Heemschut is effectieve gesprekspartner voor gemeenten Abele Reitsma 43 J. C. J. Lammers: Commissaris der Koningin in Flevoland, de heer J. C. J. Lammers, is in monumentenland bekend als voorzitter van de Stichting Nationale Con tactcommissie Monumentenbescherming (NCM). Nu het monumenten beleid gedecentraliseerd is en bovendien met bezuinigingen te maken krijgt, moeten de particuliere monumentenorganisaties hun strategie aanpassen, vindt de NCM. De leemte die ontstaat door het weg vallen van overheidstaken moet wor den opgevuld door de particuliere or ganisaties. De organisaties moeten meer samenwerken en hun profes sionaliteit vergroten. Welke visie heeft de NCM-voorzitter op het parti culier initiatief? Wat verandert er in zijn ogen voor Heemschut? Identiteit Heemschut was in 1972 een van de oprichters van de NCM en is nog al tijd bestuurslid van de NCM. Lam mers zegt niet goed te kunnen beoor delen of Heemschut de NCM wel goed benut. 'Ik heb de indruk dat Heemschut erg sterk aan zijn eigen identeit hecht. Ze zitten in het stich tingsbestuur en ik denk dat ze ten volle meeprofiteren van de activitei ten die de NCM als zodanig ontplooit. Ik vind ze reuze actief, op studied agen en zo.' Op de vraag of Heemschut profes sioneel genoeg is, zegt Lammers: 'Ze maken op mij een hele degelijke, ge degen indruk. Maar dat is over het al gemeen het kenmerk van mensen die zich op het terrein van monumen ten bewegen: die moeten zich nood gedwongen natuurlijk geweldig inten sief verdiepen in het vraagstuk waar voor ze staan. De professionaliteit komt aldoende.' Lammers beschouwt Heemschut wel als een serieuze te genhanger van de overheid. 'Het lijkt mij wel dat Heemschut een effectieve gesprekspartner voor de overheid is, met name op plaatselijk niveau. Ten slotte gebeurt het daar, want daar staan de monumenten.' De NCM pleit voor meer onderling contact en samenwerking tussen par ticuliere organisaties, niet alleen op landelijk maar ook op provinciaal en plaatselijk niveau. Heemschut werkt al lang met provinciale commissies. Op de vraag welke rol hij bij die sa menwerking voor Heemschut ziet, zegt Lammers: 'Gewoon blijven door gaan met wat ze doen. De NCM spoort aan tot samenwerking, be schouwt het als een nadrukkelijke taak. Daar waar Heemschut al heel nuttig werk verricht zal de NCM zich niet vertonen. De coördinatiegedach te is natuurlijk een centraal uitgangs punt voor de stichting van de Natio nale Contactcommissie. Anders zou het ook geen contactcommissie zijn: het afstemmen van beleid. Met name naar de overheden toe houdt dat niet op bij de Rijksoverheid.' Vrijwilligersrapportage Lammers toont zich geïnteresseerd in de vraag of er nog wel een basis is voor een evenwichtige wisselwerking tussen overheid en particulier initia tief, nu de RDMZ moet bezuinigen en bij de gemeenten een groot tekort J.C.J. Lammers, voorzitter van de NCM (foto Jan Blom). aan menskracht en deskundigheid is. 'Wat zorgelijk is, dat is dat er kennis verloren gaat. De enorme concentra tie aan kennis waarover de Rijks dienst beschikte takelt af. Ik denk dat het met name op de weg van het par ticulier initiatief ligt om hier enige compensatie voor te verschaffen. Dat zal niet eenvoudig zijn. Het zal ge weldig veel kosten om datgene dat verloren gaat aan gebundelde know how weer te herstellen. Ik denk dat daar jaren over heen gaan.' 'Als de Rijksdienst zich niet meer als waarnemer door het land kan ver plaatsen, misschien datje dan tot een soort vrijwilligersrapportage zou moeten komen. Maar ook dat is een kwestie van particulier initiatief, dat er een soort meldpunt komt waarbij je kunt aangeven: ik ben daar en daar geweest, ik heb dat en dat gezien, en het lijkt me dat de Monumentenwacht er maar eens naar toe moet - ik noem maar eens wat.' Belastingbetaler Dan rijst de vraag welke taken het meest geschikt zijn om naar het parti culier initiatief over te hevelen. 'In be ginsel kunnen alle taken door particu lier initiatief worden overgenomen. Maar het gaat om de bundeling van de know-how, het bij elkaar zetten van dat soort mensen, omdat ze ook elkaar weer wijzer maken. Wat de overheid niet doet, dat zou in begin sel het particulier initiatief kunnen doen. Alleen denk ik dat de middelen daarvoor ontbreken en dat daarvoor gewoon overheidsgeld nodig is. Als je zoiets kwetsbaars als een cultuur erfenis zoals wij hebben, goed wilt bewaren, dan kan dat niet zonder een heel duidelijke overheidssteun. Dat geldt natuurlijk voor het hele cul turele erfgoed. Als iets zo evident een gemeenschapsbelang is dan ligt dat op de weg van de overheid, dan moet je daar ook sterk voor staan. Dat moet zich vertalen in geld. Ik heb de indruk dat de belastingbetaler daar graag zijn geld voor over heeft.' Met de veranderingen in het over heidsbeleid stijgt dus het belang van de particuliere organisaties. Het Rijk is al jaren erg positief over het parti culier initiatief. Op de vraag of het Rijk die waardering ook financieel wel voldoende toont, zegt Lammers: 'Laat ik nu maar niet klagen.' Maar als deze ontwikkelingen verder gaan, neemt het Rijk het particulier initiatief dan voldoende serieus, financieel? 'Ik denk niet dat je er nog over kunt praten of het Rijk iets nog au serieux neemt of niet. Men is aan alle kanten bezig om bezuinigingen tot stand te brengen. En dat gaat zonder aanzien van wat dan ook.' Lammers wenst de jubilerende Bond Heemschut veel succes toe, 'zoveel als maar mogelijk is, bij met name de activiteiten die zich op plaatselijk ge bied afspelen, die zich richten op heel concrete gevallen, waarbij be scherming noodzakelijk is.'

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 43