29 Geraadpleegde literatuur pehuis laten maken en de wanden van het trappehuis laten betegelen. De zolderverdieping is vervolgens betimmerd en in een drietal vertrek ken verdeeld: een kamer met een schouw voor de overlieden, hier naast een gangetje en de kamer voor de boekhouder en aan de oost kant een zolderruimte. De wanden van de boekhouderskamer zijn in middels bij de huidige restauratie van het interieur weggehaald. Een grote ruimte is hierdoor ontstaan en zal door de Bond Heemschut als vergaderruimte worden gebruikt. In dit vertrek zijn nog twee originele be schilderde kastdeurtjes, waarop een voorstelling van de korenzetters en de korenmeters is afgebeeld met het opschrift: 'D: Cooremsetters' en 'D: Coore:meeters'. De hoofdverdieping is hoogst waarschijnlijk altijd in tweeën ver deeld geweest. Aan de westkant be vond zich in 1898 de zaal van de ko renmeters en -wegers; en aan de oostkant een kamer voor de gereed schappen. De korendragers hadden een kleine ruimte in de kelder. Tot de beginjaren '20 heeft het ge bouw dienst gedaan als Korenme tershuisje. De Commissie voor den Graanhandel was in 1857 opgericht en functioneerde als belangenbeharti ger van de graanhandel in Amster dam, verrichtte arbitrage en gaf ad viezen aan burgemeester en wethou ders. Tevens hield zij toezicht op het gebruik van de stadsgebouwen en ei gendommen, ten behoeve van de graanhandel en had zij het onder houd van het gereedschap van de ko renmeters en korenzetters in handen. In 1875 werd besloten dat het graan niet meer gemeten, maar gewogen moest worden. Er werd een Corpora tie der korenwegers en korenmeters opgericht. Deze Corporatie was de voortzetting van het oude gilde. Ech ter er ontstonden allerlei moeilijkhe den tussen de korenwegers, koren meters en de graanhandelaren. Dit leidde tot een scheiding der wegen. In 1921 is de Corporatie der korenwe gers en korenmeters opgeheven. Nederlands Persmuseum van 1924 tot 1949 Het Korenmetershuisje is in 1921 op nieuw eigendom van de Gemeente Amsterdam geworden. In 1898, zoals wij op de gedenksteen kunnen lezen, heeft de Gemeente het gebouw te ruggegeven aan het Gild. Op 1 febru ari 1924 vond de officiële opening plaats van het Nederlands Persmu seum door Burgemeester W. de Vlugt. Het Korenmetershuisje heeft tot 1949 dienst gedaan als persmu seum. Vervolgens is in 1950 het bu reau van de Vereniging de Amster- Algemeen directeur Bernard Duimel en eindredacteur/voorlichter Jaap Kamerling poseren voor de keet, die tijdens de opknapbeurt van het Korenmetershuis als noodonderkomen dient (foto Onno Helleman). damse Haven in het pand gevestigd. Vanaf 1967 zetelt Bond Heemschut in dit 371 jaar oude gebouw. Restauratie interieur gaande Het interieur van het Korenmeters huisje wordt momenteel, gelijktijdig met het 80-jarig jubileum van Bond Heemschut, gerestaureerd door Ar- chitectenburo Prins en met als aan nemer Kneppers te Amsterdam. Het gebouw zal van binnen geschilderd worden. Een aantal 19de eeuwse scheidingswanden is inmiddels ge sloopt. In de kelder komt een nieuwe toiletgroep en het keukenblok van de lunchruimte wordt hersteld. Verder zal een nieuwe keldertrap worden gemaakt. De Rijksdienst Monumen tenzorg heeft een kleurenonderzoek verricht. Hieruit is tevoorschijn geko men dat in de 17de eeuw gebruik is gemaakt van meerdere tinten Bent- heim. De kleur Bentheim kent ver schillende gradaties van gebroken wit tot een vrij donkere zandsteen kleur. In de 18de eeuw is het hout werk houtkleurig geschilderd. Vervol gens zijn in de tweede helft van de 19de eeuw meerdere tinten olijf groen gebruikt. Thans is het hout werk aan de binnenzijde glanzend gebroken wit geschilderd. Restauratie exterieur hard nodig Uitwendig moet zowel aan het Ko renmetershuisje als aan de N.Z. Kolk nog veel gedaan worden. Hopelijk zal de Gemeente Amsterdam, de ei genaar van dit pand, op korte termijn de buitenkant restaureren. Het met selwerk is erg vies en moet op een aantal plaatsen opnieuw gevoegd worden. De beide stoepen zijn bouwvallig en het houtwerk moet no dig geschilderd worden. Omgeving Korenmetershuis verpauperd en gekraakt Het is ook te hopen dat de 17de eeuwse monumenten aan de zuid kant van het plein snel worden ge restaureerd. Zij zijn inmiddels ge kraakt. Ook laten de nieuwbouw- plannen voor de lege kavels op zich wachten. Wellicht zullen al deze wij zigingen in de nabije toekomst uitge voerd worden. In 1625 deed men meer aan de groenvoorziening van het plein dan thans het geval is. Misschien zou weer een dubbele bomenrij geplant kunnen worden om het plein wat aantrekkelijker te maken. Sarah Bakker is kunsthistorica te Amsterdam d'Ailly, A. E., Zeven eeuwen Amsterdam. De stad en haar schoonheid in de zeventiende eeuw, 6 vol., Am sterdam s.a. vol. 111, p. 128. Arkel, G, van A. W. Weissman, Noord Hollandsche Oudheden, Amsterdam 1905, vol. VII, p. 58-59. Carasso, D. G., 'Amsterdams nijverheid in de 17e en 18e eeuw'. Ons Amsterdam 35 (1983), p. 198-203. Cohen, A., 'Het Nederlandsch persmuseum', Amster dam. Tijdschrift gewijd aan de schoonheid van Amster dam en omgeving, no. 9, 1 december 1931, p. 1-3. Dapper, Dr. O., Historische beschrijving der Stadt Am sterdam..., Amsterdam 1663. Emeisjr, M. G., Ken je Amsterdam?, Amsterdam 1941, p. 37-39. J.W.E., 'Het Korenmeters-huisje aan den N,Z. Kolk', Amsteiodamum 8 (1921), p. 62-63. Gimpel, C. J„ 'Het Korenmetershuisje op de Nieuwe- zijds Kolk te Amsterdam', Buiten, 29 juni 1912, p, 303 p. 312-313. Heijder, M., Amsterdam, Korenschuur van Europa, Am sterdam 1979. Hemmes, J. K., 'Wateroverlast door optrekkend grond water', Heemschut 2, 47 (1970), p. 45. Le guide d'Amsterdam, avec une description de la bella maison de ville, Amsterdam 1734, p. 279. Maaskamp, E., Amsterdam, s.l. 1818. Meischke, R., 'De vleeshal op de Heerenmarkt', Amste iodamum 42 (1955), p. 22-27. Ram, B,, 'Het Korenmetershuisje', Ons Amsterdam 18 (1966), p. 109-111. Schotel Fzn, C. J., 'Het Gouden leesmuseum', Ons Amsterdam 4 (1952), p. 50-54. Vriese, J., 'Een praatje bij een plaatje', Ons Naderbe- richt2, nr. 17, p. 9^10 loid. 9, nr. 97, p. 8-10. Idem, 'Een praatje over Amsterdam', Justitia 8, nr, 4, p. 18-19. Wagenaar, J., Amsterdam in zijne opkomst, aanwas, geschiedenissen..., 3 vol. Amsterdam 1760/1767, vol. 11. Wagenaar, J., 'Ik zie, ik zie wat jij niet ziet', Ons Am sterdam 7 (1955), p. 53. Wegwijzer door Amsterdam, s.l. 1713. Wenckebach's Amsterdam. 104 Facsimile's van pente keningen ingeleid door Ir. H. A. J. M. Weller, toelichting bij de prenten bijeengezocht door Drs. H. Rowaan, Stichting Diogenes, Amsterdam 1970, p. 20, prent 61. Wijnman, H. F., Historische gids van Amsterdam, Am sterdam 1971, p. 264 p. 287-288. Zantkuijl, H. J., 'Het begin van het klassicisme', Bou wen in Amsterdam (1979), nr. 27, p. 252-253. Zeijlstra, W. A., 'Het Korenmetershuisje aan de N.Z. Kolk', De Amsterdamsche Gids 5 (1930), p. 201-210.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 29