attent maken op monumenten van kunst en cultuur. Tijdens de oorlog en de periode van wederopbouw stagneerde het plaatsen van borden, tot men in de jaren zeventig de draad weer oppak te. De borden werden van hout, ze werden groter en de tekst werd er in gegraveerd. Inmiddels worden ze van trespa, een kunststof uit de plas tic-familie, gemaakt. Dit materiaal is niet makkelijk te beschadigen en zeer goed bestand tegen weersin vloeden. Ook de graveertechniek is verbeterd en men kan nu illustraties, plattegronden, stadswapens e.d. op het paneel aanbrengen. Het inschilderen van tekst en beeld is nog altijd handwerk. Het vervaardigen van de borden wordt al vele jaren uitbesteed aan de Werk plaatsen Walcheren in Middelburg. Zo'n 450 geestelijk en/of lichamelijk gehandicapten bewijzen hier via het maken van dit produkt waartoe zij, deskundig begeleid en geholpen door moderne apparatuur, in staat zijn. Ronald Verel roemt de samen werking en de kwaliteit: 'Zelfs bij een inspectie van de oude houten bor den bleek slechts eentiende echt aan vervanging toe, ook die waren dus al uitstekend.' Het inventariseren van reeds aanwe zige borden en de staat van onder houd was een van de eerste taken waarvoor Verel zich bij zijn indienst treding in '88 geplaatst zag. Behalve de feitelijke toestand waarin de bor den verkeerden kwam hij nog iets anders te weten, namelijk dat de borden tot dan tamelijk lukraak over het land verspreid voorkwamen. Er waren derhalve ook 'blinde vlekken' op de kaart aan te wijzen. Gebieden die aan cultuurmonumenten het no dige te bieden hadden, maar waar geen bord te vinden was. Een tame lijk logisch gevolg van het oude plaatsingsbeleid dat zich het best laat omschrijven als 'volgend'. Ro nald Verel geeft daarvan een voor beeld: 'Een historische vereniging vond dat de prachtige oude kerk in het centrum wel een bord verdiende, benaderde kerk- en gemeentebe stuur en kwam dan naar ons. De eerste stap werd dus duidelijk door anderen, niet door de ANWB, gezet. Waar bijvoorbeeld zo'n vereniging. meer diepgaande informatie over de eigen historie. Op provinciaal niveau heeft men voor thema's, kenmerkend voor die ene provincie, gekozen. Voor Over ijssel vormen de Hanze-steden het thema, in Gelderland de kastelen en in Zeeland, Vlaanderen speciaal, de overblijfselen van en herinneringen aan de strijd tegen de Spanjaarden. Het koppelen van de borden aan een andere ANWB-activiteit, het uit zetten van een fietsroute langs fraaie oude boerderijen bijv., kan dan weer een volgende stap in het plaatsings beleid zijn. Maar... het blijft maat werk. Ronald Verel, 'We gaan altijd, in goede verstandhouding met de ei genaar van het monument, uit van het specifieke karakter van het ge bouw bij de keuze voor een bepaalde plaats, grootte of kleur. Onze borden mogen de sfeer die een object uit straalt niet aantasten.' Heemschut Er staan onderhand meer dan 5000 borden, in prijs variërend tussen 200 en 3000. Trekt de ANWB die kar alleen? 'Nee, ruwweg kun je stel len dat de ANWB de overhead-kos- ten voor haar rekening neemt zoals het voeren van de onderhandelingen en het schrijven van de tekst. De fa- bricage-kosten van het bord zelf moeten door anderen opgebracht worden.' Die 'anderen' zijn dan met In Werkplaats Walcheren wordt gewerkt aan een informatiebord. ontbrak gebeurde niets op dit ge bied.' Daar heeft de ANWB nu zelf ver andering in gebracht, niet alleen geeft dit de kans die blinde vlekken op te vullen, tevens kan men meer samenhang in het plaatsingsbeleid ontwikkelen. Zo plaatst men tegen woordig op een centraal punt in een oude stad een groot bord met alge mene informatie over de geschiede nis van de stad en geeft daarop met een de belangrijkste afzonderlijke monumenten aan. Die monumenten krijgen dan elk weer een bord met name incidentele sponsors, het Prins Bernard Fonds en, vreemd genoeg, het ministerie van Landbouw, Visserij en Natuurbeheer. De subsidie van laatstgenoemde staat onder druk. De ANWB kijkt om zich heen op zoek naar steun uit een andere hoek. Hoe denkt men over eventuele samenwerking met Heemschut? Ro nald Verel: 'Daar kan ik kort over zijn: positief. Er moeten dan natuur lijk goede afspraken gemaakt wor den over hoe, wat, waar en hoeveel maar wat ons betreft staat de deur voor Heemschut wagenwijd open.'

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 17