Iets betere perspectieven voor monumentenzorg in Vlaanderen 12 Hans Stevens In België is decennia lang een zeer beperkte uitleg gegeven aan het be grip 'monument'. Naast standbeelden en andere openbare herinne ringstekens werden eigenlijk alleen kerken, kapellen en kloosters als beschermenswaardige objecten beschouwd. Hierop werd dan ook het overgrote deel van de gemeenschapsgelden die in het kader van monu mentenzorg beschikbaar kwamen, gericht. De eigendommen van de overheid zelf vielen hier, budgettechnisch gezien, buiten, en dat is nog steeds zo, omdat daarvoor andere financieringsbronnen plegen te wor den aangeboord. De laatste jaren tekent zich ook in België een doorbraak af naar een veel algemenere betekenis van het begrip monument. Niet alleen ge bouwen van religieuze signatuur, maar ook allerlei profane bouwwer ken, tot aan de nederigste arbeiders woninkjes toe, worden de aandacht waard bevonden, en daarnaast ko men in toenemende mate de stads en dorpsgezichten voor bescherming in aanmerking. Verder stellen de overheden steeds meer financiële middelen beschikbaar voor herstel en onderhoud, en dit jaar wordt bij onze zuiderburen, naar het Neder landse voorbeeld, ook een monu- mentenwacht operationeel. Er is, kortom, duidelijk sprake van een op bloei in de belangstelling voor het bouwkundig erfgoed, zowel bij de overheid als bij de bevolking. De 'open monumentendagen' die sinds 1989 ook in België worden ge houden, hebben aan die 'sensibili sering' (zoals de term daar luidt) in niet geringe mate bijgedragen. Over genomen door de zeer actieve Ko ning Boudewijnstichting hebben die ééndaagse 'animaties' zoveel men sen op de been gebracht, dat de or ganiserende instanties door de effec ten overdonderd zijn geraakt. De cij fers spreken duidelijke taal: een stroom van 250.000 belangstellen den in 1989, een verdubbeling daar van in 1990, 800.000 vorig jaar, en voor dit jaar wordt op een miljoen be zoekers aan de open monumenten gerekend. Eén op iedere tien Belgen neemt de moeite om een uitstapje te maken naar het object van zijn keu ze, een resultaat waarvan de initia tiefnemers in hun stoutste fantasieën niet hadden durven dromen. Achterstand gigantisch De overheid heeft ingezien dat ze niet kan achterblijven en begint nu, zij het aarzelend, ruimer bij te dra gen aan het instandhouden van het monumentenareaal. De achterstand is echter gigantisch. In vorige eeu wen zijn in België zoveel schitteren de gebouwen tot stand gekomen, die echter vaak ook zo lang zijn ver waarloosd, dat het ondoenlijk is die rijke architectonische schat integraal aan de komende geslachten over te dragen. De stad Brussel is van die situatie een schrijnend voorbeeld. Nog dagelijks vergruizelen fraaie panden onder het geweld van de bulldozer, omdat ze plaats moeten maken voor nieuwbouw, of ze staan, verwaarloosd door hun eigenaren, te wachten tot ze uit zichzelf in elkaar storten. Er is dan altijd wel een pro jectontwikkelaar die geïnteresseerd is in de grond om daar een hotel of kantoorgebouw op te trekken. De overheid heeft meestal geen geld om dergelijke ontwikkelingen te voorkomen, laat staan dat particulie re instellingen met succes zouden kunnen interveniëren. Slechts in een enkel geval lukt het bijvoorbeeld de Koning Boudewijnstichting een waar devol pand van de ondergang te red den. Men is dan meestal aangewe zen op hulp van sponsors, kapitaal krachtige ondernemingen, zoals banken en verzekeringsmaatschap pijen, waarop in België meer dan in Nederland gebruikelijk is een beroep wordt gedaan. Zo draagt een grote internationaal opererende make- laarsgroep bij aan het opknappen van de dertig neoklassieke stand beelden in het bekende Park van Brussel. De gewestelijke overheid, samen met de provincie Brabant, voert trouwens momenteel ook een grootscheeps herstelprogramma uit bij een aantal gebouwen. Daarbij zijn onder meer het stadhuis van Brus sel, de Kapellekerk (waar Breughel begraven is), de Finisterraekerk en enkele paleizen betrokken. In vijf jaar tijd wordt aan die projecten on geveer 50 min. gespendeerd. Die werkzaamheden, hoe lofwaardig op zich ook, zijn echter voornamelijk het gevolg geweest van onvoldoende onderhoud in het verleden. Bespa ringen op korte termijn resulteren in de sfeer van monumentenzorg altijd Geslaagd voorbeeld van zorgvuldige restauratie van het Stellingwerff-Waerdenhof in Hasselt. Het evolueerde van patriciërswoning tot museum, (foto G. Charlier)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 12