Gegrepen door Paleis 't Loo 39 Consternatie rond De Waag J.Th. Balk J.E. van der Wielen: In 1972 werd J.E. van der Wielen redacteur van Heemschut. Hij was vele jaren Haags redacteur geweest van het toenmalige Algemeen Handels blad en trok de aandacht met zijn belangstelling voor de geschiedenis van Den Haag en de monumenten van de stad. Ruim negen jaar vervul de hij de functie van redacteur en het bestuur van Heemschut kende hem bij zijn afscheid de Ton Koot-penning toe, een onderscheiding die daarvoor slechts aan de naamgever ten deel was gevallen. En nu, terugziend op deze periode, vertelt de heer Van der Wielen - nog altijd woonachtig in het hem zo dier bare Den Haag - wat hem opviel tij dens dat redacteurschap: de verbre ding van het begrip monument. Zo openbaarde zich de belangstelling voor de oude stations in de Achter hoek en Overijssel, trokken waterto rens en vuurtorens de aandacht, maar ook het behoud van pontveren en oude sluizen, theekoepels aan de Vecht, oude begraafplaatsen. Ook bij het natuurbehoud blies Heemschut zijn partij mee: men heeft zich ook erg ingespannen voor het behoud van het plateau van Margraten. Wat hem nu persoonlijk het meest heeft beziggehouden? 'De restaura tie van Paleis 't Loo heb ik op de voet gevolgd. Dat was uitermate boeiend. En dan die vreselijke strijd of de tuin in zijn oorspronkelijke vorm moest worden hersteld of niet. De geschie denis van het paleis was heel inte ressant maar ook de achtergrond van de mensen die er gewoond hebben en die wij nog gekend hebben.' Er was veel in het paleis veranderd. Wilhelmina heeft er veel gewoond en voor de kleine Juliana was er veel vertimmerd. Er is grondig onderzoek verricht - di verse disciplines kwamen er aan te pas maar het resultaat was een bui- J.E. van der Wielen. tengewoon geheel. 'Het Loo heeft men', aldus Van der Wielen, 'histo risch beter gerestaureerd dan paleis Noordeinde. Maar het eerste is mu seum geworden, het Haagse paleis is een werkpaleis voor de koningin dat uiteraard heel andere eisen stelt. Ook was er aanpassing nodig voor de gastruimten'. Van Dishoeckhuis Een minpunt tijdens het redacteur schap van Van der Wielen was de negatieve uitslag van de strijd om het Van Dishoeckhuis te Vlissingen - dat is ten lange leste afgebroken. Leuk daarentegen waren de vestingrestau raties: Bourtange, Woudrichem ("pleegkind' van Heemschut). Zeer te spreken is hij over de voorbeeldige Leidse monumentenzorg, waar de vele hofjes de aandacht kregen die zij nodig hadden. En over Leiden ge sproken: hoe mooi is de Hooglandse kerk niet geworden, waarvan het in terieur eens door Saenredam is ge schilderd. Veel strijd echter was er nodig om te komen tot de restauratie van de Oosterkerk te Hoorn. Veel waardering heeft hij voor het werk van de Amsterdamse Maat schappij tot Stadsherstel, onder lei ding van Jan Hengevelddat is el ders gevolgd maar het Haagse stadsherstel is helaas wat laat op gang gekomen. Er was al veel verlo ren gegaan (Wijnhaven, Nieuwe Ha ven, Turfmarkt, Kalvermarkt...) Vrijthof Het gesprek met Van der Wielen ont wikkelt zich geleidelijk tot een ware 'tour d'horizon'. Hoe mooi is het Bergkwartier in Deventer niet gewor den en hoe knap is men bezig ge weest in Maastricht met het Vrijthof en het Stokstraatkwartier. Hij wijst ook op de aandacht die prof. Tem- minck Groll uit Utrecht besteedde aan de monumenten op de Antillen en Suriname. Hij schreef daarover in Heemschut. En om nog even dichter bij huis te blijven: het heeft Van der Wielen erg veel deugd gedaan dat het 'Koffiehuisje' op het Amsterdam se Stationsplein na heel veel strijd en moeite van vooral Heemschut toch weer op de oude plaats aan de wa terkant is verrezen. Jammer, jammer vindt Van der Wielen het feit dat de organisaties werkzaam op het gebied van de Mo numentenzorg veel te weinig samen werken. Ook wat publicaties betreft wreekt het feit van de te grote verdeeldheid zich: er gaat daardoor naar verhou ding te veel geld in zitten. In Amsterdam is grote consternatie ontstaan over de miserabele staat, waarin het oudste wereldlijke monu ment van de stad, de Waag, ver keert, nadat wethouder Genet janu ari vorig jaar de verbouwing liet stil leggen. Monumentenorganisaties, waaronder Heemschut, hielden on langs een openbare terechtstelling over de situatie. Het gebouw begint scheuren te vertonen, de vochthuis houding deugt niet en de funderin gen moeten hersteld worden. Twee jaar geleden was de verbouwing bij na afgerond maar de wethouder bleek uiteindelijk te weinig vertrou wen te hebben in de financiële on derbouwing van het plan van de Stichting De Waag, die een commu nicatie-centrum annex grand cafe in het gebouw wilde vestigen. Daartoe werden reeds flinke wijzigingen in het interieur aangebracht zoals een extra verdieping in het Anatonicum en een betonnen vloer.Volgens wet houder en monumenten-organisaties heeft het Buro Monumentenzorg de verbouwing onvoldoende begeleid. Het buro ontkent dit. Volgens de stichting was alles prima voor elkaar gekomen als de wethouder hun plan gewoon had uitgevoerd. De verbou wing nu afmaken kost drie keer zo duur dan wanneer dit twee jaar gele den was gedaan. Inmiddels is de stichting failliet en wil de wethouder het plan voor een media-centrum en een grand cafe doorzetten met de film- en videoproduktiemaatschappij Eller. Ook de lelijke glazen uitbouw, waartegen Heemschut zich fel verzet maar waarvoor uiteindelijk een ver gunning is gegeven, wil de wethou der laten doorgaan omdat het be hoort bij het ontwerp-Sfarck, waar van nog steeds wordt uitgegaan. Pi kant is echter, dat volgens Eller 'hun plan ook zonder die uitbouw uitge voerd kan worden'. J.K.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 39