Literatuur
40
zuil. Dat leek echter gemakkelijker
dan het was. Zo waren de kapitelen
bewaard gebleven in de pilasters
van de gangen, maar daar waren ze
als een reliëf in een plat vlak opge
vat, terwijl ze aan de zuilen deels
vlak, deels cilindrisch van vorm wa
ren. Toen alle onderdelen afgegoten
en bijeengelegd waren, bleken er
bovendien onderdelen te ontbreken
of niet te passen. Ook werd duidelijk,
dat de gietmallen van de vlakke de
len niet zonder meer gebogen kon
den worden. Kortom, er moesten be
langrijke delen worden nagemodel-
leerd, een arbeidsintensief karwei,
dat door een bestuurslid van de Ver
eniging van Vrienden, mevrouw drs.
M. C. baronesse van Hövell tot Wes-
terflier-Speyaert van Woerden, spon
taan werd uitgevoerd. Toen een
kwart van het kapiteel klaar was,
werd daarvan een nieuwe mal ge
maakt, zodat de stucadoor met vier
afgietsels, zestien bolle, opliggende
cannelures, vier hoekstukken, hon
derdachtentwintig kralen, nog een
paar handen vol andere onderdelen
en vele zweetdruppels een complete
zuil kon herscheppen.
Laaser marmer
Inmiddels was in samenwerking met
een steenhouwersbedrijf en de heer
Bouman van het Voorlichtingscen
trum Natuursteen in Rijswijk de groe
ve opgespoord, waaruit in 1915 de
marmeren bekleding van de hoge
sokkels afkomstig was.
Omdat de groeve als gevolg van de
politieke verwikkelingen na de Eer
ste Wereldoorlog intussen van natio
naliteit was veranderd, kostte het
enige moeite het destijds genoemde
Laaser marmer te identificeren als
Lasa bianco gris venato uit Zuid-Ti-
rol, toen Oostenrijks, nu Italiaans.
Hal voor de restauratie van 1984/85.
Een speciale import, op goed geluk,
van een blok van dit marmer, dat in
Nederland niet meer wordt toege
past, liet zien, dat de adering over
eenkomst vertoonde met wat op
De in 1991 onthulde zuil met gereconstrueerde
ornamentiek en marmeren bekleding (foto
Anita Pantus)
oude foto's nog juist zichtbaar was.
De finishing touch komt toe aan
het in restauratiewerk gespeciali
seerde schildersbedrijf van de heer
F. Swertz uit Nijmegen. Voor de eer
ste zuil schonk hij de schilderkunsti
ge afwerking, inclusief het vergulden.
Als gevolg van talloze plamuur-,
schuur-, voorstrijk- en polijsthande-
lingen maakte de nu al herboren zuil
nogmaals een onverwachte meta
morfose door.
Uit een ongelijkmatige, dof-gipsen
massa kwam een stralend witte,
zachtglanzende modelzuil te voor
schijn. Geheel overeenkomstig de
bedoelingen van de ontwerpers, Os
car en Henri Leeuw, werd op sieren
de elementen als parelsnoeren, kra
len en voluten tweeëntwintigkaraats
goud opgelegd, dat in vergelijking tot
het inmiddels al groenig uitgeslagen
bronswerk van de renovatie van
1984/1985 een onvergelijkbaar fees
telijkere uitstraling heeft.
Slagroomtaart?
Na de onthulling van de zuil fluister
de iemand boosaardig iets over een
slagroomtaart. Het was duidelijk ie
mand van een oudere generatie.
Nog slechts vijftien jaar geleden zou
het ondenkbaar zijn geweest, dat er
aan een vergulde gipsornamentiek
zoveel geld en aandacht besteed
zou worden.
Het was immers een 'minderwaardig'
decormateriaal. Langzamerhand ko
men we er nu achter, dat we niet
moeten proberen onze eigen estheti
sche idealen te drukken op de pro-
dukten van een andere tijd, op straf
fe van een ontwrichting van het ge
heel.
U herinnert zich ongetwijfeld nog dat
statige, oude patriciërshuis met die
hoge plafonds...
Wanneer over een jaar alle zuilen
gereconstrueerd zullen zijn, zal er
als bij toverslag een heel andere
sfeer heersen in de hal van de Nij
meegse 'Vereeniging', die nu nog de
allure van een ijssalon heeft. Een
sfeer die ten goede komt aan het al
gemeen cultureel klimaat in het con
certgebouw. Is niet als gevolg van de
renovatie van 1984/1985 het con
certbezoek met sprongen omhoog
gegaan?
Particulier initiatief blijkt de draad
te kunnen oppakken, waar de over
heid hem heeft laten liggen. Het is
nu zaak het hierbij niet te laten. Het
gebouw beschikt nog over een Klei
ne Zaal, uitstekend geschikt voor ka
mermuziek, die echter totaal on
bruikbaar is door de inbouw van en
kele vergaderzaaltjes. Deze ruimte
was met haar wandschilderingen
van Henri Leeuw jr. en Huib Luns de
De hal met 'kunststenen' staatsietrap en rijk
geornamenteerde zuilen na de opening in 1915
(repro Anita Pantus)
parel van het Concertgebouw. Res
tauratie van deze zaal, die in een
duidelijk gevoelde behoefte zou
voorzien, is mogelijk, maar kostbaar.
Het gaat hier echter niet alleen om
het toevoegen van een monumenta
le meerwaarde, maar om een basis
voorziening. Is nu de overheid niet
weer aan zet? t l
Willem-Jan Pantus is kunsthistoricus
te Nijmegen
J. A. Kiliaan en W.-J. Pantus, Tussen Apollo en
Bacchus. Vijfenzeventig jaar Concertgebouw 'De Ver
eeniging'. Architectuur en sociaal-cultureel leven. 1915-
1990. Met een toekomstvisie van Dick Pouderoijen. Nij
megen 1990.