Stichting Pandenbank bemiddelt bij herbestemming p; IK ••M j. Noot Olga van der Klooster 35 Eén van de oorzaken waardoor een gebouw ten gronde kan gaan is verwaarlozing. Een euvel dat met name leegstaande gebouwen treft waarvoor niemand zich nog verantwoordelijk voelt of waarvoor nie mand nog de kosten van het onderhoud kan betalen. De eerste tekenen van verval lijken nog onschuldig. De verf begint te bladderen, de dak goot te lekken maar dan, alsof er een kettingreactie plaatsvindt, treden snel andere schadeprocessen - aangezet door de eerste schade - in werking. Het verval verloopt steeds sneller en op het moment dat nieu we bestemmingsplannen zijn gesmeed is het al ondenkbaar geworden dat het gebouw in die bestemming had kunnen voorzien. De kosten die de restauratie met zich meebrengt zijn inmiddels veel hoger dan sloop en nieuwbouw. Zo vergaat het veel oude gebouwen, met name monumentale zoals kloos ters, fabrieken, watertorens en scho len, die door veranderende maat schappelijke omstandigheden hun oude functie hebben verloren. Ge bouwen die nog te jong zijn - geluk kig niet voor lang meer* - voor het predikaat 'monument' en daardoor de wettelijke bescherming van de overheid en gemeentes missen. Toch zijn er altijd bedrijven, groe pen en particulieren die zo'n monu mentaal pand best hadden willen be trekken mits de kosten niet te hoog zijn. Die kosten worden in ieder ge- ook dat het karakteristieke van het gebouw behouden blijft. Kortom vraag en aanbod moeten zo goed mogelijk op elkaar zijn afgestemd. Dat kan alleen wanneer men weet wat die vraag is, en wélke gebouwen er zijn die hiervoor in aanmerking ko men. In april 1990 is met steun van de provincie Noord-Brabant de Stich ting Pandenbank in het leven geroe pen, die er naar streeft om voor leegstaande en leegkomende ge bouwen en beeldbepalende panden een passende herbestemming te vinden. Het gebouw de Binckhof, een voormalig klooster en thans als verpleeginrichting in gebruik. val gedrukt wanneer de staat van onderhoud nog goed is - dat bete kent dus snelle herbestemming - en wanneer de verbouwing niet te ingrij pend is, d.w.z. dat de bouwkundige opzet van het pand grotendeels aan sluit op de herbestemmingsplannen. Het grote voordeel hiervan is tevens Zij doet dit ondermeer door bemid deling tussen personen en instellin gen: door voorlichting - bijvoorbeeld over subsidiemogelijkheden - en door het registreren van panden die voor haar doel in aanmerking komen. Hiervoor heeft de stichting onlangs de zogeheten databank opgezet. Overigens bemiddelt de Stichting Pandenbank alleen wanneer make laars en projectontwikkelaars er ver der geen bemoeienis (meer) mee hebben. In alle andere gevallen ver wijst de stichting door naar deze of andere instanties. Tot nog toe blijkt het initiatief een succes. Ook andere gemeentes raakten geïnteresseerd en voor wat betreft de provincie Noord-Brabant oversteeg de vraag naar monumen tale panden al snel het aanbod. Wie deden er zoal een beroep op de stichting - die overigens op non-pro- fit basis werkt - en waar bestond zoal behoefte aan? Een aantal voor beelden: - Een bedrijf zocht kantoorruimte in een monumentale buitenplaats - Een groep kunstenaars zocht een klein tot middelgroot klooster als woon- en werkruimte en als kunst centrum voor multidisciplinaire acti viteiten - Oude, grote panden, zoals kloos ters en scholen werden gezocht voor huisvesting - Een oud klooster werd gezocht voor de huisvesting van een oplei dingscentrum voor oude ambachten Mocht u meer willen weten over dit bijzonder goede initiatief dan kunt u in de ochtenduren bellen naar de pandenbank of u schriftelijk wenden tot: Stichting Pandenbank Provinciehuis, kamer B42 Postbus 90151, 5200 MC 's-Herto- genbosch Tel. 073-812074 Sinds kort werkt men aan een mo numenten selectie project (MSP) voor jongere bouwkunst 1850-1940. Daarnaast loopt een monumenten registratie procedure (MRP) 1850- 1940 Overigens komt niet elk gebouw voor het predikaat 'monument' in aanmerking!! Olga van der Klooster is bouwhisto- rica en adviseur architectuurconser- vering te Amsterdam

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 35