Concertzaal onder Bossche Parade?
11
Anne Karine Lemstra
In 1749 werd in 's Hertogenbosch een grote exercitieplaats voor het in
de stad gelegerde legioen aangelegd: de Parade. Het plein nam de
plaats in van het voormalige Begijnhof, dat werd afgebroken. Ruim twee
eeuwen later geldt dit plein nog steeds als een van de mooiste en
meest monumentale pleinen van Nederland. Evenals 250 jaar geleden is
er nu sprake van een 'ingrijpende' verandering: architect ir. A. Becker
ontwierp een concertzaal die onder het plein is gedacht.
Opnieuw zal het middeleeuwse Be
gijnhof, waarvan de resten zich nog
vrijwel intact onder de parade bevin
den, moeten wijken, ditmaal voor
goed. Vertegenwoordigt dit ontwerp
een logische ontwikkeling binnen
een stad als deze wordt beschouwd
als een levend organisme; of is het
een onnodige vernietiging van een
belangrijk deel van de bouwgeschie
denis van Den Bosch?
In 1988 ontstond het plan om een
nieuwe concertzaal in Den Bosch te
bouwen. Als lokatie werd in eerste
instantie gekozen voor de oostzijde
van de Parade, naast het casino-
schouwburgcomplex. Het ontwerp
bracht allerlei vragen en problemen
met zich mee. Om te beginnen zou
de zaal door ruimtegebrek vrij klein
blijven (800-900 pers.). Het belang
rijkste bezwaar was echter het effect
van een massief gebouw op de Pa-
Het plein is toch al aangetast door
de bouw van het casino en de kleine
200 auto's die dagelijk op de Parade
geparkeerd staan.
Het plan werd verworpen. Een al
ternatief ontwerp was gesitueerd op
de hoek van de Hekellaan en het
Nachtegaallaantje. Dit ontwerp zou
echter ten koste gaan van een 19de
eeuws gebouw, maar dat lijkt te pre
fereren boven de vernietiging van
het Begijnhof. De lokatie bood echter
ook een aantal voordelen: de zaal
zou in dit geval aan een park en
naast een parkeerterrein komen te
liggen. Een van de voordelen van
het eerste ontwerp was de mogelijk
heid een gezamelijke exploitatie van
de nieuwe zaal en het casino-
schouwburgcomplex te voeren. Dit
zou natuurlijk de kosten aanzienlijk
drukken. In het tweede ontwerp is dit
echter niet mogelijk vanwege de af-
De geplande concertzaal, geprojecteerd onder de Bossche Parade.
rade. Dit eerste ontwerp bestond uit
een solide blok baksteen met een
gedeeltelijk glazen gevel, hetgeen
nauwelijks een verfraaiing van het
stand tussen beide gebouwen. Het
plan is echter nog niet verworpen en
blijft een alternatief.
In 1989 ontstond het derde, en
uiterlijk van het plein zou betekenen. huidige, ontwerp. Gezien het karak
ter van de Parade, dat niet mocht
worden aangetast, was het onmoge
lijk een zaal aan het plein zelf te
bouwen. Waarom dan niet er onder?
De architect ir. A. Becker ontwierp
een grote zaal die ter hoogte van het
casino onder de parade aangelegd
zou kunnen worden. Men koos voor
de caissonbouw als constructieme
thode, wat inhoudt dat men een be
tonnen element in zijn geheel in een
gat in de grond laat zakken. Dit ele
ment wordt dan op grote diepte ver
ankerd zodat er geen kans bestaat
dat het zal gaan schuiven, hetgeen
rampzalige gevolgen voor de naburi
ge St. Jan's kathedraal en het bis
schoppelijk paleis zou kunnen heb
ben.
Parade komt beter tot zijn recht
Het ontwerp heeft niet alleen betrek
king op de ondergrondse zaal maar
voorziet ook in een verbetering van
de Parade. Het uiterlijk van het plein
blijft onaangetast, met uitzondering
van de periode tijdens de bouw. Na
de bouw zullen de auto's van de pa
rade verdwijnen; de bomenrij en weg
die het plein in twee delen verdelen,
verdwijnen eveneens, waardoor de
ruimte van het plein groter wordt en
beter tot zijn recht komt. Op het plein
zelf is de aanwezigheid van de con
certzaal nauwelijks zichtbaar.
Slechts een of twee kleine pavil
joens, een luchtkoker en een vlucht
weg, zijn aan de oppervlakte zicht
baar. Voorts heeft de architect een
halfrond verdiept plein voor het casi
no ontworpen dat een visueel con
tact tussen concertzaal en casino
mogelijk maakt. Door dat dit plein
verdiept ligt, verstoort het niet het ui
terlijk van de parade; het geeft hoog
stens nog een extra dimensie.
Dus: een mooi ontwerp, dat een
verfraaiing van het plein tot stand
kan brengen. Voorts is Den Bosch
dan in het bezit van zowel een
schouwburg als een concertzaal, wat
het prestige van de stad natuurlijk
aanzienlijk verhoogt. Maar ten koste
van wat? De meningen over het nut
van een concertzaal onder de para
de lopen uiteen. Hier volgen de me
ningen van een tweetal betrokkenen,
de wethouder van Stadsontwikke
ling, Ruimtelijke Ordening, Grondbe
leid, Kunst en Cultuur, dr. J.C. Dona
en de stadsarcheoloog drs. H.L.
Jansen.
De grootste voorstander is uiter-