35 Alle gevels, voordeuren, bovenlich ten apart beschrijven zou hier beslist ondoenlijk zijn. De haven ligt open naar de zee en naar de belangstel lende bezoeker. Voor wie de tijd neemt en zijn ogen niet in zijn zak heeft is hier ontzettend veel te zien. Alles wat hier staat is nog in gebruik als woonhuis, bedrijf, winkel of res taurant. Levend verleden in optima forma. Dat verleden werd al in de vijftiger en zestiger jaren beschermd door Hein Buisman (1904-1963) en de naar hem genoemde stichting. Vanaf de zonkant, de noordzijde, van de Noorderhaven zien we de achterge vel van het eerste pand, dat door de heer Buisman gered werd. Het is 'De Blauwe Hand' uit 1647, de voorgevel aan de Grote Bredeplaats is overdui delijk renaissancistisch. Zoiets maakt een mens bewust van het feit 2,- een kaart met een drietal wan delroutes kopen. Men kan ook het Hannemahuis bezoeken, het ge meentemuseum dat behalve een in teressante inrichting ook veel laat zien over Harlingens handel en wan del in het verleden. Speciale aandacht in de collectie gaat uit naar de tegelbakkerij die vanaf ongeveer 1600 in de stad be oefend wordt. Aldus gewapend met de nodige kennis over de 'tiggelarij' kan men binnenlopen bij de potten bakkerij Artisanat in de Hoogstraat of de Harlinger Aardewerk- en Tegelfa briek in de Voorstraat. Weer die gastvrijheid, geen ingewikkelde tele fonades of afspraken, men is ge woon welkom. Dat is men ook in het stadhuis, dat tot stand kwam in de jaren 1730-1756 maar dan moet er wel even van te voren gebeld wor den (05178-92222). Dat geldt even- Hindeloopen. Het sluishuisje. dat mode en smaak niet overal ge lijktijdig veranderen. In het westen bouwde men toen alweer in een stijl, die hier pas veel later ingang zou vinden, het classicisme. Twee in drukwekkende voorbeelden hiervan staan aan de Noorderhaven op de nummers 17 en 33, het is maar dat u het weet. Het allermooiste stadsgezicht le verde voor ons de hoek Zuiderha ven-Grote Bredeplaats op. Dat is nu eens een keer niet aan de Hein Buismanstichting te danken maar aan de vereniging Hendrik de Key- ser. Zij restaureerde het pand met de dubbele trapgevel en die eigenaardi ge voordeur in het midden op de scheidslijn tussen de twee gevels. Wandelroute verkrijgbaar Wie niet zomaar rond wil lopen kan bij de VVV in de Voorstraat voor zeer voor de oudste kerk van Harlin- gen, duidelijk hoger gelegen op een terp, die als laatste overblijfsel van het terpdorp Almenum nog de tufste nen romaanse toren bezit (tel. 12098). Almenum is eigenlijk veel ouder dan Harlingen zelf maar het werd al in de late middeleeuwen door de snel groeiende havenstad opgeslokt. Wist u overigens dat er drie soor ten wadlopers zijn? De eerste soort is genoegzaam bekend, de tweede is een treinstel van de NS op de lijn Leeuwarden-Harlingen en nummer drie koop je bij bakker Elsinga in de Voorstraat. Een heerlijk bruin brood je met rozijnen, appel en bruine sui ker. De Friezen houden wel degelijk van het goede leven, denk maar aan Beerenburg en Hindelooper koffie. Die laatste kun je natuurlijk het beste tot je nemen in Hindeloopen zelf. Hindeloopen We nemen vanuit Harlingen de bus. Dat betekent overstappen maar ook een boeiende tocht door de vele dor pen achter de oude zuiderzeedijk. We passeren ook Workum, een van de elf steden, met de aan St. Gertru- dis gewijde grote kerk en zijn ro buuste losstaande toren. Tussen Workum en Hindeloopen, Hylpen zeggen ze hier, ligt stoer en een zaam de vierkante witte vuurtoren van Workum. Hindeloopen ligt in het strijklicht van de namiddag gevleid tegen de dijk. Wat er aan nieuwbouw is hebben ze laag gehouden. Ook dat is een vorm van monumenten zorg, het silhouet van dit kleinood is nog ongeschonden. Het stadje heeft er al 775 jaar op zitten en kenden tijden van groei en bloei, verval en neergang. Het heeft nimmer een eigen haven bezeten zoals Harlingen, de Hylpense schip pers voeren veel voor Amsterdamse reders. Hun schepen lagen in Mo- kum. Het enige dat hun woonplaats met de keizerin van Europa gemeen had was de Westertoren. Bouwvallig en wankel is ook dit van verre zicht bare oriëntatie-punt, door moderne restauratie-technieken voor instorten dan wel omwaaien behoed. Het verleden van de stad wordt zichtbaar gemaakt in het Hidde Nij- landmuseum, het voormalige stad huis. Op dit ogenblik ondergaat het een restauratie maar u bent even welkom als altijd. In het stadje zelf wordt de maritieme geschiedenis tastbaar door een aantal overgeble ven kapiteinshuizen. Als vader 's zo mers op zee was woonde moeder met het kroost in een klein huisje. LikhCisen heten deze onderkomens, Nieuwstad 24 en 32 maar ook Kal- verstraat (jawel in Hindeloopen) 4 hebben in hun achtertuin nog zulke zomerhuizen. Hindeloopen telt maar 31 monumenten, toch is het stadje een keer monument van de maand geweest. En terecht, het geheel is hier duidelijk meer dan de som der delen. De kleine schaal, de onge schonden band met het water en het verleden maken ook Hindeloopen de moeite van een bezoek meer dan waard. Wat is de overeenkomst tussen een Nederlander in Vlaanderen en een Randstedeling in Friesland?... Ze zijn alletwee in het buitenland en voelen zich toch thuis. Dat heeft te maken met cultuurovereenkomsten en met gastvrijheid. Welkom en thuis voel je je zeker in Frjentsjer, Harn en Hylpen maar natuurlijk ook in de an dere acht steden. Dat ze alle elf mooi zijn, die Friese steden, is trou wens op zichzelf al een open deur.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 35