SH,aT 37 miTflrrnfflrmïïi 3 f 32. c :j Tekening Vnn Schfjmtel BS <>Z/MM?. 19M LA^snooosNEOE Modificaties auteur: Maat- en doorsnedeaanduiding aikke omlijning Toelichting H. Bollebakker: de dikomlijnde delen worden gesloopt. De cultuurhistorische analyse, in 1988 gemaakt door restauratiearchi tect Van der Stoep, in opdracht van de gemeente en Van Schijndel, ver scheen dus nadat Van Schijndel al was aangetrokken. Er is met de res tauratieadviezen uit dat rapport niets gedaan. Het rapport, dat voor het gemeentelijk standpunt ongunstig is, werd zelfs door de gemeente aan de Minister en de Raad van State ont houden. Geheel ten onrechte wekt Krooshof dan ook de indruk als zou Van Schijndels Sloop in overeen stemming zijn met Van der Stoeps restauratieadvies. Niets is minder waar dan dat. Van der Stoep advi seert immers handhaving van kap pen, spiltrap en keldervloeren en voor het overige behoud van de be staande toestand als uitgangspunt te nemen. (v.d.Stoep, 1988, pp. 20-22.) Feitelijk onjuist is de suggestie dat de spanten die gesloopt worden nieuw zouden zijn en dat daar waar de oude spanten in de kappen be waard zijn gebleven, die ook worden gehandhaafd. Ook feitelijk onjuist is het dat het maar om een klein deel zou gaan. Uit de tekeningen immers blijkt dat de kappen, en dus ook de onderlig gende constructies (spanten) wor den gesloopt over een lengte van 32 meter op een totale lengte van 41 meter (tek.no.: NS 05, dd. 040292, gevel Nieuwstraat). Anders dan wordt gesteld bevindt zich niet één nieuwe spant in het hele pand. Dat staat ook niet in de onderzoeks rapportages van Van der Stoep, en evenmin in die van de Rijksdienst voor Monumentenzorg dd. 27 juli 1990 en 9 januari 1991De vraag of spanten uit grenen of eikenhout zijn gemaakt is in dit verband irrelevant. Voorts doet mijn opponent het voor komen alsof de kapvorm gehand haafd blijft; dat is niet juist. De zadel daken worden vervangen door trape ziumvormige kappen over de gehele breedte van het pand. De schuine zijde van het trapezium is dan de buitenzijde zodat het lijkt alsof de ori ginele kapvorm nog is bewaard (tek.no.: NS 06, dd. 040292). De laat-gothische spiltrap is de verti cale verbinding met en ontsluiting van een blok van vertrekken die te gelijk met die trap zijn gebouwd en, voor zover bekend, indertijd voor Willem van Oranje en Charlotte de Bourbon als slaapvertrekken zijn in gericht (Jensma, 1984, Kwartaal en Teken no.1, pp. 18-20). Van de kel der tot de nok worden al die vertrek ken tesamen met de spiltrap ge sloopt, inclusief de daarboven lig gende kappen, kaalgestript en ontd aan van iedere historische referentie (tek.no.: NS 06, dd. 040292, langs- doorsnede D). Daar moet een trap penhuis en lift komen, die ook op een andere plaats kunnen worden ondergebracht. Waarom de lift niet in de nieuwe aanbouw? In dit verband is volstrekt onzinnig het argument dat het trappenhuis juist op die plaats moet omdat daar alle vloerni- vo's samenkomen. Die verschillende nivo's zijn immers dan weggesloopt. Ronduit misleidend is de bewering dat bij herstel van de spiltrap - die tot op heden normaal in gebruik is en bepaald niet slecht van kwaliteit - veel van de thans nog aanwezige historische materialen alsnog verlo ren gaan (sic!) Aslsof sloop dat niet doet. Maar veel ernstiger is dat klaarblijkelijk de vakkennis ontbreekt die nodig is om te kunnen beoorde len op welke wijze een spiltrap ge restaureerd kan worden. En dat is nu precies het restauratievak! De onderpui van de kopse gevel- wand wordt gesloopt over een breedte van maar liefst 8.5 meter op een totaal van 13.5 meter, dat is meer dan 60%. Om nog maar niet te spreken van de grootschalige interne doorbraken. Er blijft vrijwel geen tus senmuur op zijn plaats, schoorste nen en rookkanalen verdwijnen, de beerkelders en waterput uit ca 1350 worden afgeslagen en verdwijnen onder het beton. Het zal duidelijk zijn dat dit geen discussie is over een restauratieop vatting, want daarmee heeft dit ver bouwingsplan niets uitstaande! De gemeente is te ver gegaan in zijn wil om hoe dan ook dit pand aan te pas sen aan een overspannen program ma van eisen. Die opvatting wordt ook gedeeld door: Prof. dr. ir. C.L. Temminck Grol, prof. dr. C.J.A.C. Peeters, prof. ir. L.C. Röling, prof. dr. Hugo de Schepper, de Rijkscommis sie voor de Monumenten en drie in terne ambtelijke rapportages van de Rijksdienst voor de Monumenten zorg. Allen wijzen het plan in de meest sterke bewoordingen af. Waarom blijft de gemeente voor deze adviezen doof? Oudemannenhuis Bij het schrijven van dit antwoord las ik een artikel van Jaap Bouman (De Dordtenaar dd 170392) die bericht dat recentelijk het 15de eeuwse Ou demannenhuis is gesloopt. Met in stemming van de ambtenaren van de afdeling monumentenzorg. Deze wisten niet wat het was en hadden geen belangstelling voor restauratie. Errare humanum est, sed persevera- re diabolicum. Een toepasselijk ci taat van Maarten Luther: Vergissen is menselijk, maar daarin volharden is duivels. I I Hans Bollebakker is lid van de prov.commissie van Heemschut in Zuid-Hoiiand Dordrecht, 23 maart 1992

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 37