Belangstelling in Renkum voor historie omgeving groeit V. M. J. A. N. Collette 30 De aan weerszijden van Arnhem grenzende gemeenten Rheden en Ren kum hebben in de periode circa 1850-1940 vergelijkbare architectuur historische, stedebouwkundige en geografische ontwikkelingen door gemaakt, zo blijkt uit de bevindingen van het Monumenten Inventarisa tie Project (MIP). Het MIP registreerde naast enkele bijzondere gebieden een zeer grote hoeveelheid waardevolle architectuurobjecten. Beide ge meenten zien het behoud en beheer van hun architectonisch erfgoed ta melijk zorgelijk tegemoet. In Heemschut van april werd Rheden in het daglicht gesteld, nu volgt Renkum. Renkum bestaat uit 6 kernen, waar van, van oost naar west, Ooster beek, Heveadorp, Doorwerth, Heel- sum en Renkum zich in het over gangsgebied tussen de Veluwse stuwwal en het dal van de Nederrijn bevinden en Wolfheze op de stuw wal ligt. De aloude, oost-west geo riënteerde Utrechtseweg fungeert als hoofdverbindingsweg. In de eerste helft van de 19de eeuw was Renkum nog een land- goederengemeente, waartoe Door werth en een deel van Heelsum nog niet behoorden, Heveadorp werd pas in de 20ste eeuw opgericht. De hoofdmiddelen van bestaan waren landbouw en papierfabricage. Vanaf circa 1850 verandert het karakter van Renkum sterk door: - de vestiging van welgestelden uit het westen van ons land en het voor malige Indië in 'de natuur'; - de exploitatie van het groen voor toeristen; - de uitbreiding van de industrie: naast de papier- ook rubberfabricage op de stuwwal en steenfabricage in de uiterwaarden. Deze functionele ontwikkelingen zorgden tot circa 1940 voor een in tensieve bouwactiviteit, die zich deels op verkochte landgoederen af speelde. Van de bebouwing uit de betreffende periode is ondanks ver woestingen in de Tweede Wereld oorlog veel bewaard gebleven; - villa's, middenstands- en arbei derswoningen; - hotels (tamelijk gewijzigd), restau rants, winkels, boerderijen, een schaapskooi, restanten van steenfa brieken, een molenromp, een restant papiermolen, een slachterij en een smederij; - twee stationsgebouwen, één in Oosterbeek (1877, deels verwoest) langs de spoorweg Arnhem-Nijme- gen met spoorbrug en een in Wolf heze (1899/1913) langs de spoor weg Arnhem-Utrecht met spoorbrug, een sluis, een tolhuis, grenspalen, m.n. tussen Oosterbeek en Arnhem, trafohuisjes en watertorens.; - kerken, pastorieën, begraafplaat sen, kloosters, scholen, postkanto ren, gemeentehuizen, bejaardencen tra, een psychiatrische inrichting en een badhuis. Heveadorp Een stedebouwkundige karakteris tiek in enkele kernen is lintbebou wing langs hoofd- en zijwegen. Een goed voorbeeld bevindt zich in Oos terbeek: de Utrechtseweg met villa's waarop haaks wegen zoals de We verstraat met haar winkels. Een deel van het wegenpatroon, 47 arbeiders woningen, bazen- en andere dienst woningen en een school vormen een levendige herinnering aan de voor malige nederzetting van de rubberfa briek Hevea. In de periode 1916- 1921 gebouwd op het landgoed Duno was zij een van de weinige model-fabrieksdorpen in Nederland. De stedebouwkundige structuur van Wolfheze wordt voor een aanzienlijk deel bepaald door het terrein van het psychiatrisch ziekenhuis met een stratenindeling volgens een concen trisch patroon. Rondom de kapel in het midden zijn paviljoens, dienstwo ningen, een watertoren en een be graafplaats gegroepeerd (1908 en later). Welke strategie? De vraag werpt zich op, welke be schermingsstrategie de gemeente ten aanzien van dergelijke objecten en structuren voert. Sinds de invoe ring van een verordening in 1976 is Renkum actief op het monumenten terrein. Een monumentenwerkgroep adviseert het College van B. en W. De Raadscommissie Algemeen Be stuur en Cultuur c.a., in juridische zin de monumentencommissie, brengt eveneens adviezen aan het College uit. Krachtens de Monumentenwet 1988 is de gemeente in de gelegen heid gesteld zich met het vergunnin genbeleid van de 14 rijksmonumen ten te bemoeien. Deze objecten va riëren van het Middeleeuwse kasteel Doorwerth tot villa Hartenstein uit cir ca 1865. Het aanleggen van een ge meentelijke lijst, overigens aan de hand van zeer globale selectiecrite ria, gaat geleidelijk: sinds 1979 zijn er 59 monumenten geregistreerd. Opvallend is, dat de meeste in Oos terbeek gesitueerd zijn en dat het grotendeels om villa's gaat. De wei nige, overige typen objecten betref fen onder meer een begraafplaats en het Heveacomplex van arbeiders woningen. Over kerken wordt in het Gemeentehuis Oosterbeek aan de Generaal Urquhartlaan (1956-1966). Architect: M. J. Granpré Molière, (foto's V. Collette)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 30