12
Amsterdam een begin gemaakt met
het enige echte filmpaleis dat Neder
land ooit gekend heeft: Tuschinski.
De eigenaar, de Poolse kleermaker
Abraham Tuschinski, had een be
langrijk aandeel in het uiteindelijke
ontwerp en de uitvoering. Hij werd
daarin bijgestaan door interieurkun
stenaars als Jaap Gidding, Pieter
den Besten en Chris Bartels.
In oktober 1921 vond de opening
plaats. Het gebouw was overvloedig
gedecoreerd, met een voorliefde voor
exotische motieven. Opvallend was
de door twee torens geflankeerde
voorgevel met zijn groen geglazuur
de tegels, smeedijzeren lampen en
glas-in-lood ramen. Deze flamboyan
te Tuschinski-stijl zou in heel Neder
land navolging vinden. Zelfs de klein
ste buurtbioscopen probeerden zich
de allure van een Tuschinski aan te
meten, zo werd 'Cinema Parisien'
lange tijd het Tuschinski in het klein'
genoemd. Niet geheel ten onrechte
wanneer men nu opnieuw in het
Filmmuseum de gerestaureerde
schilderingen van Jan Luhlf bekijkt.
In zijn weelderige verschijnings
vorm bleef Tuschinski echter een uit
zondering, behalve in het type waar
bij de voorgevel tussen twee torens
is geplaatst. Een steekproefonder-
zoek van ondergetekende in 1985
leert dat dit type nog vrij vaak voor
komt. Zoals bijvoorbeeld in Dordrecht
bij bioscoop Luxor en bij het voorma
lige Thalia theater in Sliedrecht. Dat
de stijl van de Amsterdamse School,
Detail Luxor-bioscoop: reliëf uit de jaren '50.
beeld hiervan is de voormalige bio
scoop Luxor in Deventer uit 1918,
van de architecten J. D. Postma, en
B. Hoogstraten.
Een karakteristiek, massief ogend,
bakstenen gebouw, met zijn rond
boog ingang en lampen op sokkels.
Het interieur, dat meerdere malen ge
wijzigd en in 1985 definitief gesloopt
werd, was van Jaap Gidding, dezelf
de man die verantwoordelijk was voor
het interieur van Tuschinski.
Minerva bioscoop
Een zeldzaam voorbeeld van vroege
re bioscooparchitectuur is de voor
malige Minerva bioscoop aan de Pas
laan in Apeldoorn. Een sober bakste
nen gebouwtje dat blijkens een in
scriptie in het toegangsportaal uit
1920 stamt. Opvallend zijn de stenen
toortsen op de hoeken, de trapsge
wijs oplopende glas-in-lood ramen op
Bioscoop Thalia in Sliedrecht in 1985.
die een voorlopig hoogtepunt vond in
Tuschinski, ook buiten Amsterdam
veel invloed kreeg, met name in de
jaren '20, blijkt wel uit deze twee
voorbeelden. Een ander goed voor
de eerste verdieping en de marme
ren entree. In de bovenzaal van het
gebouw zijn nog altijd de houten kat
rollen aanwezig die herinneren aan
de oorspronkelijke theater-functie
voordat het in 1920 verbouwd werd
tot bioscoop.
Nogal wat provinciale bioscopen
dateren uit de jaren '20. Een periode
waarin de populariteit van de film toe
nam, in Amerika de filmindustrie op
volle toeren draaide en de Europese
markt overspoeld werd met Holly
wood p rod u kti es
Art deco
Op de Parijse 'Expositions des Arts
Décoratifs' in 1925 vonden de mo
derne kleuren en motieven uit de in
ternationale Avant-Garde beweging
hun weg naar een modieus, trendge
voelig publiek. De Art-Deco stijl werd
geboren, de bioscoopstijl 'par excel-
mnumi
JüM
Voormalige Luxor-bioscoop aan de Brink te
Deventer in 1985.
lence'. Door de combinatie van mo
derne strakheid en exotische decora
ties leende deze stijl zich uitstekend
voor het nieuwe, populaire medium
van de film. Traditionele bouwmate
rialen werden aangevuld met produk-
ten als chroom, aluminium en spie
gelglas. In Nederland werden nauwe
lijks échte Art-Deco bioscopen ge
bouwd, een uitzondering was mis
schien het Haagse Passage Theater,
dat in 1990 gesloopt werd.
Functionalisme
De komst van de geluidsfilm, eind ja
ren '20, zou de vormgeving van bio
scopen in belangrijke mate beïnvloe
den. De Amerikaanse bioscooparchi
tectuur, met zijn kitscherige filmpalei
zen, ging een ondergeschikte rol
spelen bij de ontwerpen van Europe
se bioscopen. Onder invloed van het
Functionalisme zouden de praktische
eisen van een goede geluids- en
lichtinstallatie meer en meer het ui
terlijk van bioscopen gaan bepalen.
In Duitsland ontstond de zoge-