De Taal van de tekenstift
pp •*- r
ft
i
m, ft ft
4»
M0*
J
W Pi"1
N r1'x v
Pt'V - \i'(r V
I ÊLM V V flip
HKnijtijzer
38
De architect schetst om het genoe
gen van het schetsen. Vroeger was
dat schetsen een belangrijk onder
deel van zijn opleiding. Heden foto
grafeert de architect. Hij heeft im
mers geen tijd meer om te schetsen.
Toch beleeft de architect die schetst
de intense vreugde van het doordrin
gen in de karakteristiek van de ar
chitectuur. Weliswaar wordt de foto
graferende architect voor een ogen
blik gepakt door het totaalbeeld,
maar hem ontgaan de verborgen de
tails want hij snelt weer verder naar
het volgende, reeds lokkende object.
De schetsende architect daarente
gen ervaart een stuk bevrijding van
de tijd en het plezier om met vaardi
ge hand de tekenstift over het papier
te leiden, aldus het geziene vastleg
gend.
Mijmerend over het nog levend ver
leden ziet hij de eenheid van functie
f..Ü
/c
'JÖ
Boerderij te Horne (tekening H. Knijtijzer)
den zijn schetsen op groot formaat
vastgelegd. Zij maken alleen indruk
door de afmeting van zijn schets
boek en door de getrouwe, onopge
smukte uitbeelding.
Het is duidelijk dat in die uitbeelding
het karakter van de schetser zich
weerspiegelt. De een pakt met een
hartstochtelijk temperament in grote
lijnen het object, terwijl de ander
juist met een stille bescheidenheid
een fijn besef toont voor het detail.
Het is - met Mr. Feitkamp - zo dat
ieder mens van de werkelijkheid zijn
eigen beeld schetst.
H. Knijtijzer
Amsterdam
Vispoort te Elburg (tekening H. Knijtijzer)
Raadhuis van Abeltoft, Denemarken (tekening H. Knijtijzer)
en vorm, van bouwmateriaal en
bouwwijze, van bouwmassa en ruim
telijke omgeving. Schetsend beleeft
hij het wonder van het contact met
het verleden. Hoe belangrijk dat is
zegt Huizinga: 'elk bezwijken van
het levende contact met de historie
beduidt een symptoom van verval'.
Zo ziet hij meer dan alleen de
schoonheid van het oude gebouwde.
Hij herkent immers telkens weer dat
het oude, zonder dat het wordt of
kan worden nagebootst, voortleeft in
het nieuwe.
Zijn tekeningen beogen geen kunst
werken te zijn, maar wel de uitbeel
ding van de volle aandacht voor het
geschapen verleden. Zij getuigen
van de intimiteit van het begrijpen
van en de verwondering over de
schoonheid en eenvoud. Nooit wor-
7 n.
5