Noordhollandse watertorens wettelijk beschermd Wim de Wagt 32 Watertorens, even kwetsbaar als markant. Ze zijn lange tijd onmisbaar geweest voor de produktie van ons drinkwater en vormen door hun op vallende verschijning oriëntatiepunten in de stad en in het landschap. Nu verliezen steeds meer torens hun functie. Voor Noordholland was dit aanleiding om als eerste provincie een handvol karakteristieke voor beelden wettelijk te beschermen en zo voor het nageslacht te behoe den. Het gaat om in totaal 9 torens, te weten die in Aalsmeer, Assen delft, Heemstede, Hilversum, Laren, Overveen, Wieringerwaard en IJ- muiden (twee exemplaren). Buiten Noordholland is slechts een klein aantal watertorens beschermd, en wel op grond van de rijksmonumen tenwet. Om dit provinciale beleid te onder strepen werd in maart van dit jaar het eerste exemplaar van het monu- mentenregister Watertorens in Noord-Holland ten doop gehouden. De gebeurtenis vond plaats in stellig een van de meest schilderachtige to rens van Noordholland, namelijk die in Overveen (1898), gesitueerd op een duintop. 'Dit zie ik op den duur in heel Neder land gebeuren', zegt drs. Hildebrand de Boer. Hij was als beleidsmede werker Cultuur van de provincie Noordholland verantwoordelijk voor de samenstelling van het even lijvige als lezenswaardige monumentenre- gister. 'In Nederland bestaan nog zo'n 170 torens gebouwd voor drink- waterleidingbedrijven. Pik er de meest representatieve uit en be scherm die', stelt hij. De Boer spreekt, wanneer hij het heeft over watertorens, graag over 'monumenten van bedrijf en tech niek'. De kunsthistoricus legt uit wat hij daarmee bedoelt. 'Je moet het zo zien: eigenlijk zijn het produktiege- bouwen, die samen met filtergebou wen, pompstations en dergelijke, hebben gezorgd voor de produktie en distributie van ons drinkwater. Daarnaast zijn ook in de industrie watertorens gebruikt.' De historische waarde van water torens is voor De Boer, tevens be stuurslid van de vorig jaar opgerichte Nederlandse Watertoren Stichting, geen punt van discussie. Hij heeft zijn hart verpand aan watertorens. 'Maar vergeet ook de gedeputeerde Frans Tielrooy niet te noemen,' drukt hij me op het hart. 'Die heeft zich de afgelopen vier jaar behoorlijk voor deze zaak ingezet.' De Boer: 'De bouw van watertorens zegt veel over de industrialisering en economische groei van ons land, zo vanaf het midden van de vorige eeuw. Ook de gigantische bevol kingstoename sinds 1850, toen Ne derland nog maar 3 miljoen inwoners had, is een factor van betekenis ge weest. Aan het einde van de vorige eeuw kwamen allerlei nieuwe soor ten bedrijfsgebouwen op. Vervolgens word je als Monumentenzorg voor de vraag gesteld: wat doen we er mee? Eenmaal beschermd vragen bedrijfsmonumenten om hergebruik, een nieuwe bestemming, met alle problemen van dien.' Overveen, watertoren (1898). (ansichtkaart uit 1904, collectie Rijksarchief Noord-Holland). Een heleboel mensen zullen den ken: die watertorens hebben hun functie verloren, breek dus maar af. 'Jawel, maar dat is een groeipro ces,' reageert De Boer. 'Tien jaar ge leden werd er nog nauwelijks aan dacht aan besteed. Er was toen geen sterveling in het onderwerp geïnteresseerd. Nu zie je dat de be langstelling wel degelijk groeiende is.' Beter laat dan nooit, want in de loop van de tijd is al 30 procent van de to rens die zijn gebouwd voor waterlei dingbedrijven gesloopt. Een aantal dat volgens De Boer 'relatief weinig' is, want van de watertorens bij gas fabrieken en op spoorwegemplace menten is bijna alles verdwenen. Dat is jammer, aldus de beleidsmede werker, want met name de spoor wegtorens zijn enorm belangrijk ge weest voor de vroegste ontwikkeling van de Nederlandse watertoren. Een probleem bij de bescherming is dat gebouwen van bedrijf en tech niek geen bijzondere architectuur vertegenwoordigen. 'Nee, maar dat is ook slechts één van de criteria die je bij dergelijke

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 32