Behoud van bebouwing en landschap uitdaging voor Ubbergen 17 Vincent Collette De uiterwaarden van de tegen Nijmegen aanleunende gemeente Ubber gen worden begrensd door de rivier de Waal. Vanuit het in de Middel eeuwen gevormde vlakke polderlandschap heeft men een fraai uitzicht op de plotseling oprijzende stuwwal, die uit de Saaieijstijd dateert. Het aanzien van Ubbergen wordt in zeer belangrijke mate mede bepaald door de ontwikkelingen op architectuurhistorisch, stedebouwkundig en geografisch terrein in de periode 1850-1940. Voor de gemeente moet het een uitdaging zijn zorgvuldig om te gaan met de conservering van zijn bebouwing in samenhang met het landschap, waarvan het historisch karakter nauwelijks aangetast is. Ubbergen bestaat uit de kernen Beek, Ubbergen en een deel van Berg en Dal op de stuwwal, Ooij in de Ooijpolder en Leuth en Kekerdom in de Duffeltpolder. Vanuit historisch oogpunt bezien zijn de belangrijke verbindingswegen in het heuvelge- bied de Oude Kleefsebaan en de Rijksstraatweg, in het riviergebied verschillende wegen, die over dijken lopen. Tot de tweede helft van de vorige eeuw stond Ubbergen bekend om zijn agrarische bedrijvigheid. Om streeks 1850 deden zich daar ook nieuwe functionele ontwikkelingen voor: op de stuwwal met zijn natuur- Arbeiderswoningen (1878) en boerderij van het dijkgehucht Tiengeboden in de Ooypolder. (foto's V.M.J.A.N. Collette) schoon de vestiging van welgestel- den, de bloei van het toerisme, de aanwezigheid van voorzieningen op het terrein van het onderwijs en de gezondheidszorg en de exploitatie van het heldere beekwater door ble- kerijen en wasserijen. De riviervlak te, die onderworpen werd aan maat regelen ten gunste van een betere beheersing van wateroverstromin gen, ontpopte zich als een aantrek kelijk vestigingsgebied voor steenfa brikanten. Deze nieuwe ontwikkelingen gin gen gepaard met een uitbreiding van de nederzettingen met diverse typen architectuurobjecten, die nog groten deels te bewonderen zijn en in een aantal gevallen hun oorspronkelijke functie behouden hebben. Zo treft men op de stuwwal villa's, wasserij en blekerijbedrijfjes, hotels, pen sions, een patronaatsgebouw, een kerk, begraafplaatsen, scholen en ziekenhuizen en infrastructurele ob jecten zoals een tolhuisje, een on derstation van het bergspoor naar Berg en Dal en op voormalig Duits grondgebied een douanekantoor en douanebeambtenwoningen aan. De polders bezitten boerderijen op dorpsheuvels, pollen en oeverwal- gronden en tegen dijken aan. Kerken met hun pastorieën en begraafplaat sen zijn eveneens op verhoogde ter reinen gesitueerd. Steenfabrieken al dan niet met directeurs-, bazen- en arbeiderswoningen vormen een mar kant beeld in het landschap. Ook zijn er nog restanten van smalspoorlij- nen, die van de steenfabrieken naar de tichelgaten landinwaarts over daarvoor speciaal aangelegde dijken lopen. Andere objecten zijn kleine dijkwoningen, in verband met water overlast hoogopgemetselde trafo huisjes, een beltmolen, een melkfa- briekje, een veerhuis en een polder gemaal. De Tiengeboden Hoewel het gehele Ubbergse grond gebied karakteristiek genoemd kan worden, is er een aantal gebieden dat op grond van de kwaliteit van hun historische structuur en bebou wing eruit springt. Het meest in het oog vallende voorbeeld is de Rijks straatweg, waaraan volgens een li- Spoelput, onderdeel van de voormalige wasserijen in de Smorenhoek te Beek. neair patroon en op kavels met een sterk hoogteverschil vooral villa's, hotels en pensions liggen. De Tien geboden in de Ooij verdient ook de kwalificatie bijzonder gebied. De naam van dit gehucht verwijst naar de van oorsprong twee rijen van vijf ruggelings tegen elkaar geplaatste landarbeiderswoningen (1878), die later als huisvesting voor de werkne mers van de steenfabriek De Groen landen dienden. Het woonblok, nu bestaande uit vijf eenheden, vormt samen met het complex De Grote Kat van drie boerderijen een unieke nederzetting aan de dijk. De gemeente rekent het behoud en beheer van haar historisch be bouwde omgeving tot een belangrij ke taak. Hierbij voelt zij zich ge steund door de Stichting tot behoud van Monument en Landschap in de gemeente Ubbergen, die op eigen initiatief tot een inventarisatie van waardevolle objecten kwam. 'Eind zeventigerjaren nam de gemeente, die het belang van instandhouding van dit erfgoed inzag, de fakkel over', aldus drs. H. J. A. Janssen. Deze wethouder beheert de porte feuilles Ruimtelijke Ordening, Volks huisvesting, waaronder monumen tenzorg valt, en Milieu en bekleedt tevens het voorzitterschap van de gemeentelijke monumentencommis sie. In 1979 werd een monumenten verordening van kracht, zodat wette lijke bescherming van monumenten op gemeentelijk niveau tot de moge lijkheden ging behoren. Overigens ondergaat de verordening binnenkort een wijziging op een belangrijk punt. Janssen: 'Plaatsing op de monu mentenlijst geschiedt tot nu toe op vrijwillige basis. Het college van B. en W. zou graag een aantal panden willen beschermen, die vanwege hun waarde hoog scoren. In de politiek is er voldoende draagvlak voor herzie ning van de bestaande verordening. In de toekomst gaat de gemeente met adviezen van de monumenten commissie in de hand dan ook zelf bepalen welke monumenten voor bescherming in aanmerking dienen te komen.' Zo zou in Berg en Dal de lijst met karakteristieke villa's als De Wijchert met een neorenaissance- vormgeving (1907) naar een ontwerp van J. W. Hanrath, en De Kitselen- burg, in neoclassicistische stijl ge bouwd (2e/3e kwartaal 19e eeuw) (vervolg op pag. 26)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 17