10
Van belang is echter ook het ont
staan van de aanwezige bebouwing
en omgeving na te gaan in de in
vloed op het vervolgproces.
Kiest men vóór het Martenahuis
dan is er sprake van een gevoelige
omgeving, waarbij een misgreep
ernstige invloed heeft op de totale
omgeving. Bij bestudering van oude
stadsplattegronden en de mogelijke
uitwerking van het programma blijkt
m.i. echter de mogelijkheid aanwezig
om een en ander in harmonie op el
kaar af te stemmen.
Zoals de stadsplattegrond van
1616 aangeeft was er achter het
Martenahuis sprake van bebouwing.
Het nu benodigde bouwvolume kan
achter de belending gerealiseerd
worden op een historisch verant
woorde plek, die tevens geen deel
uitmaakt van de tuin in Engelse land
schapstijl die volgens de principes
van de bekende tuinarchitekt Rood-
Gezicht op de plaats links van het Martenahuis, waar de nieuwbouw van het stadhuis zou moeten verrijzen. baard is aangelegd.
Wat echter voor mij een minstens zo
ren nog steeds de tuin. Vooral bos-
tulpen, holwortels, helmbloem en
aronskelk bloeien in het voorjaar in
volle pracht. Een oude taxusboom,
juttepeer en de pimpernoot herinne
ren nog steeds aan de aanleg van
de formele tuin. Omstreeks 1834
werd de tuin voorzien van een kron
kelend padenplan met verspreide
boomgroepen volgens de principes
van de landschapsstijl, dat vrijwel
ongewijzigd is gebleven. Vermoede
lijk was de bekende, in Friesland op
vele plaatsen actieve tuinarchitect
L.P. Roodbaard, bij het ontwerp be
trokken.
Een standpunt
De argumenten kunnen als volgt
worden samengevat. De tuin moet
wegens haar historisch en monu
mentaal karakter ongeschonden blij
ven. Elke vorm van bouw, hoe om-
gevings-vriendelijk ook voor de tuin
tast de historische aanleg aan. Een
eventuele bouw verstoort zeker het
ecologische evenwicht van de be
planting en de meer dan anderhalve
eeuw oude structuur van het tuinont
werp.
Een zo gave stadstuin in de land
schapsstijl in een stadscentrum is
uniek in Friesland en verdient een
goede bescherming. Het Martena
huis en de tuin daarachter vormen al
eeuwenlang een onverbrekelijk ge
heel. Elke toevoeging doet aan deze
situatie afbreuk.
De stinsenflora wordt alom ge
waardeerd; daarom is het onbegrij
pelijk dat deze plannen voor nieuw
bouw juist op deze locatie worden
gedacht. Nieuwbouw zou door de af
metingen de structuur van de histori
sche stadsplattegrond van Franeker
aantasten en het bestaande stads
gezicht verstoren. Het is te hopen
dat de bestuurders zich van al deze
punten bewust blijven gedurende de
gehele procedure van nieuwbouw.
Drs. R.L.P. Mulder-Radetzky, lid van
de provinciale commissie, Heem
schut Friesland.
Nog een standpunt
Bij het beoordelen van ingrepen in
bestaande stucturen is het van be
lang om zoveel mogelijk aspecten
van de ingreep te wegen.
Eén aspect is het nagaan van de
directe invloed van de ingreep op de
huidige bebouwing en omgeving.
Gezicht vanuit de fraaie tuin op de achterzijde
van het Martenahuis.
belangrijk afwegings-criterium is, is
de functie van onze binnensteden.
Generaliserend kun je stellen dat tot
de Tweede Wereldoorlog de Friese
steden de meeste maatschappelijke
functies in de binnenstad herberg
den. Na de oorlog is industrie en de
woonfunctie voor het grootste deel
uit die binnensteden verdwenen.
Door maatschappelijke ontwikkelin
gen verdwenen de groothandels en
werden de enige economische dra
gers de middenstand en diverse
kantoorfuncties. Na het instellen van
'de beschermde stadsgezichten'
heeft de woonfunctie zich krachtig
hersteld maar dreigt nu bijna de
sterkste functie te worden. De
schaalvergroting en de mobiliteit zijn
momenteel bedreigingen voor de
winkels en kantoren in de binnenste
den. Door verantwoord en inventief
om te gaan met de inpassing van
deze functies behouden binnenste
den van deze schaal hun centrum
kwaliteiten en zal er ook een voort
durende druk op de gemeenschap
blijven om te zorgen dat de voorzie
ningen hiervoor op peil blijven. Zo
zijn er b.v. rondom Dokkum randpar-
keerplaatsen gerealiseerd, die de
binnenstad goed bereikbaar houden.
Samenvattend kan ik respecteren
dat de zorg voor ons erfgoed bij som
migen in dit geval de balans doet
overslaan in 'nee, tenzij...' bij mij
slaat die balans, op bovenstaande
gronden, over naar'ja, indien...'
Broor S. Adema, lid van de provin
ciale commissie Heemschut Fries
land.