Nieuw Amsterdams grachtenboek
27
ook helder tot uitdrukking gebracht,
omdat dan ook de mogelijkheid be
staat om diverse niveaus van restau
raties, die onderscheiden kunnen
worden, een plaats te geven. Door
dit in de gemeentelijke definitie te eli
mineren ontstaat een gebrek aan on
derscheid. Dit werkt ook verder door
in de nota: het ontbreken van toet
singscriteria. Met andere woorden:
de uitgangspunten en eisen waaraan
een restauratie-plan moet voldoen
wil het die naam verdienen.
In de nota wordt overigens een se
rieuze poging ondernomen om tot
bescherming van het monumenten
bestand in Dordrecht te komen. Het
algemeen uitgangspunt voor die be
scherming komt er kort samengevat
op neer dat in stand wordt gehouden
wat nog aanwezig is: in het alge
meen voor het gehele monumenten
bestand als zodanig, en per monu
ment in het bijzonder. Er valt natuur
lijk nog wel het een en ander over de
nota te zeggen, ik zie daar van af
omdat het mij gaat om de consisten
te uitwerking van deze specifieke
restauratieopvatting. Indien men de
opvatting is toegedaan om uitslui
tend te herstellen wat nog aan een
pand aanwezig is, en de daarbij ont
brekende delen niet te reconstru
eren, dan vloeit daaruit noodzakelij
kerwijs voort dat sloop van historisch
waardevolle delen niet aan de orde
kan en mag zijn. Immers wat ge
sloopt is, verdwijnt en wordt in deze
opvatting ook niet meer hersteld en
zijn we dus voor altijd kwijt.
Restauratie en conservering
Conservering van een object betreft
die handelingen, die nodig zijn om
het voor verder verval te behoeden.
Restauratie beoogt die handelingen
aan een object, die het opnieuw be
grijpbaar maken.
Uitgangspunt bij alle handelingen in
beide definiëringen is steeds dat de
ingrepen zodanig moeten geschie
den dat deze weer ongedaan ge
maakt kunnen worden. Over welk ni
veau van restauratie ook gesproken
wordt, voorgaande opvattingen slui
ten in ieder geval sloop uit.
Zowel bezien in het licht van de
hiervoor uiteengezette begrippen
over restauratie en conservering als
in de filosofie die ten gronde ligt aan
de gemeentelijke nota, is gedeelte
lijke sloop van de Berckepoort een
uitgesloten optie. Door deze sloop
onderdeel te maken van het restau
ratie-begrip en te presenteren als
restauratie, treedt uitholling en ver
loedering van dat begrip op. Het plan
van Van Schijndel houdt om die re
den geen stand. Bijvoorbeeld: het
slopen van de uit 1565 daterende
spiltrap en kapconstructie en het ver-
Bert Franssen
vangen daarvan door een stalen tra
peziumvormige kapconstructie is vol
strekt strijdig met welk begrip van
restauratie dan ook. Vervolgens een
aanbouw plaatsen die dit alles moet
verhullen en waarboven de gesloop
te zadeldaken worden nagebouwd,
is mijns inziens een vorm van be
drog die de daarachter plaatsvinden
de vernietiging van een zo belangrijk
deel van onze nationale geschiede
nis moet verhullen. Het is niets meer
dan het wekken van een illusie, de
schijn, en op zijn best het bouwen
van een décor, mogelijk ontleend
aan vormgevingsopvattingen. 'Van
Schijndels Schone Schijn' acht ik
fundamenteel in strijd met de eerlijk
heid die de restauratienota in dit op
zicht nastreeft.
Hans Bollebakker is lid van de pro
vinciale commissie van Heemschut
in Zuid-Holland.
Lopend langs Amsterdamse grachten weet ik soms niet waar ik kijken
moet. Ik krijg - met permissie - bijna waardering voor het onooglijke
pandje dat zich tussen zoveel schoonheid in heeft kunnen wringen. En ik
krijg behoefte aan een goed, vooral visueel overzicht van grachtenwan-
den. Zodat ik een gracht thuis op mijn gemak nog eens nader kan bekij
ken, er wat omheen kan lezen. Aan deze behoefte voldoet Het Grachten
boek, een kwaliteitsuitgave van de SDU en sinds enige tijd op de markt.
Amsterdam vergelijkt zich graag met
andere mooie steden. Met Venetië
bijvoorbeeld. Deze stad koestert zijn
cultuurbezit met allure.
Zo verscheen er in 1988 een heel
mooi boek vol aquarellen van de wa
terwegen. Waarom bestond er niet
iets vergelijkbaars van de Amster
damse grachten? Er zijn wel grach-
tengidsen, bv. de op zichzelf heel
handige en deskundig geschreven
Amsterdamse grachtengids uit 1977
van Killian en Tulleners maar ze mis
sen de grandeur van een fraai foto
boek.
Uitgeverij SDU besloot de gok te
wagen en liet een boek van de vier
voornaamste Amsterdamse grachten
vervaardigen. Vervaardigen is het
juiste woord, want de belangrijkste
activiteit was misschien wel het foto
graferen van de grachtenwanden.
Natuurlijk waren ook teksten over de
grachtenpanden heel belangrijk,
maar daarvoor kon men putten uit
het uitvoerige materiaal dat in de
loop der jaren al door vaak uitmun
tende historici bij elkaar geschreven
was.
Eigen onderzoek deden de au
teurs van deze teksten nauwelijks.
'Het boek bevat niks nieuws,' wordt
dan ook wel gezegd. Het is maar
hoe je het bekijkt. Want de grote ver
dienste van Het Grachtenboek zit
hem op de eerste plaats in de foto's.
Losse foto's van beroemde panden
waren er genoeg in omloop, maar
geen opnamen van hele grachten-
wanden, huizen, in hun juiste kon
tekst, dus samen met een stuk of
wat buurhuizen afgebeeld. In het
Grachtenboek zijn stroken van twin
tig of dertig panden afgedrukt, een
collage van verschillende, meestal
zes panden bevattende foto's, die te
gen andere foto's 'aangeplakt' wer
den. Door met een technische kame
ra te werken voorkwam de fotografe
de vertekening in de hoeken, die ge
wone foto's ontsieren of levendig
maken, maar in elk geval een onjuist
beeld van de situatie geven. Langs