24
WVNHAVEM
HET HOF VAW DORDRECHT
nog bestaande culturele raad (com
missie ex art. 61 Gem. wet). Weer
gebeurt er niets, totdat tien jaar later
in 1988 een ambtelijk advies ditmaal
van de Dienst Stadsontwikkeling
wordt uitgebracht om de Berckepoort
in te richten ten behoeve van een
stichting voor culturele educatie, die
leslokalen nodig heeft. Er zou daar
mee een functie voor het pand ver
zekerd zijn en het monument be
hoeft bij restauratie alleen maar
daaraan aangepast te worden.
Het is op zich reden tot vreugde
dat er een functie voor het pand be
schikbaar lijkt en restauratie nu ein
delijk kan aanvangen. Die vreugde
wordt echter spoedig overschaduwd
als de plannen bekend worden.
De ingrepen nader beschouwd
De verbouwingsplannen voor de
Berckepoort zijn gemaakt door Buro
Prof Mart van Schijndel Architect BV
De ingrepen komen in grote trek
ken neer op:
- sloop van de laat-gothische spil-
trap. Met behulp van dendrochrono-
logisch onderzoek door de Rijks
dienst, evenals de bekapping geda
teerd op 1565
- sloop van aanzienlijke delen van
de deels laat-gothische en deels re
naissance bekapping; deze is nog
gaaf, de spanten compleet en voor
zien van timmermanstelmerken, er
ontbreekt er niet een. Beide langge
rekte naast elkaar gelegen zadelda
ken [met rijkssubsidie in de jaren ze
ventig nog gerestaureerd] verdwij
nen daardoor goeddeels ten behoe
ve van een trapeziumvormig plat dak
- gedeeltelijke sloop en doorbraak
van binnenmuren en aanzienlijke de
len van de kopse buitengevelwand,
de laatste is in 1986 met rijkssubsi
die nog geheel gerestaureerd
- sloop en afslaan aan de bovenzij
de van de overwelfde waterput en
beerkelder, die bij onderzoek- ver
richt in opdracht van de Archeologi
sche Werkgemeenschap Nederland,
afdeling Lek- en Merwestreek-,
voorlopig gedateerd is op ca 1350
- uitgraving van de kelders, ca
75 cm onder het maaiveld en het
storten van een ongefundeerde be
tonnen vloer van ca 30 cm dikte (ge
wicht ca 2400 kg per 3 vierkante me
ter)
- een aanbouw van staal (in vak
bouwconstructie), glas, aluminium
en witte verblendsteen voorzien van
twee pseudo-zadeldakjes in de vorm
van de gesloopte kappen.
Hoe gaat het er verder uitzien? Wat
zou Alva zien als hij nogmaals terug
keert nadat Van Schijndel zijn gang
heeft kunnen gaan? De ingang is
naar midden-achter geplaatst. (De
meer waarschijnlijke hypothese
waarvan de bouwresten ook nog vol
op aanwezig zijn, namelijk dat die
hoofdingang zich heeft bevonden:
binnenshofs aan de Nieuwstraatzij-
de, is nooit onderzocht). Daar bin
nenkomend valt Alva meteen mid
den in de toilet-ruimte. De grote zaal
is daarmee voor een goed deel ge
vuld. Alva loopt verder naar de Go-
thische spiltrap waar hij gewend was
op en af te gaan, die trap is er niet
meer evenals de muur ter plaatse,
die gedeeltelijk weggebroken is. Hij
ziet iets heel anders namelijk een
overhoeks geplaatste trap met lift.
Voor de hand ligt de vraag waarom
die lift niet in de nieuw geprojecteer
de aanbouw kan worden geplaatst,
maar dat weet Alva op dat moment
nog niet. Dat zal hij pas later ontdek
ken, als hij zijn weg naar boven heeft
gevonden. Eerst wacht hem dan nog
een andere verrassing, de beide za
deldaken en de spanten waaronder
hij heeft vertoefd: hij zal deze voor
een groot deel niet meer aantreffen.
Beide kappen zijn gesloopt en tot
één ruimte met plat dak verenigd,
het moet nu een zoldertheatertje
worden. Alva heeft natuurlijk ook
theater in de Beckepoort kunnen
aanschouwen, maar dat vond toen
plaats in de grote zaal, waarin nu de
rij plé'tjes is geprojecteerd. Alva,
toch al niet voor een kleintje ver
vaard, zou zich hoogstwaarschijnlijk
ook niet laten afschrikken door deze
verwoestingen in vredestijd, hij gaat
door en komt via een grote door
braak in de kopse buitengevelwand,
in de nieuwe aanbouw, die niet veel
meer dan een trappenhuis bevat:
een groots crescendo waarin twintig
eeuwen beschaving en technisch
vernuft culmineren. We kunnen Alva
zijn verdere gang beter besparen en
bezien welke ravage wordt aange
richt aan het pand en daarmee aan
onze cultuur- en wordingsgeschiede
nis. Hare Majesteit Koningin Beatrix
heeft in haar recente kerstrede op
het belang van de instandhouding
van onze cultuur duidelijk gewezen.
'In humaniteit, respect voor leven en
samenleven ligt de gemeenschappe
lijke basis van onze cultuur; cultuur
geeft mensen identiteit en zelfver
trouwen. Zij kan niet van buitenaf
worden opgelegd maar ontstaat door
overlevering en verwerving' (einde
citaat). Als dit plan wordt gereali
seerd, dan zal voor de ons opvol
gende generaties niet meer de mo
gelijkheid bestaan het historisch be
palend gegeven te kennen, want dat
wordt verwijderd.
Dilemma: monument versus
gebruiker
Bij aanpassing van een monument
aan een nieuwe functie zal steeds
de afweging gemaakt dienen te wor
den tussen enerzijds het belang van
het monument en anderzijds het be
lang van de toekomstige gebruiker.
Om die afweging te kunnen maken
zullen beide belangen dan ook be
kend moeten zijn. Daarna pas kan
worden bezien aan welke argumen
ten doorslaggevende betekenis kan
worden toegekend. Die afweging zal
uiterst subtiel zijn en niet eenvoudig.
In ieder geval zal voorop moeten
staan hoe groot het belang van het
monument is. Dat kan eerst nadat
een verantwoorde inventarisatie
heeft plaatsgevonden, die geïnte
greerd historisch, kunst- en bouwhis
torisch, archeologisch en bouwkun
dig onderzoek omvat. Zonder dat
kan geen afweging plaatsvinden en
dus ook de vraag niet worden beant
woord, in hoeverre aanpassing aan