Natuurontwikkeling versus cultuurhistorie Fort St. Andries: 16 Noot Anne Karine Lemstra Ruim een eeuw van industrialisatie, schaalvergroting in de landbouw en een stijgend bevolkingsaantal, heeft een zware aanslag gepleegd op het Nederlandse natuurlandschap. Inmiddels heeft men er zich reken schap van gegeven dat de 'oorspronkelijke' natuurlandschappen bijna in hun geheel zijn verdwenen. Dit land, waarin water zo'n belangrijke rol speelt, is ingedijkt, ingepolderd en drooggelegd. Maar ten koste van wat? In 1989 publiceerde het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij het Natuurbeleidsplan'. Daarin wordt ruim aandacht besteed aan het Nederlandse rivierengebied. Er wordt in onderkend dat veel van deze gebieden door ingrijpen van de mens onherstelbaar worden bescha digd. In het plan wordt gesproken over natuurbehoud en -bescherming. Maar ook over natuurontwikkeling; het als het ware opnieuw creëren van 'oorspronkelijke' natuurgebieden op die plaatsen waar zij bijna verd wenen zijn. Er wordt echter betrekkelijk weinig rekening gehouden met de cultuur historische achtergrond van een be paald gebied. Zowel de natuur als de landbouw zijn onderhevig aan schaalvergroting. In veel gebieden worden natuur en landbouw zo veel mogelijk gescheiden, zodat er na- Luchtfoto van het gebied rond Fort St. Andries. De 'vijfhoek' in het midden is het nieuwe Fort St. Andries. tuurgebieden en landbouwgebieden ontstaan, die geen rekening met el kaar hoeven te houden. Dit druist echter lijnrecht tegen de ontwikke lingsgeschiedenis in. In het rivieren gebied was er vaak sprake van kleinschaligheid, een verwevenheid van natuur en cultuur. Door de plan nen voor natuurontwikkeling lopen stukken natuur kans onherroepelijk te verdwijnen. Gebeurt het niet door ruilverkaveling, kleiafgravingen of dijkverzwaringen dan wel door de ontwikkeling van 'oorspronkelijke' natuur. Twee van deze natuurontwikke lingsgebieden zijn Fort St. Andries en de Gelderse Poort. Fort St. An dries ligt in de buurt van Rossum, waar de Maas en de Waal vlak langs elkaar stromen. Het ontwikkelingsge bied omvat zowel de Waal- als de Maaskant en de uiterwaarden. Het gebied tussen Rossum en Heerhugowaard is al sinds de eer ste eeuw voor Chr. van strate gisch belang. De eersten die waar schijnlijk gebruik maakten van dit punt in het landschap, waren de Kelten. Een gouden Keltische munt, de gouden stater, die hier tijdens de dijkverzwaringen ge vonden werd, getuigt hiervan. Ook de Romeinen onderkenden de waarde van dit gebied en bouwden in de buurt van Rossum een castel- lum. Resten van dit Romeinse leger kamp bevinden zich nog onder de Kloosterdijk tussen Rossum en de sluis bij St. Andries. In de Tachtigjarige oorlog werd dit gebied een zeer begerenswaardig bezit voor beide partijen in het con flict. De Spanjaarden lieten de Ne derlander Hans Hancker er in 1599 een groot fort met 5 bastions bou wen. Het fort werd door de Spanjaar den 'de bril van Holland' en door de Hollanders 'de sleutel van Holland' genoemd. Erg lang hebben de Span jaarden het niet kunnen behouden. Al in 1600 veroverde Maurits het fort en verkreeg daarmee het gebruik van de grote rivieren. In 1815 werd de hoofdwal geslecht en 5 jaar later werd de grond aan particulieren ver kocht. Inmiddels is het fort groten deels verdwenen. De contouren zijn echter nog duidelijk in het landschap te herkennen. In 1590 liet Maurits naar ontwerp van Adriaan Anthonisz. of Jacob Kemp een vijfhoekig fort op het ei landje de Voorn bouwen. Bijna 10 jaar later, in 1599, liet hij deze Nas- sausche schans aanzienlijk vergro ten, ten einde de plannen van Kardi naal Andreas van Oostenrijk, die Fort St. Andries liet bouwen, te dwarsbomen. ln 1672 was het fort echter al in een dermate slechte staat dat het zonder slag of stoot aan de Fransen werd gegeven. Niet lang daarna werd het waaschijnlijk geslecht. Ook hiervan zijn nog res ten in het landschap terug te vinden. Fort Nieuw St. Andries In 1815-1816 werd, na het officiële verdwijnen van het eerste fort, het Fort Nieuw St. Andries gebouwd naar ontwerp van majoor-ing. W. Valter. Dit fort was aan de andere zij de van het Kanaal van St. Andries tussen Maas en Waal gesitueerd. Ondanks enkele verwoestingen in de Tweede Wereldoorlog, is dit fort nog grotendeels aanwezig. In dit kleine gebied is een dwars doorsnede van de krijgsgeschiede nis van Nederland terug te vinden. Het zou dus te verwachten zijn, dat het al sinds jaar en dag op de monu mentenlijst te vinden is. Helaas was dit tot december 1989 niet het geval. En het was ook al bijna niet meer nodig. In februari 1989 verleende de provincie Gelderland de boer op wiens terrein het Fort St. Andries ligt, een ontgrondingsvergunning voor het winnen van klei. De hellingen in het landschap, de resten van het fort, zouden worden afgegraven. Door inmenging van de Archeologi sche Werkgemeenschap Nederland en met name ir. J.C.A.M. Bervaes is dat indertijd niet gebeurd en werd het fort alsnog op de monumenten lijst geplaatst. Gevaar niet geweken Daarmee is nog niet alle gevaar ge weken. Het in 1989 gepubliceerde Natuurbeleidsplan van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (zie vorige artikel) legt daar van getuigenis af. Anne Karine Lemstra, kunsthistorica te Veen 1. Ministerie van Landbouw en Visserij, Natuurontwik keling, een verkennende studie, Achtergrondreeks Na tuurbeleidsplan nr. 6, SDU, Den Haag, 1989.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 16