Karnhuisje Demen een ambachtelijk- industrieel monument Jos Bertens 47 Adoptie-project Heemschut Noord-Brabant functioneert goed Op 8 september 1989, daags voor Open Monumentendag, werd het adoptie-monument van Heemschut in de provincie Noord-Brabant, een gerestaureerd karnhuisje in Demen bij Ravenstein, op ceremoniële wij ze in gebruik genomen. Alle genodigden, waaronder hoofdsponsor DMV Campina konden aanschouwen hoe er in vroegere dagen van melk boter werd gemaakt. Een ingehuurd paard draaide, wat onwennig, zijn rondjes in het donkere gebouwtje. Op deze wijze werd de gereconstru eerde rosmolen in beweging gezet, waardoor, via een overbrenging, in een belendend karnvertrek de karn- pol in een grote karnton op en neer bewoog. Omdat de karnton, een bruikleen van het Landbouwhisto- Links op de foto: het karnhuisje risch Museum te Wageningen, uit 1824 dateert en reeds lang met pen sioen was, waren de duigen zodanig gekrompen, dat vulling met room lou ter verspilling zou betekenen. Boven dien zou het volgen van het hele karnproces de ceremonie te lang en te eentonig maken. Het in werking zien van een stukje oude ambachte lijke mechanica was voor de geno digden boeiend genoeg om de rest van het proces voor lief te nemen. De firma Gebr. Adraens, molen bouwers uit Weert, had goed werk geleverd. Campina, die de kosten van dit binnenwerk voor zijn rekening had genomen was trots op deze tast bare herinnering aan een stukje oude Zuidnederlandse zuivel. De gemeen te Ravenstein, die ook een ruime bij drage heeft gedaan in de totale kos ten ad 50.000,- heeft ervoor ge zorgd, dat het gebouwtje inmiddels is toegevoegd aan de rijkslijst van be schermde monumenten. De restaura tie heeft tevens geleid tot de oprich ting van een eigen heemkunde-kring in Ravenstein, die het beheer van het kersverse monument op zich heeft genomen. Dit alles mag aanleiding zijn tot grote tevredenheid. Toch willen we bij deze restauratie ook enige kantteke ningen plaatsen. Op de eerste plaats is gebleken, dat het geen eenvoudige zaak is een ogenschijnlijk krakkemikkig doch historisch gezien waarde vol gebouwtje te behouden. Men heeft te maken met een onbeschermd object in parti culiere handen en als zodanig deel uitmakend van het erf van een agrariër, die 'met de tijd mee wil'. Het kost de nodige overredings kracht en tijd om de eigenaar tot be houd te bewegen. Dergelijke ge sprekken kunnen doorgaans het meest vruchtbaar gevoerd worden door mensen uit de eigen omgeving. Dat dit in Demen tot succes heeft ge leid is eens te meer een bewijs voor de stelling, dat men op het Brabantse platteland alleen iets kan bereiken als men letterlijk 'de boer op gaat'. Beheerso vereen komst Op de tweede plaats is het belangrijk een goede beheersovereenkomst te sluiten. Een karnhuis, dat gerestau reerd is, compleet met gerestaureerd binnenwerk, moet kunnen functione ren. Bij korenmolens is het gebruike lijk, dat men op ambachtelijke wijze koren maalt, bij een karnmolen ligt het economisch gewin moeilijker. Bo vendien moet men bij de laatste de beschikking hebben over een paard, dat men zeer dier-onvriendelijk rond jes moet laten lopen. Het zal dus voorlopig blijven bij het op gezette tij den demonstreren van het mechanis me. De agrariër-eigenaar is hier doorgaans niet op ingesteld. In het geval Demen is gekozen voor de op richting van de heemkunde-kring 'Land van Ravenstein', die met de ei genaar een notarieel vastgelegde be heersovereenkomst heeft gesloten. Een belangrijke concessie, die men bij de restauratie heeft moeten doen, is het verplaatsen van het gebouw. De charme van een boerenerf is juist de logische situering van de bijge bouwen rondom het hoofdgebouw. Samen met de beplanting geeft dat schoonheid aan het geheel. Karn- huisjes stonden altijd vlak naast de spoelkeuken, waar de karnton stond. Om bedrijfstechnische reden is in Demen het gebouw verplaatst naar een plek vlak naast de achtergevel van de stal. Wel kon men zodoende een gedeelte van de stalruimte herin- richten tot karnvertrek. In 1985 is in Noord-Brabant, naar Drents voor beeld, de Boerderijenstichting Noord- Brabant opgericht. Het doel hiervan is het behoud cq herstel van het Bra bantse erfgoed van boerderijen, boe renerven, agrarische bouwsels en beplanting. Men werkt o.a. samen met boerenorganisaties om geleide lijk aan te komen tot een betere, meer Brabantse inrichting van het platteland. Ook probeert men agrari ërs meer bewust te maken van de schoonheid en het waardevolle van objecten, die hun functie verloren hebben. De keuze van de provinciale commissie voor de restauratie van een karnhuisje paste heel goed in deze doelstelling. Het karnhuisje te Demen maakt namelijk deel uit van een betrekkelijk gaaf ensemble van een 18de eeuwse boerderij, een bakhuisje en een grote langsdeelschuur. Alles heel karakte ristiek voor de Maasstreek. Door de opwaardering van een object kon te vens de stille hoop gekoesterd wor den, dat de vonk zou overslaan naar de andere gebouwen. Toen ik in het kader van dit artikel nog eens een bezoek bracht aan het karnhuisje moest ik echter tot mijn spijt consta teren dat het bakhuisje inmiddels was gesloopt. Jos Bertens is lid van de prov. com missie Heemschut Noord-Brabant

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 47