Concertgebouw 'De Vereeniging' in
Nijmegen herkrijgt zijn zuilenpracht
39
Particulier initiatief pakt de draad weer op
Willem-Jan Pantus
Stel, u woont in een statig, oud patriciërshuis en u hebt in een vlaag
van vernieuwingsdrang in de jaren zestig uw woonkamer heringericht.
Laten we aannemen, dat u die ongezellige, hoge stucplafonds met al die
overdadige versieringen en de gebarsten marmeren schouw destijds
netjes hebt weggewerkt achter hardhouten schrootjes. En dat u boven
dien met het nodige hak- en breekwerk het plafond een flink stuk hebt
verlaagd.
Maar stel ook, dat u daarvan nu,
vele jaren later, spijt gekregen hebt.
U bent eens voorzichtig achter al die
schrootjes gaan kijken en bent nogal
geschrokken. Van de vroeger zo rijk
gedecoreerde stucplafonds is niet
veel meer over en van de oude
schouw hebt u alleen nog maar een
vergeelde foto. Desondanks hebt u
zich voorgenomen om alles weer in
de oorspronkelijke staat terug te
brengen. Het enige probleem daarbij
is, hoe? En, oh ja, nog een kleinig
heidje: er is maar een beperkt bud
get...
Zo ongeveer was de uitgangsposi
tie bij de restauratie en renovatie van
het Nijmeegs Concertgebouw 'De
Vereeniging', waarover we in het no
vember/decembernummer van 1985
berichtten. Een van de moeilijkste
operaties zou daarbij de restauratie
van de hal worden. Mede uit geldge
brek besloot men destijds deze ruim
te slechts in haar globale vorm te
herstellen. Nu, zo'n zes jaar later, is
het een particulier initiatief van de
Vereniging van Vrienden gelukt een
belangrijke aanzet te geven tot vol
tooiing van de restauratie. Op de
Open Monumentendag van 14 sep
tember jl. schonk de ene Vereniging
die andere 'Vereeniging' een van de
oorspronkelijk twaalf rijk met gipsen
ornamentiek gedecoreerde en ver
gulde zuilen terug, die de hal eertijds
tot een waar sprookjeswoud ge
maakt hadden en waarvan in 1985
alleen nog maar de stalen H-profie-
len teruggevonden zijn.
Sponsoractie
Door middel van een sponsoractie
konden inmiddels acht van de twaalf
zuilen worden geadopteerd door gro
te bedrijven en instellingen uit stad
en regio, terwijl de negende tot 'bur-
gerzuil' is gemaakt. Privépersonen,
van wie niet verwacht mag worden,
dat zij de kosten voor de reconstruc
tie van een hele zuil (zo'n 10.000
gulden) voor hun rekening nemen,
kunnen een deel bekostigen. Het is
de bedoeling, dat eind 1992 de hele
operatie geklaard is en het concert
gebouw weer een representatieve
hal bezit. Natuurlijk zijn er ook dan
nog wensen, glas-in-lood beglazing
rondom, lijstwerk in het cassetten-
plafond, pilasters aan de wanden, en
de vloer, die vervangen zou moeten
worden. Maar daar ligt eerder een
het slecht sponsors zoeken. Boven
dien zou de eerste zuil door alle
planvoorbereiding en de vervaardi
ging van de juiste gietmallen een
veelvoud van alle volgende gaan
kosten. Het was ook uiterst belang
rijk aan toekomstige sponsoren con
creet te kunnen laten zien, wat nu ei
genlijk de bedoeling was.
Was reconstructie gewenst?
Een andere belangrijke vraag luidde,
of een reconstructie vanuit de optiek
van de restauratie-ethiek wel ge
wenst en vanuit architectuurhisto-
Concertgebouw De Vereeniging van architect Ocar Leeuw (1914/1915) (repro Anita Pantus).
taak voor de eigenaar en de beheer
der van het gebouw.
De belangrijkste stap in het pro
ces, dat in september tot een eerste
succes leidde, werd gezet door de
heer W. Stoffels uit Bemmel, direc
teur van het gelijknamig aanne
mingsbedrijf, dat ook de renovatie
van 1984/1985 uitgevoerd had. Van
uit deze betrokkenheid sponsorde hij
de eerste zuil en nam daarmee een
groot risico. Immers, tot op dat mo
ment was er geen enkele ervaring
met de toe te passen reconstructie
methoden, materialen en technie
ken. Oude bouwtekeningen waren er
niet meer. Niemand wist dus, of een
getrouwe reconstructie van de situ
atie van 1915 wel haalbaar was, en
nog minder, hoeveel die zou gaan
kosten. En zonder 'kostenplaatje' is
risch oogpunt verantwoord was. Im
mers, na een Wereldoorlog en ver
scheidene verbouwingen restte er
van het oorspronkelijk interieur van
de hal weinig meer dan de ruwbouw.
In 1985 waren uit geldgebrek slechts
de ontbrekende delen van de 'kunst
stenen' staatsietrap naar het zoge
naamde amfitheater in beton nage-
goten en was de ruimte in haar con
ceptie hersteld. Daarbij waren de
zuilen als gladde kolommen opnieuw
opgetrokken, maar zonder de bijbe
horende ornamentiek.
Onderzoek aan de hand van oude
foto's en in het gebouw zelf had ech
ter uitgewezen, dat bijna alle sieren
de onderdelen ergens in het gebouw
wel behouden gebleven waren. Het
ging er dus om, deze onderdelen
weer te verenigen tot een complete