Een andere kijk op architectuur
Olga van der Klooster
20
Over architectuur wordt veel geschreven. Men schrijft over architec
tuurstijlen, over de ideeën van de architect, over de functies van een
gebouw of over de stedelijke context. Materiaal en kleur zijn aspecten
die bij architectonische vormgeving slechts zijdelings aan de orde ko
men. Dat is jammer omdat het elementen zijn die in belangrijke mate de
verschijningskarakteristiek van de architectuur bepalen.
Materialen hebben een visueel tast
bare of een immateriële huid. Daar
door heeft bijvoorbeeld baksteenar
chitectuur een ander karakter dan
spiegelende architectuur. Kleuren
kunnen de architectonische vormen
camoufleren of juist accentueren,
waardoor de constructie duidelijk
zichtbaar wordt. Zij kunnen in de
bouwkunst ook een symbolische be
tekenis hebben of een decoratieve.
Kleur, materiaal en vorm beïnvloe
den de wijze waarop wij architectuur
beleven. Een woonwijk waarin het
grijze beton overheerst wordt over
het algemeen ervaren als grauw en
somber. Flats - vijf op een rij - die
geen afwisseling vertonen in vorm
zijn eentonig en saai. Door de herha
ling en eenvormigheid dutten onze
zintuigen in slaap. Wat verrassend is
dan een bochtige straat met afwisse
lende architectuur waarin je aan het
begin nog niet weet wat je aan het
einde te zien krijgt. Dat maakt ons
nieuwsgierig. Architecten hebben in
meer of mindere mate succesvol ge
bruik gemaakt van de effecten van
kleur, materiaal en vorm. Daarvan
een aantal voorbeelden.
Materiaaleffecten
Een kantoorgebouw, dat geheel uit
spiegelend glas is opgetrokken le
vert in een wijds landschap een fan
tastisch schouwspel op. De huid
weerspiegelt de seizoenskleuren, de
luchten en het voortdurend wisselen
de licht van de omgeving. Een won
derlijke gewaarwording want wie had
nu gedacht, dat een zakelijk kantoor
complex zo'n natuurlijke uitstraling
kon hebben.
Anders is het effect van deze ar
chitectuur in een stedelijke omge
ving. Geplaatst tussen baksteenge
vels wekt het onze bijzondere be
langstelling omdat het materiaal op
vallend contrasteert met baksteen.
We spitsen onze zintuigen. We zien
geen materie maar ons eigen spie
gelbeeld, de voorbijsnellende rode
auto en de straat om ons heen.
Eventjes verliezen we ons gevoel
voor afstand en verhoudingen en op
Sociale woningbouw uit de jaren '20 aan de
Amsterdamse Zaanstraat. Variatie in textuur,
vorm en materiaalkeuzen. Architect: De Klerk,
(foto's Olga van der Klooster).
dat moment is de illusie compleet.
Tot zover kan spiegelend glas boei
end zijn. Dat is echter niet meer
wanneer ze in een straat overheerst.
De aangename verrassing maakt
plaats voor vervreemding: we zijn nu
werkelijk onze grip op de omgeving
kwijt en dat schept onbehagen.
Geheel anders zijn de materiaalef
fecten in de baksteenarchitectuur. In
de allervroegste werken van de ar
chitecten van de Amsterdamse
school - De Klerken Kramer- werd
de huid van een gebouw zo 'tast
baar' als maar mogelijk gemaakt. De
gevels werken als blikvangers door
de grote afwisseling in voegpatronen
en baksteensoorten.
Op de ene plaats contrasteren
diepe donkere voegen met het voor
uitspringende baksteenwerk en op
een andere plaats lijkt golvend met
selwerk voor het oog te bewegen. Er
zijn vlakken met horizontaal gelegde
ruwe bakstenen naast vlakken met
verticaal gelegde gladde bakstenen.
Opvallend is ook de architectonische
vormgeving. De gevels zijn uitge
werkt tot grootse plastieken die over
de bouwconstructie zijn gedrapeerd.
Dan wordt ineens duidelijk hoe be
langrijk het zonlicht voor onze waar
neming is. Uitstulpingen in de gevel
steken scherp af tegen hun eigen
schaduw en op de huid reflecteren
ruwe oppervlaktes. In het volle licht
treedt de kleur van het materiaal
naar voren. Bij strijklicht wordt de
textuur duidelijker zichtbaar.
De technieken die hier werden
toegepast zijn arbeidsintensief en
daardoor kostbaar. Dat is een van de
oorzaken dat we de levendige afwis
seling in de huidige architectuur -
vooral in de sociale woningbouw -
missen. Snelbouw, goedkoopbouw
en normalisatie - die rond de eeuw
wisseling werd ingevoerd om tege
moet te komen aan de woningnood
in de grote steden - hebben veelal
geleid tot eenvormige woonwijken
die geen enkele differentiatie verto
nen in textuur. De standaardisatie
van bouwprodukten in de industrie
heeft deze ontwikkeling - vooral ook
na de tweede wereldoorlog - alleen
maar versterkt. Het zijn de klimplan
ten die voor de broodnodige variatie
zorgen.
Kleur
Kleur - van verf of van het bouwma
teriaal zelf - vormt een ander be
langrijk aspect in de architectuur. Net
zoals camouflagekleuren worden
aangewend om vormen te laten 'ver
dwijnen' kunnen kleuren worden toe
gepast om esthetische bouwvormen
of bouwconstructies te onderschei
den.
Zo wilde architect Berlage- fel te
genstander van de 19de eeuwse
neostijlen waarin de kunst van het
imiteren en decoreren met verf en
pleisterwerk gemeengoed was - dat
de constructie van zijn gebouw en
de kleuren van de bouwmaterialen
zichtbaar bleven. Hij koos natuur
steenblokken voor de dragende de
len en bakstenen voor de overige.
Het witte bouwskelet en het grijze
voegpatroon moesten sterk contras
teren met de bonte kleuren van de
bakstenen. Het lukte hem echter niet
altijd bontgekleurde bakstenen te be
machtigen. De meng- en baktechnie-
ken in de baksteenindustrie waren in
zijn tijd al zo verbeterd dat bakste
nen van een homogene kleur wer-