Locaal monumentenbeleid in Drenthe Math Berkers 46 Dat de wereld van monumentenzorg voor een buitenstaander vrij on doorzichtig is, bleek weer eens tijdens de studiedag 'Locaal Monumen tenbeleid in de Provincie Drenthe', zoals die op 19 maart te Veenhuizen georganiseerd was door de Provinciale Commissie Drenthe van Heem schut. Een fraaie, markante locatie, het is niet voor niets dat Veenhui zen als 'bijzonder gebied' is aangewezen in het kader van het Monu menten Inventarisatie Project. Tijdens de discussie die na afloop van de studiedag volgde, verzuchtte de voorzitster van de Vereniging Ves tingstad Coevorden dat ze met ande re verwachtingen die dag naar Veen- huizen was gekomen. De vereniging, waarvan zij voorzitster is, is pas een jaar actief. Vandaar dat zij en haar medebestuursleden vooral behoefte hadden aan praktische informatie en direct bruikbare kennis waarmee zij beter inzicht zouden kunnen krijgen in het gemeentelijk reilen en zeilen. Naar haar overtuiging kwam de kloof die zij toch al vermoedde tussen over- heidsbestuurders en de verenigingen op deze studiedag pregnant aan het licht. Haar verklaring werd echter me teen tegengesproken door een be stuurslid van een andere, gevestigde historische vereniging. De tijd, aldus luidde zijn repliek, zou het wel leren. De vraagstelling van deze studie dag was toch heel eenvoudig: Wat gebeurt er op dit moment in Drenthe in de verschillende gemeenten op het gebied van monumentenzorg. Wie zijn er betrokken en wat zijn de resul taten? Wat is de mogelijke rol van de particuliere organisaties? Een niet onbelangrijke vraag. Met de decen tralisatie van de monumentenzorg, nu ruim twee jaar geleden, is een be langrijk deel van de taken op het ge bied van de monumentenzorg over geheveld naar de gemeenten. Het zal nu toch langzamerhand moeten blijken in hoeverre deze gemeenten in staat zijn om zelf een effectief mo numentenbeleid te ontwikkelen. Vier sprekers probeerden elk vanuit hun eigen invalshoek een antwoord te formuleren. Gedeputeerde mr. J.J.L. Pastoor benadrukte in zijn inleiding het belang van de rol van de ge meenten. Hij pleitte ervoor dat de ge meenten voor alle vragen op het vlak van overheid en monumentenzorg de loketfunctie zouden gaan vervullen. Vanzelfsprekend kunnen de Drentse gemeenten hierbij rekenen op steun van de Provincie. Als voorbeeld noemde Pastoor de medewerking die de provincie verleent bij de uitvoering van het Monumenten Selectie Pro ject. Hij wees er verder op, dat de provincie bereid is gemeenten hulp te bieden bij de decentrale toepassing Een fraai voorbeeld van jonge bouwkunst in Drenthe: het Noordersanatorium in Zuidlaren uit 1928. Architect: Egbert Reitsma. (foto Bert Franssen) van de rijksbijdrageregelingen voor monumentenzorg. Andere mogelijk heden die Pastoor noemde, zijn de adviezen die de provincie kan geven op het gebied van de bouwtechnie ken, dit in relatie met onderhouds- of restauratiewerkzaamheden aan mo numenten. Eigen beleid van provincie Desondanks wil de provincie Drenthe naast het gemeentelijk beleid een ei gen, zelfstandig monumentenbeleid blijven voeren. Zij is inmiddels ge reed met een Provinciale Monumen tenverordening, waarbij een voorlopi ge lijst voor provinciale monumenten is opgesteld. Verder wil de provincie met de gemeenten die hieraan mee willen werken op grond van het 'Be sluit rijksbijdrageregeling restauratie monumenten' een provinciaal priori teitsoverzicht van te subsidiëren res tauraties maken. De heer N. Meerburg ging als voorzitter van de provinciale Monu mentencommissie dieper in op het Monumenten Inventarisatie Project en het daaropvolgende Monumenten Selectie Project. De provinciale Mo numentencommissie is bij deze twee projecten nauw betrokken. Inhakend op de vraagstelling van de studiedag, het locaal beleid, benadrukte Meer burg het feit dat gemeenten uitgeno digd zijn om per inventarisatiegebied afgewogen aanwijzingsadviezen op te stellen voor de wettelijke bescher ming van de jongere bouwkunst en stedebouw. Hij plaatste dit in het per spectief van de vergrijzing en ont groening van het Drentse platteland. Elke inwoner zal gaan tellen. De aan dacht voor de kwaliteit van de ge bouwde omgeving nu zal zorgen voor de aantrekkelijke woonomgeving van straks. De dagelijkse praktijk binnen de gemeente werd uiteengezet door mr. L.A. van Splunder, waarnemend bur gemeester van Ruinerwold. Ruiner- wold is een van de eerste Drentse gemeenten die met een eigen monu mentenverordening kwam. Waar schijnlijk is het dan ook niet geheel toevallig dat Van Splunder er voor pleitte dat gemeenten zoveel moge lijk gebruik moeten maken van de mogelijkheden die de nieuwe monu mentenwet hen geeft. Ruinerwold heeft slechts 15 kleine Rijksmonu menten binnen haar grenzen, maar dankzij de nieuwe wet beschikt de gemeente zelf over de verbouw- en restauratiegelden. Hoe weinig monu menten een gemeente ook heeft, toch moet zij proberen zo goed mo gelijk gebruik te maken van de mid delen die tot haar beschikking staan. Monumentenzorg, aldus Van Splunder, is niet alleen zorg voor mo-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 46