Felicitatie Minister van WVC aan
Bond Heemschut
4
Geschiedenis
Een tweede thema in dit nummer is
de zeer gevarieerde geschiedenis
van Heemschut. De heer J.Th. Balk
verrichtte veel speurwerk en kwam
met leuke 'sprokkelingen' over het
ontstaan van de naam Heemschut,
de zeer brede belangstelling voor de
esthetica van de oprichter van
Heemschut, Ir. A.W. Weissmanen
de aandacht, die Heemschut ook
steeds voor het landschap heeft ge
had. Aardig is nog om te vermelden,
dat Heemschut in 1920 een Schoon-
heidsraad instelde - de voorloper
van de door de Bond geïnitieerde
schoonheidscommissies - die ons
land elke dag voor tenminste een
misbaksel behoedde.
Boeiend zijn ook de interviews
met Heemschut-pioniers als
G. Brinkgreve, E.B.J. Postma en
J.E. van der Wielen.
Voor historisch geïnteresseerden
tekende Sara Bakker de historie van
het Korenmetershuis op. De inwen
dige renovatie van de landelijke zetel
van Heemschut vormde daartoe een
goede aanleiding.
Aardig om te lezen is, dat de koren
meters destijds ook verplicht werden
om heel andere bezigheden dan het
meten van koren te verrichten.
Zo moesten zij inspringen bij
brand in de stad, schade door vorst,
watersnood en andere calamiteiten.
Gelukkig hebben veel Heemschut
medewerkers nog steeds een zeer
gevarieerd takenpakket.
Het derde thema van dit nummer
is een registratie van meningen over
Heemschut van enkele belangrijke fi
guren in de monumenten-wereld.
Redder in laatste nood
De onlangs teruggetreden directeur
van de Rijksdienst voor de Monu
mentenzorg jhr.ir. L.L.M. van Nispen
tot Sevenaer schetst voor organisa
ties als Heemschut drie mogelijke
rollen: de rol van de onderhandelaar,
die ook accepteert, dat anderen an
dere belangen hebben, de rol van
'redder in laatste nood' en die van
'interesse kweken voor het cultureel
erfgoed'. Dat zijn ook de drie gezich
ten van Heemschut. Van Nispen
vindt echter, dat Heemschut nog te
vaak de rol van redder in nood
speelt en de kans op inbreng in de
onderhandelingen laat liggen. Hij
vindt, datje beide rollen niet kunt
combineren want dan 'ben je geen
betrouwbare onderhandelingspartner
meer'. Interessante discussiestof
voor Heemschut.
Mr. P.A. Nouwen, directeur van de
ANWB meent met recht, dat Heem
schut wat meer klantgericht zou
moeten gaan werken. 'Wat bied ik
als organisatie mijn leden'. De
ANWB is die martkgerichte weg al
veel eerder ingeslagen en met suc
ces.
De voorzitter van de NCM, J.C.J.
Lammers ziet Heemschut als een ef
fectieve onderhandelingspartner
voor de overheid en dan met name
op plaatselijk niveau. 'Want daar
staan de monumenten zelf'. Met zijn
gedecentraliseerde structuur is
Heemschut inderdaad bij uitstek ge
schikt om als tegenspeler van de lo
cale overheid te fungeren.
Alles beschermen?
Mr. G. I/V. van Herwaarden, secretaris
van de Rijkscommissie voor de Mo
numenten, tenslotte is het niet eens
met het standpunt, dat je alle MIP-
objecten officieel moet beschermen.
Het MIP is een onderzoeksproject,
meent hij. Uit dat onderzoek moet
blijken of er aanleiding is voor be
scherming. Als je bescherming toe
past, dan moet het ook echt inhoud
hebben. En dan moet die bescher
ming heel effectief zijn. Een redelijk
standpunt maar dat sluit niet uit, dat
je toch zoveel mogelijk objecten een
beschermde status probeert te ge
ven. Overigens ook aardige discus
siestof voor het jubilerende Heem
schut. Ik kom hier nog op terug bij
mijn toespraak t.g.v. de uitreiking van
de Heemschut Persprijs.
J. Franssen,
Voorzitter Bond Heemschut
Mevrouw drs. H. d' Ancona, minister van WVC
Op een verjaardag feliciteert men
vanzelfsprekend allereerst de jarige.
Bij de 80ste verjaardag van de Bond
Heemschut wil ik naast de jarige ook
heel monumentenminnend Neder
land gelukwensen.
Het is niet nodig in dit blad het grote
belang van het behoud van onze
monumenten te benadrukken. De le
zers van dit blad zijn immers bij voor
baat overtuigd van de waarde van
de monumenten.
Tachtig jaar Heemschut betekent 80
jaar strijd, activiteit, inzet, emotie en
argumentatie voor het behoud van
monumenten. Een indrukwekkende
groep mensen heeft zich ingezet
voor het doel van de Bond. Diverse
middelen werden gebruikt om het
doel te bereiken. Ik denk bijvoor
beeld aan de initiatieven tot het be
houd van stationsgebouwen, de les
brieven om de jeugd vertrouwd te
maken met ons gebouwd erfgoed en
de zeer vele bezwaar- en beroep
schriften waarmee de Bond Heem
schut het de overheid lastig heeft ge
maakt.
Deze 80-jarige wil ik geen rust toe
wensen. Integendeel. In de Bond
Heemschut zie ik een duidelijk ele
ment van ondersteuning voor het be
leid dat mij voor ogen staat op het
gebied van de monumentenzorg.
Heemschut zal zich ook in de toe
komst ongetwijfeld kritisch blijven
opstellen, en het publieke debat over
de zorg voor onze gebouwde omge
ving op die wijze stimuleren. Ik vind
dat het volgen en prikkelen van de
overheid de kwaliteit van het beleid
ten goede komt. Alleen al daarom
wens ik de feestvierende Bond
Heemschut nog een lange en initia
tiefrijke toekomst.