Architectuur en stedebouw in Amsterdam 1850-1940 33 Onlangs werd in het Tropenmuseum van Amsterdam het boek 'Archi tectuur en stedebouw in Amsterdam 1850-1940' uitgereikt. Het is het vierde boek uit een 16-delige serie over het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) in Nederland. Auteurs waren de architectuurhistorici Mi- chel Bakkeren Frank van de Poll. Beiden zijn werkzaam bij het Ge meentelijk Bureau Monumentenzorg te Amsterdam. Wat maakt jullie boek zo bijzonder? Het boek geeft een overzicht van de hoogtepunten in de Amsterdamse architectuur en stedebouw van de periode 1850-1940 en die zijn, zeker gezien de betekenis die Amsterdam op mondiaal niveau had, van inter nationale allure. Voor diegenen die daarover snel iets willen weten is het een uitstekend naslagwerki. Veel ar chitectuurboeken handelen nog over de oudere architectuur. In tegenstel ling tot die literatuur, waarin de na druk hoofdzakelijk ligt op de beschrij ving van afzonderlijke gebouwen, is in dit boek ook aandacht besteed aan de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam. Het boek is ook bijzonder omdat we ons niet beperkt hebben tot een louter kunsthistorische beschrijving, d.w.z. een beschrijving van de archi tectuurstijl, namen en jaartallen al leen. Architectuur wordt, vinden wij, voor de lezer interessanter wanneer ook de sociale en economische si tuatie waarin het gebouw gestalte kreeg wordt belicht. Daarom hebben wij bepaalde gebeurtenissen of anecdotes beschreven die op eni gerlei wijze betrekking hebben op het object. Dat bijvoorbeeld het im posante warenhuis 'de Bijenkorf' een droom geworden werkelijkheid is van een nijvere familie die in de Dirk van Hasseltsteeg een winkeltje in bor duurgaren en linten runde, is infor matie die niets aan de architectoni sche waarde van de Bijenkorf toe voegt. Toch krijgt zo'n gebouw meer betekenis. Zijn de gebouwen en stadsgebieden in dit boek ook monumenten? Er is een aantal Rijksmonumenten bij maar veel gebouwen en stadsde len in dit boek zijn (nog) geen monu ment. Tot 1980 hield de monumen tenzorg zich hoofdzakelijk bezig met bouwkunst van vóór 1850. Het boek vormt de afsluiting van het Inventari satie Project 1850-1940 en het bevat een selectie uit de 10.000 gebouwen en stadsdelen die de afgelopen drie jaar door een heel team van kunst historici zijn geïnventariseerd. De se lectie die wij (de beide auteurs, OvdK) voor dit boek maakten berust op persoonlijke keuze en voorstel len. Natuurlijk hebben wij daarover nauw overleg gevoerd met de Rijks dienst Monumentenzorg. Die voert de coördinatie en eindverantwoor ding van het MlP-project. Op dit moment zijn die 10.000 ob jecten opnieuw onderwerp van stu die. Ditmaal om te komen tot een se lectie van zo'n 1000 gebouwen en complexen die aan de Rijksmonu mentenlijst zullen worden toege voegd. Wij hanteren daarbij een handboek met voorgestelde selectie criteria van de Rijksdienst Monu mentenzorg. Jullie hebben in het boek ook het Olympisch Stadion opgenomen. Daar is de laatste tijd veel om te doen. Er is een sloopvergunning voor afgegeven en naar het zich laat aanzien is de wethouder van de be treffende stadsdeelraad, de heer Het Olympisch Stadion, (foto Han van Gooi, Bureau Monumentenzorg, Amsterdam) Tiemersma niet van zins de plannen (sloop ten behoeve van nieuwe wo ningen) te herzien. Dat het Olym pisch Stadion zeker tot monument zal worden aangewezen schijnt hem niet af te schrikken. Hij beroept zich op het feit dat de sloopvergunning eerder was afgegeven dan het be richt van Monumentenzorg het com plex tot monument te zullen verhef fen. (Inmiddels heeft de Rijksdienst in derdaad geadviseerd het stadion op de Rijksmonumentenlijst te plaatsen. Minister d' Ancona wil echter eerst nog een advies over de exploitatie mogelijkheden van het stadion, nu er ook een nieuw stadion komt. En neemt zij een beslissing.) Wat is volgens jullie de waarde van het gebouw en zijn er volgens jullie alternatieven om het complex te be houden? Het Olympisch Stadion is om een aantal redenen zeer interessant. Het gebouw is een versteende herinne ring aan de Olympische Spelen en voor de gemeente en burgers van Amsterdam was dat destijds toch wel een hele bijzondere gebeurtenis. Nog steeds trouwens. In architectonisch opzicht is het complex waardevol omdat het tot de architectuurstroming 'het Nieuwe Bouwen' kan worden gerekend. Het oogt overigens als betonarchitectuur maar dat is schijn. Achter de bekle ding gaan deels bakstenen schuil. Stedebouwkundig is het van be lang omdat het de westelijke afslui ting vormt van het uitbreidingsplan Amsterdam-Zuid. Zo staat de Mara thontoren precies op het eindpunt van de lange westelijke hoofdweg van het assenstelsel. Daar ligt een stedebouwkundige visie aan ten grondslag. Architect Berlage werd destijds belast met de uitbreiding van Amsterdam-Zuid en dat zijn visie degelijk was onderbouwd blijkt wel uit het feit dat Amsterdam-Zuid nog steeds te boek staat als een topvoor- beeld van stadsplanning. Het Olym pisch Stadion vormt een wezenlijk onderdeel van de toenmalige stads- structuur. Er zijn hele goede alternatieven te verzinnen. In Rome zijn daarvan leu ke voorbeelden te vinden. Daar wer den de amphitheaters uit het oude Rome geschikt gemaakt voor bewo ning en dat is een boeiende combi natie tussen oude en nieuwere tijd geworden. Het zijn monumenten, waarin de ontwikkeling van de tijd is af te lezen en dat is vanuit cultureel- historisch oogpunt heel waardevol voor een stad. Olga van der Klooster is bouwhisto- rica en adviseur architectuurconser- vering te Amsterdam.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 33