Spoolde 54 voor verwijdering uit het ontwerp. La ter werden deze wijzigingen vriende lijk als een verdienste van de in spraak beschouwd. De gemeente Zwolle moest nog ad vies uitbrengen aan de RDMZ en wilde, gesteund door de raad, de in gediende varianten grondig bestude ren, maar verkreeg geen hulp van het waterschap. Zonder een ge meentelijk advies kwam op 20 juli '90 de ministeriële beschikking at. Daarin staat onder meer: 'Het water schap is niet bereid de aangedragen de beschikking van de minister af kwam; - bij een ander plan de gemaakte voorbereidingskosten grotendeels buiten financiële verantwoordelijk heid van het waterschap dienen te blijven; - het enige alternatief een gemaal op een andere lokatie is, wat een vertraging van mogelijk enkele ja ren meebrengt; - het waterschap geen aansprake lijkheid kan aanvaarden als door zo'n uitstel wateroverlast in Zwol- le-Zuid ontstaat. ZWOLLE ZUID Kiloma» Kiieruers cis Situering van de sluis. alternatieven in overweging te ne men.' 'De aangedragen alternatieven voldoen niet of onvoldoende aan de eisen die door de aanvraagster aan het project moeten worden gesteld.' De beschikking bevat die eisen, maar niet waarom de alternatieven niet voldoen. De Bond Heemschut deed een uiter ste poging om met het waterschap alsnog in gesprek te komen over het aangeboden alternatief. De omwo nenden gingen tegen de beschikking in beroep. De Bond Heemschut zeg de hen steun toe, die gaarne werd aanvaard. Dreigbrief B. en W. besloten, ondanks een ne gatief advies van de betreffende raadscommissie, aan de Raad voor te stellen zich bij de beschikking neer te leggen. Het waterschap schreef de gemeente op 20 augus tus nog een dreigbrief. Daaruit blijkt dat: - het waterschap het plan besteks- gereed had laten maken voordat Mede hierdoor ontstond tijdens de raadsvergadering op 24 sept. 1990 veel onduidelijkheid. Zo werd over het alternatief van Heemschut ge steld dat de meerkosten voor herstel van de sluisdeuren 1.5 miljoen be dragen en voor rekening van de ge meente komen. De totale kosten van project en alternatief werden echter niet vergeleken. Ook werd niet dui delijk gemaakt waarom nieuwe sluis deuren, in tegenstelling tot een be tonnen kering, voor rekening van de gemeente komen. Het buitenhoofd gaat immers over naar het water schap. De raad besloot het voorstel van B. en W. te aanvaarden. Het waterschap diende een verzoek tot opheffing van de schorsende wer king van het beroep in. tijdens de zit ting van de Raad van State zei de vertegenwoordiger van het water schap dat bij uitstel van de bouw het waterschap genoodzaakt zou zijn de woningbouw in Zwolle-Zuid stil te leggen, vanwege gevaar van water overlast! Argumenten van de omwo nenden over onvoldoende aandacht voor de alternatieven en van Heem schut over de beschikbaarheid van een noodbemalingsinstallatie, maak ten duidelijk weinig indruk. Het be richt van opheffing van de schorsen de werking kwam dan ook niet als een verrassing. Van dóórzetten van het beroep bij de Raad van State is afgezien, omdat als na ongeveer 2 jaar een beslissing valt, het gemaal er inmiddels zal staan. Tijdens de inspraak ontstond de in druk dat de RDMZ van mening is dat een verandering van een functie van een monument moet blijken uit een andere vormgeving. Een zichtbaar gemaal zou beter zijn dan een nage noeg geheel onzichtbaar gemaal. In de beschikking staat echter niets daarover. Waarop letten bij inspraak Uit dit alles blijkt dat inspraak weinig zin heeft als: - de insprekers niet beschikken over het programma van eisen van het project en de beoorde lingscriteria van de RDMZ (bij voorbeeld over functie en vorm) en als daarover geen inspraak mogelijk is; - als op eerder zonder inspraak ge nomen beslissingen niet kan wor den teruggekomen; - als overheidsinstanties overeen stemming hebben bereikt. Zij zul len zich bij kritiek achter elkaar verschuilen; - geen tijd noch geld beschikbaar is voor nadere uitwerking van alter natieven; - de afweging over bezwaren en al ternatieven geschiedt door een bij de besluitvorming betrokken in stantie. Als de gemeente Zwolle over een actieve commissie Monumentenzorg zou hebben beschikt, zou het ver moedelijk anders zijn gegaan. Van zo'n commissie kan men zorg ver wachten voor tijdige inspraak kort nadat het voornemen tot wijziging van een monument bekend is en voor het betrekken van bezwaren en uitgewerkte alternatieven bij de ad viezen. In dit geval kwam de in spraak over de formele aanvraag tot wijziging van het monument als mos terd na de maaltijd; namelijk pas na twee jaar ambtelijk overleg over de informele aanvraag. fl Ir. D.M. van der Schrier is lid van de provinciale commissie Overijssel van Heemschut.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 54