Wissel niet te snel van identiteit 41 Abele Reitsma Mr. G. W. van Herwaarden: Mr. G. W. van Herwaarden is een bekende Nederlander in Monumenten- land. Als secretaris van de Rijkscommissie voor de Monumenten (een onderdeel van de Raad voor het Cultuurbeheer) is hij voortdurend bezig met de vraag of monumenten wel of niet beschermd moeten worden. Welke ideeën heeft hij over de 'Vereniging tot bescherming van Cultuur monumenten' en haar standpunten? Flitsend Zijn algemene indruk van Heem schut: 'De Bond doet z'n best. Een organisatie als Heemschut moet er zijn en is noodzakelijk naast de over heden, de direct betrokkenen (eige naren en beheerders) en de specifie ke belangen behartigende organisa ties. In zijn algemeenheid kan ik mij geen effectieve monumentenzorg voorstellen zonder een zeer nadruk kelijke betrokkenheid van het parti culier initiatief. Ik vind dat het blad er de laatste tijd aantrekkelijk uitziet.' Een kleine kanttekening: 'Wel kun je je soms afvragen of de Bond altijd de juiste prioriteiten stelt'. Van Herwaarden vindt Heemschut niet oubollig. 'Het tegenovergestelde is dan waarschijnlijk 'flitsend' of zoiets. Van mij hoeft dat niet zo no dig. Het onderwerp leent zich er niet voor. Het is een serieus onderwerp, dat moet je serieus benaderen. Het behoudsvraagstuk spreekt niet alle mensen aan - dat zij zo. Uit die hoek zal het woord 'oubollig' wel klinken. Maar die steunen je toch niet.' Bij veel oudheidkundige verenigin gen speelt de vraag 'hoe moet je de jeugd erbij betrekken?'. De jeugd komt wel als ze ouder worden, hun belangstelling komt later wel. Als je wat ouder wordt merk je pas dat er vertrouwde dingen om je heen ver dwijnen. En sommige mensen inte resseren zich nou eenmaal niet voor het behoudsvraagstuk. Je moet als oudheidkundige organisatie niet te snel van identiteit willen wisselen. Bouw een vaste groep supporters op en houd die vast. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je de zaken op z'n beloop moet laten. Natuurlijk moet je voortdurend aan ledenwerving doen. Tracht daarbij te overtuigen door je daden en argumenten. Maar probeer je niet te krampachtig op de jeugd te richten. Dat werkt toch niet.' Devaluatie Van Herwaarden is het niet eens met het standpunt dat alle MlP-objecten en -structuren beschermd moeten worden. Dit standpunt verspreidde Heemschut begin '91'Ik vind dat ei genlijk niet. Het MIP is een onder zoeksproject. Hieruit moet blijken of er een aanleiding is voor bescher ming. Ik vind dat je met rijksbescher ming terughoudend moet zijn. Maar als je rijksbescherming toepast, dan moet het ook inhoud hebben. Dan moet je de zaak vervolgens niet op z'n beloop laten. Integendeel, dan begint het pas. Je kunt niet alles ver bieden, maar de bescherming moet wel effectief zijn.' 'Er circuleren aantallen (rijksbe scherming voor 10% van de plm. 200.000 MlP-objecten - AR). Is dit zinvol? Wat staat ons eigenlijk voor ogen, los van de financiële vraag? Dit geldt heel sterk voor objecten die kort voor de oorlog gebouwd zijn. Ik heb me door de jaren heen bezigge houden met de vraag "wat willen we ermee?" Dit is een buitengewoon moeilijke vraag. Er zijn diverse argu menten te noemen. Zit er een priori teitstelling in die argumenten? Neem bijvoorbeeld het toeristische argu ment. Ik heb monumentenzorg altijd vooral gezien als een vanuit weten schappelijk oogpunt terechte en noodzakelijke activiteit - het om we tenschappelijke redenen bewaren wat vroeger gemaakt is. Dus hoe ou der hoe interessanter. De meeste MIP - objecten zijn nog geen hon derd jaar oud. Willen we die allemaal om wetenschappelijke redenen be schermen? Of welke andere motie ven zitten hierachter? Welk doel wordt daarmee gediend. Ik ben daar niet uit. Het is een uniek vraagstuk.' Van Herwaarden maakt een ver gelijking met natuurbescherming. Ook de natuurbescherming komt in het geweer als iets verdwijnt. Maar 'het verdwijnen van levende soorten is van een andere orde dan het ver dwijnen van een oud pand.' Mr. G.W. van Herwaarden, secretaris van de Rijkscommissie voor Monumenten, (foto Haagsche Courant).

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 41