Het Nieuwe Bouwen en zijn beschermer
D0C0M0M0
10
Olga van der Klooster
'Wegwerp-architectuur' toch beschermen
'Het Nieuwe Bouwen is consumptie-architectuur en de essentie daar
van is dat die wordt afgebroken zodra zijn functie ophoudt te bestaan.
Het is nooit de bedoeling van de architect geweest dat zijn architectuur
als monument voor het nageslacht behouden blijft'. Zo luidde een van
de kernproblemen waarmee de leden van de DoCoMoMo-conferentie af
gelopen jaar werden geconfronteerd.
Het was de eerste van een twee
jaarlijks terugkerende internationale
conferentie over het Nieuwe Bou
wen; een platform waar afgevaardig
den en werkgroepen uit diverse lan
den (de architectuurstroming is we
reldwijd) bevindingen en gedachten
konden uitwisselen.
Dit initiatief van D0C0M0M0, dat
staat voor: Documentation and Con-
servation of buildings, sites and
neighbourhoods of the Modern
Movement, is er natuurlijk allesbe
halve op gericht om de veronderstel
de intentie van de toenmalige archi
tecten (bouwen om af te breken) te
respecteren. Haar doelstelling is juist
om sloop te voorkomen. Al een paar
maal drong de instantie tot de
nieuwsmedia door om publiekelijk
melding te maken van gebouwen in
'sloopnood'. Door het houden van
conferenties, het uitbrengen van een
Nieuwsbrief en door het opstellen
van een Internationaal Register,
tracht D0C0M0M0 de krachten te
bundelen en de beschermende hand
te leggen op hetgeen er van het
Nieuwe Bouwen resteert.
Nu bestaat er in Nederland sinds
1987 het Monument Inventarisatie
Project (MIP) voor jonge bouwkunst
(1850-1940). Gebouwen en stede-
bouwkundige structuren die hieruit
worden geselecteerd zullen dan het
predikaat 'rijksmonument' gaan dra
gen, hetgeen een wettelijke bescher
ming inhoudt (en eventueel subsi
dies bij restauratie). Het Nieuwe
Bouwen zal - in verhouding tot de
overige jongere bouwkunst - even
redig vertegenwoordigd zijn. Is de
Nederlandse DoCoMoMo-werkgroep
dan nog wel zo noodzakelijk? Over
lapt men elkaar niet een beetje en is
het wel terecht het Nieuwe Bouwen
extra aandacht te geven wanneer
ook andere architectuur - die de
moeite van het behouden waard is -
nog moet meedingen in de strijd om
restauratiegelden? Hieraan is altijd
gebrek. Het antwoord op de laatste
vraag is natuurlijk nee, maar de or
ganisatoren zijn, net zoals anderen
(zoals zij terecht stellen) vrij om een
eigen zuil op te richten. De leden
koesteren dan ook een grote liefde
voor het werk dat hun voorgangers
zoals Duiker, Dudok, Brinkman, Van
der Vlugt en Bijvoet hebben nagela
ten. De leer van de Nieuwe Zakelijk
heid of het Functionalisme (andere
termen voor het Nieuwe Bouwen)
heeft tot ver na de tweede wereld
oorlog op de architectuuropleidingen
doorgeklonken.
Restaureren uiterst kostbaar
Wanneer over het Nieuwe Bouwen
wordt gesproken denkt men in eer
ste instantie vrijwel altijd aan de pa-
De Openluchtschool van Duiker (en Bijvoet?) aan de Cliostraat in Amsterdam (foto Han van Gooi).