De Kerkpaden in Friesland R. Kjjlstra 6 Door de Provinciale Planologische Dienst is eind jaren '70 mede op aandrang van Heemschut een onderzoek gehouden naar de historische en geografische aspecten van de thans nog aanwezige loop- en kerkpa den. Dit onderzoek werd o.a. verricht aan de hand van kaarten en atlas sen die al vanaf 1664 in omloop zijn. Uiteraard hebben zich door de eeuwen heen diverse veranderingen voltrokken in het wegen- en pa densysteem. Ging vroeger het meeste vrachtvervoer per schip, door de fiets, trein en auto is het totaalbeeld hiervan sterk gewijzigd en aangepast. Toch zijn er in Friesland veel looppaden overgebleven. Naar aanleiding van het in de ge schiedenis der eeuwen ontstane landschap onderscheiden we drie soorten kerkpaden met een eigen patroon. Het Kerkpad van Beetsterzwaag naar Olterterp. (tekening R. Kijlstra) t >ti 4» V- ""V»' f r w'-T. -CV T'-J. Friesland, verdeeld in kleigebied, laagveengebied en zand- en hoogveengebied. 1het kleigebied (noord en west) 2. het zand- en hoogveengebeid (zuidwest en oost) 3. het laagveengebied (het lage midden) Het kleigebied Dit gebied is ontstaan door afzetting van klei. Doordat grote gebieden bloot stonden aan eb en vloed, ont stond er langzamerhand bewoning op de hoogste punten, de terpen. Deze werden geleidelijk opgehoogd, nodig door de verhoging van de zee spiegel. Nog weer later werden dij ken aangelegd om het land tegen het water te beschermen. De dorpen ont stonden op de terpen waarbij slenken en waterlopen tot op heden een grilli ge verkaveling van het landschap vormen. Door dit oude landschap lo pen de kerkpaden van dorp naar dorp. Ook de boerderijen, meestal op een verhoging gebouwd, vonden aansluiting met het dorp door middel van deze kerkpaden. Het is een prachtig open landschap waar men op verschillende plaatsen meer dan vijftien kerktorens kan tellen. De pa den lopen, met de nodige vlonders, klaphekjes e.d. dwars door de lande rijen. In dit eeuwenoude gebied heeft ieder dorp zijn eigen kerk, waarvan de meeste stammen uit de katholieke tijd, meerdere zelfs uit de elfde eeuw. De zand- en hoogveengebieden Ook in de hoge gebieden zijn de zandtoppen het eerst bewoond. Men vindt daar, evenals op het kleige bied, de oudste kerken uit de elfde eeuw. De afgegraven hogevenen tussen deze zandgronden hebben hier een geheel andere verkaveling. Vaak zijn het langgerekte percelen, gescheiden door sloten die zijn ge graven met een kerktoren als oriën tatiepunt. De kerkpaden lopen hier van kerk tot kerk op enige afstand evenwijdig aan de hoofdwegen. In veel gevallen vindt men de bebou wing langs de hoofdweg.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 6