39
Het panorama, dat Anton van den Wijngaerde (1548-1558) van Den Bosch tekende.
Expositie Jonge Bouwkunst
Voor de vorig jaar benoemde pr-me-
dewerkers ziet hij een belangrijke
taak. Zij moeten Heemschut in elke
provincie een gezicht geven door de
bond te vertegenwoordigen bij in
spraakrondes, de media actief te be
naderen en naar buiten te treden op
manifestaties, beurzen, exposities
etc. Zo presenteert Heemschut Geld
erland vanaf november een eigen
tentoonstelling over jonge bouw
kunst. Bij de planning van activiteiten
moet elke provincie tenslotte zijn ei
gen rangorde van activiteiten kiezen,
vindt hij tenslotte.
De basis moet breder
Heemschut-voorzitter Franssen
neemt het woord.
'Heemschut moet zijn leden beter
leren kennen', stelt hij. We moeten
meer leden actief bij het werk betrek
ken anders dreigt een te kleine actie
ve groep overbelast te raken. De ba
sis moet breder, is zijn overtuiging.
Van der Schrier uit Overijssel
voegt daar aan toe, dat je dan ook
iets met die mensen moet doen - fol-
low ups en zo, en dat geeft weer ex
tra werk, zodat je weer verder over
belast raakt.
Franssen: 'Dan maak je een goe
de taakverdeling'.
Duirnel kijkt ook wat bedenkelijk.
'We doen al erg veel, je moet het ook
kunnen behappen. Stel je voor, dat
alle 8000 leden tegelijk uit hun stoel
opstaan.'
Middenkader nodig
Staal uit Utrecht wijst op de nood
zaak van een soort middenkader tus
sen de actieve en consumptieve le
den in. Je hebt ook mensen nodig,
die hun omgeving in de gaten hou
den, tips geven en de rest overlaten
aan de commissie.
Larmag-toren
Na de structuur komt gelukkig ook de
inhoud van het actie-voeren aan de
orde. De Friese afgevaardigde Kroon is
het, die de discussie deze wending
geeft. 'Waar staan wij als Heemschut
voor', dat is ook een belangrijke vraag.
En dan komen er ineens boeiende
stadsvernieuwende of -vernielende pro
jecten op tafel als de Larmag-toren, die
Amsterdam bedreigt en het door
Heemschut Groningen zo gevreesde
museum van architect Mendini in de
noordelijke hoofdstad. Over zulke plan
nen wordt binnen Heemschut en zelfs
binnen commissies vaak verschillend
gedacht. Hoe bepaal je nu een stand
punt?
En dan blijkt, dat Heemschut zoals
Caderius van Veen uit Groningen het
stelt, weliswaar is gedecentraliseerd
maar niet echt gedeconcentreerd. Want
hoe legt een commissie verantwoording
af aan de leden in de provincie.
Of moet Amsterdam soms uitmaken,
wat voor standpunt we in de provincie
kiezen.
Provincie bepaalt eigen standpunt
Caderius is er duidelijk over. Per pro
vincie zijn we gelegitimeerd, vindt hij.
Wij hoeven geen mening te geven
over die wolkenkrabber in Amster
dam en andere provincies moeten
ons vrij laten in onze mening over
een museum.
Pas als Amsterdam grote bezwa
ren heeft kan het eventueel een lan
delijke zaak worden. Wel vindt hij, dat
de pc's hun beleid meer moeten ver
antwoorden naar hun leden in de
provincies.
Veldhuis uit Overijssel stelt vervol
gens duidelijk, dat als Groningen te
gen dat museum is zij zo'n zaak zelf
helemaal moet afhandelen. Directeur
Duirnel zit ook duidelijk op de decen
tralisatie-toer. 'Een provincie moet
zélf bepalen of het bij een actie tot
een procedure moet komen. Zelfs als
Amsterdam meent, dat een bepaalde
actie-procedure juridisch nauwelijks
zin heeft moet een provinciale com
missie toch actie kunnen onderne
men al is het dan misschien op een
ander niveau, bijvoorbeeld in de
vorm van een protestbrief. Ook emo
ties moet je bij een actie een plaats
geven. Voorlichter Kamerling van
Heemschut voegt eraan toe, dat het
publicitair effect ook belangrijk is, zo
wel voor het actie-object als voor de
ledenwerving.
Amsterdam verleent slechts
service
Het landelijk bureau, zo benadrukt
Duirnel, is een service-verlenend in
stituut. Wij ondersteunen en advise
ren maar we mogen als bureau nooit
demotiveren door te zeggen: 'Begin
daar niet aan'. Dat moet een com
missie zelf maar uitmaken. En wat de
procedure betreft, ook die kan een
provincie zo lang mogelijk zelf voe
ren. Als zij dat nodig vindt kan ze een
beroep doen op het landelijk bureau.
Een mening, die weinig verzet op
roept. Wel wijst Reijenga uit Gronin
gen er nog op, dat je bij dat zelf pro
cederen een doorlopende volmacht
uit Amsterdam nodig hebt en dat dat
kan. En in feite gebeurt het ook in het
geval van het Groningense museum.
Zo komt de discussie uiteindelijk
toch uit op de hamvraag 'hoe ver ga
je met decentraliseren'. En dat is een
vraag die om te beginnen elke com
missie eerst voor zichzelf moet be
antwoorden.
(zie voor regio-bijeenkomst in Den
Bosch pag. 40)