XO 0303KMiaCTXÖtó-JEro X S
c .A-mi!?!. e x ïLn.axv
28
■vurïur %yf^a/tjzo7
7.Jyy:'.7-
Tekening van het Korenmetershuisje uit 1797 van J.C. Schultsz.
landse renaissance stijl uitgevoerd.
Het gebouw staat aan de oostkant
van de N.Z. Kolk. Het was in het be
gin van de 17de eeuw vrij gebruike
lijk rechthoekige vrijstaande gebouw
tjes in de lengterichting van een
marktplein te bouwen. Hierdoor is er
geen representatieve ingangspartij
aan het plein. De hoofdingang is ge
situeerd aan de kant van de Kolk-
steeg, in het midden van de lange
voorgevel. In de achtergevel is ook
een toegang tot de hoofdverdieping.
De kopkanten van het gebouw zijn
gesloten. Wel is er een kelderdeur
aan de kant van de Kolk.
Dit type gebouw moest functioneel
zijn en was hierom eenvoudig van
uitvoering. In de 17de eeuw waren
er in Amsterdam en omgeving een
aantal van dit type gebouwtjes. Veel
Noord-Nederlandse raadhuizen zijn
van dit type. In Ransdorp staat nog
zo'n raadhuis uit 1652. Vaak waren
gildehuizen, accijnshuizen en vlees
hallen ook eenvoudige rechthoekige
vrijstaande bouwwerken. Denk hier
bij aan de Vleeshal op de Heren-
markt (Westindisch huis) en de in
1856 gesloopte Westerhal op de
Westermarkt.
Op de hoofdverdieping was vaak
een grote zaal die als vergaderruim
te door de schutterij of door een gil
de werd gebruikt. Hieronder waren
de werkplaatsen of wachtruimtes. In
het geval van het Korenmetershuisje
bevond de werkruimte zich in de kel
der en op de verdieping.
In de gids: 'Wegwijzer door Am
sterdam', daterend van 1713, wordt
het Korenmetershuisje als volgt be
schreven: 'Dit Gebouw is opgerecht
tot bijeenkomst van de arbeiders in
de Graanen, om indien 'er volk moet
zijn, bij de hand te weezen. Het is
een sierlijk langwerpig steen ge
bouw, rustende op een overwulfde
kelder, en staande op een klein
plein, de Oude Zijds Kolk genaamd,
rondom vrij van de overige huizen
afgezonden. Het manvolk naamlijk
draagers, meesters enz. vergaadren
gemeenlijk booven, en 't vrouwvolk,
als aanlechsters, verschietsters, enz.
beneeden in de kelder; werden de
werken, door een Vaader, Opzichter,
of Doverman, bij looting of volgens
de pen, verdeelt: hebbende ver-
scheide willekeuren, om zich na 't
een en ander te richten.'
In 1873 brandweerpost in
souterrain
In 1873 werd het gebouw gedeelte
lijk ingericht als brandweerkazerne.
In het archief van Publieke Werken
bevindt zich een opmeettekening uit
1873. Hierop is te zien hoe het ge
bouw was ingedeeld. Wat betreft de
hoofdopzet is het interieur niet veel
veranderd. De 19de eeuwse teke
ning van J. M. A. Rieke beeldt de
zaal van de korenmeters en koren
dragers af. Onder de vensters waren
houten banken. Op de opmeetteke
ning uit 1873 is geen dubbele stoep
getekend. Op de tekening van G.
Lamberts uit 1816 is de originele
dubbele stoep nog te zien.
Tot 1893 was een brandweerpost
gevestigd in het souterrain. Het gilde
van de korenmeters en korenzetters
had zijn hoofdkwartier op de verdie
ping.
Restauratie in 1896
De Commissie voor den Graanhan
del stelde in 1896 de architect H. G.
Jansen aan om het Korenmeters
huisje te restaureren, wat ook ge
beurde tussen 1896 en 1898. In het
trappehuis hangt nog steeds een ge
denksteen, waarop melding wordt
gedaan van deze restauratie: 'Ge
bouwd voor het Gild in 1620. Ge
deeltelijk tot Brandweer Kazerne in
gericht in 1873. Door de Gemeente
aan het Gild teruggegeven in 1898.
Hersteld door de Commissie v.d.
Graanhandel
Jansen heeft het gebouw geres
taureerd volgens de toen geldende
restauratie-denkbeelden en technie
ken. Hierbij is gekozen voor een 're
constructie' van de toestand van
1620. Natuurlijk was deze recon
structie een 19de eeuwse opvatting
van hoe het gebouw er uit moet heb
ben gezien in het begin van de 17de
eeuw. De restauratietekeningen van
1898 bevinden zich in het archief
van Bouw- en Woningdienst.
Oorspronkelijk had het gebouw
kruiskozijnen met luiken en glas in
lood ramen. Deze werden geleidelijk
aan vervangen door roede ramen.
Vervolgens werden schuiframen
aangebracht. Deze schuiframen zijn
op de tekening van G. Lamberts te
zien. In 1898 werden de schuiframen
vervangen door houten kruiskozijnen
met aan de onderkant luiken. Boven
de middendorpel zijn glas in lood ra
men met gebrandschilderde decora
ties. De dakkapellen en de schoor
stenen zijn toen ook gerestaureerd
en van dakjes voorzien. Jansen
heeft in het interieur een nieuw trap-