Spoorwegmuseum in oud station 18 Annemarie ten Cate De geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen vangt aan in 1839 toen de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM) tussen Amster dam en Haarlem een 16 km lange spoorwegverbinding in gebruik stelde. De vroegste aanleg van ons spoornet was een particuliere aangelegen heid. Utrecht wordt in de tweede helft van de vorige eeuw het knooppunt van verschillende particuliere spoorverbindingen en kreeg drie stations: station Rijnspoor (nu C.S.), het Buurtstation en het Maliebaanstation. Dit laatste werd in opdracht van de HIJSM ontworpen door A.L. van Gendt (1835-1901) en vormde het eindpunt van de lijn Amsterdam-Hil- versum-Utrecht. Sinds 1953 is hier het Spoorwegmuseum van de Ne derlandse Spoorwegen gevestigd. Van Gendt Adolf Leonard van Gendt (1835- 1901) komt uit een familie van inge nieurs en architecten. Zelf opgeleid tot ingenieur, trad hij in 1861 in dienst bij Staatsspoorwegen en werd belast met de uitvoering van de lijn Amsterdam-Den Helder. Verschillen de stations langs deze lijn werden door hem ontworpen; o.a. Zaandam, Krommenie, Koog-Zaandijk. In 1874 vestigde hij zich als zelfstandig ar chitect in Amsterdam, later in sa menwerking met zijn zoons J. G. en A. D. N. van Gendt. Het bureau van Van Gendt had een enorme producti viteit en soms waren er wel 100 pro jecten gelijktijdig in uitvoering, niet alleen in Amsterdam maar ook in den lande, vaak in samenwerking met andere architecten. (Concertge bouw, stadsschouwburg, talrijke vil la's in het Gooi enz.) Van 1881-1889 werkt Van Gendt samen met Cuy- pers aan de uitwerking van het Cen traal Station te Amsterdam. Maliebaanstation In 1874 bouwde Van Gendt in op dracht van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij het Malie baanstation. De stijl van het station noemt men wel Romantisch Classi cisme in navolging van de Franse theoreticus J. N. L. Durand (1760- 1834). Het station is royaal opgezet met een hoog middendeel en twee identieke zijvleugels. De rondboog vensters en de gedetailleerde afwer king van pilasters en gevelbekroning geven het gebouw een statig uiter lijk. Het interieur was oorspronkelijk rijk versierd met houten lambrizering en loketten. Deze zijn bij een eerste verbouwing in 1952 verwijderd, het geen men nu zeer betreurt. Het Maliebaanstation heeft nim mer een druk bestaan gekend en werd later vooral voor goederenver voer gebruikt. Bordewijk schetste het station als volgt: Thans hangt er al leen de eigenaardige dufheid van

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 18