Samenwerking in Friese monumentenzorg 11 Intergemeentelijke Monumentëncommissie gekoppeld aan Welstandsadvisering JC. de Kroon Sinds 1984 bestaat 'Hus en Hiem'(H&H) als intergemeentelijke instel ling voor welstandsadvisering voor nagenoeg alle Friese gemeenten. Het is een gemeenschappelijke regeling die, naar het zich laat aanzien, binnenkort wordt uitgebreid met een taakstelling, ontleend aan de nieu we Monumentenwet (1988). Het Algemeen Bestuur van H&H heeft daar toe inmiddels besloten; de gemeenten zullen nu nog een verordening moeten vaststellen waarin ze besluiten de monumententaak van de Rijksdienst over te nemen. Een unieke samenwerkingsvorm vol gens de direkteur van H&H, ir. Nauta. Nauta: 'Ook elders bestaan wel vor men van samenwerking op dit terrein maar toch nergens op deze provin ciale schaal. De conceptmonumen ten-verordening ligt nu bij de ge meenten die daar overigens naar ei gen inzicht nog nuanceringen op kunnen aanbrengen, zodat samen werking op maat kan worden aange boden. Voor het merendeel van de gemeenten zal er dan een commis sie worden samengesteld die op pro vinciaal niveau de aanvragen zal be handelen. Daarnaast zal een vijftal gemeenten de eigen commissie voor de Beschermde Stads- en Dorpsgezichten in stand willen hou den. In dat geval zal H&H aanschui ven bij die commissie door daarin de eigen monumentenarchitect en de regio(welstands)architect af te vaar digen. Anderzijds zullen de gemeen ten een eigen vertegenwoordiger aanwijzen in de regionale commissie als daar 'eigen' plannen worden be handeld. Daarnaast is het mogelijk dat de gemeenten een aanvullende gemeentelijke monumentenlijst en een lijst met beeldbepalende panden zullen vaststellen om zo het eigen gemeentelijk beleid verder te profile ren. Ook in die gevallen zullen we bij de vergunningverlening betrokken worden.' De man, die recent door H&H is benoemd om deze samen werkingsvorm gezamenlijk met de medewerkers van het bureau daad werkelijk gestalte te geven, is ir. M. J. Pothof. Door zijn werkzaamhe den in het verleden bij een particulier restauratie-architectenbureau en in de gemeentelijke monumentenzorg, heeft hij hiervoor zowel restauratie- technisch als beleidsmatig, bruikbare kennis verworven. Ook op het pro vinciale niveau (Gelderse Monumen- tenraad) heeft hij juist in de onder steuning van het gemeentelijk monu mentenbeleid en beleidsadvisering bij de provincie de nodige ervaring opgedaan. Pothof:'De gekozen structuur spreekt me bijzonder aan. Organisa torisch zijn de mogelijkheden ge schapen voor een effectieve aanpak op provinciale schaal, waarbij de fa ciliteiten van H&H de gemeenten de ruimte voor een eigen gemeentelijk stond dat in veel gemeenten niet vol doende kennis aanwezig zou zijn en dat monumentenzorg speelbal van locale (politieke) belangen zou kun nen worden. Nauta: 'Het is juist dat specifieke deskundigheid op dit terrein schaars is. Daarom hopen wij ook dat de ge meenten intensief gebruik zullen ma ken van de deskundigheid die H&H in huis heeft gehaald. Verder hech ten wij ook sterk aan een nauw con tact met de Rijksdienst. In deze con structie moet dat ook heel goed te doen zijn. Overigens deel ik niet de Het vrijwel complete team van het Friese Welstandstoezicht 'Hus en Hiem'. Uiterst links ir. Nauta. Derde van links is ir. M. J. Pothof. monumentenbeleid bieden: decen traal en afgestemd op cultuur-histori sche gegevenheden ter plaatse. Op deze wijze kan ook de kennis en in zet van de Rijksdienst beter benut worden'. Specifieke deskundigheid Er is bij de totstandkoming van de nieuwe Monumentenwet nogal wat discussie geweest over de verre gaande decentralisatie. De angst be angst dat gemeenten deze taak te lichtvaardig zouden uitvoeren. Bij spreekbeurten in Friesland maak ik vaak mee dat men juist locaal vaak geneigd is sterk historiserend te den ken. Eigenlijk gaat het dikwijls om een principiële keuze: kiezen voor behoud van iets wat waardevol is of zoeken naar een goed passende, ei gentijdse invulling, wanneer behoud niet meer zinvol is'. Naast vergunningverlening ex. art.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 11