5
zoeksgegevens over het interieur en
met betrekking tot complex-onderde
len, kan van deze beleidslijn worden
afgeweken.
Geen interim-bescherming
De voordracht zal - in de vorm van
een 'aanwijzingsadvies' - per inventa-
risatiegebied volgens afgesproken
tijdsplanning plaatsvinden. Naast de
selectiecriteria die in de Handleiding
selectie en registratie jongere stede-
bouw en bouwkunst vermeld staan,
dient het advies gebaseerd te zijn op
informatie door burgemeester en wet
houders verkregen uit een hoorzitting
of overleg (zie artikel 3, vierde lid en
artikel 2 Monumentenwet 1988). Een
advies dat op die wijze is voorbereid
zal het de minister mogelijk maken
partijen snel te berichten over de de
finitieve beslissing ex artikel 3, zesde
lid, van de wet. Het is begrijpelijk dat
wanneer de aanwijzingsadviezen de
minister bereiken, zij deze niet meer
opnieuw voor advies aan provincie of
gemeente zal voorleggen.
Uitzonderingen
Incidentele verzoeken tot bescher
ming van objecten uit de periode
1850-1940 van belangstellenden,
vooruitlopend op het MSP/MRP-tra-
ject, worden dus niet onmiddellijk in
behandeling genomen. Uitsluitend in
enkele gevallen wordt de aanwijzings
procedure direct gestart, namelijk
wanneer is aangetoond dat aan de
volgende drie voorwaarden is vol
daan:
- het object dateert van na 1850
- er is sprake van een evident rijks
belang bij bescherming
- een bedreiging levert dringende re
denen op voor de voortijdige behan
deling van het verzoek.
Op vergelijkbare wijze verloopt een
en ander ten aanzien van gezichten.
De subsidiaire en fiscale effecten zijn
voor wat betreft de in het kader van
het MRP beschermde rijksmonumen
ten beschreven in de toelichting op
het BRRM. Deze komt in het kort
erop neer dat de verdeelsleutel per
31-12-1990 gehandhaafd blijft tot
1-1-1999. Gemeenten kunnen be
schermde jonge monumenten in hun
meerjarenprogramma opnemen en
eigenaren van jonge monumenten
hebben de mogelijkheid om van de
fiscale regelingen voor Rijksmonu
menten gebruik te maken (aftrek van
onderhoudskosten).
Plan Zuid
Aan de hand van Plan Zuid van Ber-
lage, zette de tweede spreker, me
vrouw dr M. C. Kuiper (RDMZ) de
toepassing van stedebouwkundige
selectiecriteria uiteen (zie pag. 51 van
de Handleiding). Het belangrijkste se
lectiecriterium is de cultuurhistorische
waarde, een begrip dat in de Nieuwe
Monumentenwet (1988) voor het
eerst wordt gebruikt. De nadruk valt
nu op de totale samenhang: de on
derlinge ruimtelijke en structurele sa
menhang, als gevolg van culturele,
sociaal-economische en/of geestelijke
ontwikkelingen. De objectgerichte
monumentenzorg behoort definitief tot
het verleden.
Concrete voorbeelden
Mevrouw drs Y. Attema (RDMZ) en
als laatste spreker drs M. Stokroos
(bureau Monumentenzorg Amster
dam) toonden aan de hand van dia's
enkele concrete toepassingsmogelijk
heden. Mevrouw Attema schetste de
ontwikkelingen in Twente en gaf voor
beelden. Waarom men een Hengelo
se zoutboortoren, die door stadsuit
breiding 'verloren' tussen de huizen
staat (bovendien in gebruik als friet
tent) niet selecteert, maar een gelijke
boortoren in de nabijheid van de mo
derne zoutfabriek mogelijk wel. Me
vrouw Attema adviseert: toets je visie
en criteria veelvuldig, stel deze zono
dig bij. Zeer belangrijk is regelmatig
overleg.
Handleiding
In het eerste deel van de Handleiding
MSP/MRP wordt algemene informatie
gegeven over bescherming, beheer,
uitgangspunten en de selectie van de
jongere stedebouw en bouwkunst uit
eengezet, gevolgd door praktische
wenken en een literatuurlijst. Het
tweede en grootste deel bevat bijla
gen. Hierin vindt men schema's, volg
orde van handelen (Stappenplan),
voorbeelden, en aanwijzingsadvie
zen. De tweedeling Jongere Stede-
bouw - Jongere Bouwkunst wordt in
beide delen nadrukkelijk doorge
voerd.
Het is onmogelijk om in een paar
regels de hoeveelheid aan informatie
door te geven. Resumerend kan ge
steld worden dat de uitwisseling van
ervaringen een belangrijk item is bin
nen dit gigantische project. De moge
lijkheid bestaat dat verantwoordelijke
instanties, volgens de Handleiding en
onder toezicht van de projectleiding,
de wijze van uitvoering zelf bepalen.
Ik kan de geïnteresseerde 'buiten
staander' slechts aanraden de Hand
leiding te lezen, die (onvermijdelijk)
soms wat droog is. Aan de andere
kant zeer lezenswaardig doordat de
theorie rijkelijk met voorbeelden aan
gevuld wordt. De Nota zal bij menig
lezer schrik veroorzaken, de financië
le middelen worden nu eenmaal
steeds minder. Het beleid is voorlopig
op de Jonge Bouwkunst gericht.
Heemschut zal de verdere resultaten
van de selectie en registratie nauwlet
tend volgen.
Over het vervolg op het MIP, de gang van zaken en de
prognoses schreef ik n.a.v. een gesprek met projectlei
der Peter Nijhof in het Jubileum nummer van Heem
schut, 1991, afl. 5, p. 5 en 6.
Nota en Handleiding Selectie en registratie Jongere ste
debouw en Bouwkunst (1850-1940); uitgegeven door de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, 1991. 136
p. ISBN 90.72.691.12.1. Prijs 35,-. De Handleiding is
te bestellen door overmaking van 35,- op giro
42.51.20 t.n.v. de RDMZ onder vermelding van de titel.
(vervolg van pag. 3)
Bond, drs. J.P.J. van derHaagen in
een interview met het ambtenaren-
blad Binnenlands Bestuur.
Raad van State
Heemschut ging onmiddellijk in be
roep bij de Raad van State en de
schorsende werking van de beroeps
procedure kon sloop tot dusverre
voorkomen. Garagehouder Aantjes
vroeg op zijn beurt opheffing van die
schorsende werking aan en... kreeg
bij de Raad van State nul op het re
kest. De motivering van de Raad van
State mag gerust van nationaal (mo-
numenten)belang geacht worden.
Volgens de raad kan de monumen
tencommissie van de Graafstroom
namelijk niet worden aangemerkt als
commissie in de zin der wet. Zo'n
commissie mag best een aantal
raadsleden tellen, die geen specifie
ke deskundigheid bezitten 'mits de
deskundigheid op het gebied van de
monumentenzorg door de benoe
ming van de overige leden genoeg
zaam wordt gewaarborgd'. En daar
van is in het geval Graafstroom geen
sprake, meent de Raad. Een belang
rijke overwinning voor Heemschut,
dat vecht voor monumentencommis
sies, die echt deskundig zijn en bo
vendien hart voor de zaak hebben.
Al heel wat gemeenten hebben een
eigen monumentencommissie. Vaak
zitten daar onafhankelijke deskundi
gen in, maar er zijn waarschijnlijk
heel wat uitzonderingen op die regel.
Heemschut heeft daar nu een vinger
tussen weten te krijgen. De mentali
teit van 'jongens, dat regelen we wel
even' is afgestraft. Graafstroom zal
de samenstelling van zijn monumen
tencommissie aanpassen.
Jaap Kamerling