vervolg van pag. 3
De zogeheten kanjerpot voor bijdra
gen inzake de relatief grote restaura
tieprojecten zal onvoldoende gevoed
kunnen worden om aan de grote be
hoefte tegemoet te komen. Als bin
nenkort de tijdelijke extra investerin
gen in het achterstallig onderhoud
van monumentale kerkgebouwen af
lopen zal het beroep op deze zoge
noemde kanjerpot nog verder toene
men.
Bovendien zal in het verlengde van
de te verwachten groei van de rijks
monumentenlijst met circa 15 a
20.000 objecten van jongere bouw
kunst een extra financieel beroep
gedaan worden op het Rijk. Een ver
ruiming van het totale budget zou,
met de aanwijzing van zoveel nieu
we rijksmonumenten, alleszins in de
rede liggen.
De onzekere en kwetsbare situatie
waarin de monumentenzorg zich
momenteel bevindt zal verder ver
slechteren. De gevolgen van de te
rugtrekking van het WVC-aandeel in
het stadsvernieuwingsfonds worden
nu al pijnlijk voelbaar. Er zijn reeds
signalen dat de bereidheid bij ge
meenten om extra investeringen in
de monumentenzorg te plegen sterk
zal afnemen. Ook de federatie Het
Behouden Huis (woonhuismonu
menten) heeft inmiddels zijn grote
bezorgdheid geuit.
1 Het gevaar bestaat verder dat het
aantal rijksmonumenten en het feit
dat (een deel van) een gemeente
beschermd stads- of dorpsgezicht is
in de toekomst geen rol meer spelen
bij de verdeling van het Stadsver
nieuwingsfonds. De bijdrage tot nu
toe van WVC aan dat fonds gaf veel
gemeenten een prikkel om het ook
voor monumentenzorg aan te spre
ken. Nu verdwijnt die prikkel. Vanuit
het ministerie van VROM is dat ge
vaar reeds onder de aandacht van
de minister van WVC gebracht.
Bovendien is monumentenzorg al zo
kwetsbaar omdat het decentrale sys
teem nog lang niet optimaal functio
neert. Gemeenten hebben tijd en
veelal ook hulp nodig om hun appa
raat op de niet onaanzienlijke taken
en bevoegdheden af te stemmen,
zowel naar capaciteit als naar ken
nis. Het is op dit moment onduidelijk
in hoeverre de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg, gezien de in de
laatste jaren struktureel teruglopen
de financiering, haar zo essentiële
rol als centraal kennisinstituut kan
blijven vervullen.
Terecht signaleert de minister van
WVC dat de monumentenzorg een
aantal nieuwe wegen moet inslaan,
haar werkterrein moet verbreden en
bepaalde facetten moet versterken.
Zij spreekt in haar Adviesaanvraag
over een beïnvloedende rol in het
ruimtelijke ordeningsproces, en zegt
de actieve maatschappelijke betrok
kenheid bij de monumentenzorg te
willen stimuleren. Verder wil zij de
kwaliteit van het monumentenbestel
verbeteren door de nodige randvoor
waarden te scheppen. Ook dient in
haar ogen het internationaal beleid
op monumentengebied geactiveerd
te worden. Prachtige voornemens,
waar Heemschut en de NCM zich
geheel in kunnen vinden en graag
aan zouden meewerken. Het is ech
ter volstrekt onduidelijk hoe dit alles
te realiseren is als op het beschikba
re budget, dat nu al als volstrekt on
voldoende wordt ervaren, nog verder
bezuinigd wordt.
J..K.
De prijswinnaars van de Heemschut Persprijs na de uitreiking in de Compagnie-zaal van het Amsterdamse West-Indisch Huis. Rechts op de foto (v.l.n.r.) Wim
Ruigrok en Jaap Huisman, die de prijs ontvingen uit handen van Commissaris van de Koningin drs. R. de Wit voor hun artikel in de Volkskrant 'Overnachten bij
de wethouders' over de restauratie van het oude Amsterdamse stadhuis het Prinsenhof.
Verder van geheel links tot rechts: Wim de Wagt, Freddy Rikken, Peter Nijhof en Joris Boddaert, die eervolle vermeldingen kregen (zie Heemschut van oktober
pag. 8 en 22). Op de achtergrond kijken schutters toe, die in 1650 werden vereeuwigd door de schilder Speelberg. (foto Theo Audenaerd).