r
en
Literatuur
A.J. Barnard
34
vuurtoren
amsterdam
25 juli 1885
secretaris
4. 4?
president
De lichtkoepel van de vuurtoren van Haamste
de, zoals die voorkomt op het door R.D.E.
Oxenaar en J.J. Kruit ontworpen bankbiljet
van 250 gulden.
1833 een grote petroleumlamp werd
geplaatst die in 1907 weer vervan
gen werd door elektrische verlich
ting. Het licht van de Brandaris is tot
35 km afstand zichtbaar. Later wer
den er in tegenstelling tot de vierkan
te Brandaris nog enkele ronde ste
nen vuurtorens gebouwd, o.a. te
Kijkduin 1822. Haamstede (West-
Schouwen) 1840, 7exe/1864.
In Westkapeiie maakte men ge
bruik van een kerktoren, de kerk
kwam gereed in 1470 en 1817 wordt
besloten op de toren een lamp te
plaatsen.
Het opmetselen van deze torens
was een kostbare zaak zodat men
ook ging onderzoeken of er andere
mogelijkheden waren. In 1840 ont
wierp James Gordon in Engeland
gietijzeren vuurtorens. De goede er
varingen daarmee opgedaan deden
de Nederlander Quirinus Harder
(1801 -1880) voor Nederland en Ne-
derlands-indië ontwerpen maken
voor gietijzeren vuurtorens. Vrijwel
alle in Nederland vervaardigde gietij
zeren vuurtorens werden door hem
ontworpen. De vervaardiging van de
gietijzeren platen gebeurde in een
aantal ijzergieterijen die elkaar hevig
beconcurreerden, zoals De prins van
Oranje en Enthoven Cie te Den
Haag. De Grofsmederij en Schretlen
te Leiden, Feyenoord te Rotterdam
en Penn en Bauduin te Dordrecht. In
totaal werden er voor Nederland 11
en voor Indië 18 vuurtorens gegoten.
De eerste gietijzeren toren werd in
Renesse geplaatst (1856) en is inmid
dels afgebroken. De oudste nog be
staande gietijzeren vuurtoren is die
van Breskens (1876). De laatste ont
wikkelingen op het gebied van de
vuurtorenbouw is het gewapend be
ton, dat o.a. gebruikt is voor de in 1974
gebouwde toren op de Maasvlakte.
Het kustlicht anders belicht
Dat vuurtorens niet alleen licht uit
stralen aan de kust maar ook 'ver
lichting' geven op andere gebieden
moge blijken uit het bestaan van
vuurtorenjenever en Vuurtorenshag
genoemd naar de Brandaris. Met het
gebruik van de vuurtoren als beeld
merk hoopte men lieden die binding
met de zee hadden te overtuigen
juist het vuurtorenprodukt te kopen.
Hoe kan je nu vuurtorenshag beter
aansteken dan met lucifers van het
merk Euco waarbij je een serie van
twintig verschillende vuurtorenplaat
jes kon sparen.
Een andere vorm van 'verlichting'
is het lenigen van nood, dit kon in
1933 gebeuren door een weldadig
heidsuitgifte van briefkaarten ten
bate van het Nationaal Crisis
Comité, waarop een vuurtoren als
postzegel stond afgebeeld. En sinds
enkele jaren kan men met een vuur
toren als bankbiljet van 250,- ook
een schuld verlichten. Er bestonden
ook lampen welke bij wegafzettingen
gebruikt werden van het merk vuur
toren. Ook de schilder Mondriaan
'verlichtte' de kunstgeschiedenis met
zijn eigentijdse weergave van de
vuurtoren van Westkapeiie waarvan
hij als doekvullend onderwerp drie
verschillende schilderijen maakte,
(zie omslag tijdschrift)
Tentoonstelling in Scheveningen
Een aantal van deze voorbeelden
kunt u, met een-overzicht van de
vuurtorengeschiedenis, in Scheve
ningen bekijken. Op deze goed ver
zorgde tentoonstelling is een ma
quette te zien waarop alle Neder
landse vuurtorens te vinden zijn.
Naast attributen die met de torens
zelf te maken hebben zoals lampen
e.d. zijn ook verschillende kunst- en
reclamevoorbeelden te zien in Mu
seum Scheveningen, Neptunusstraat
92 te Scheveningen 070-3500830.
Openingstijden: dinsdag t/m zater
dag van 10.00 tot 17.00 uur. De ex
positie duurt tot en met 31 januari.
A. J. Barnard is specialist op het ge
bied van de industriële archeologie
te Hardenberg.
De brandaris op Terschelling zoals deze op een
ansichtkaart staat afgebeeld. Gebouwd in 1594.
Vervolg van pagina 21
met de sloop van de havezates Oe-
velgunne en Bringenborg (het ge
boortehuis van de dichter Staring).
Het veronderstelde schuldbesef
bleek echter bij het toenmalig ge
meentebestuur niet aanwezig. Wel is
toen waarschijnlijk de basis gelegd
voor de latere monumentenverorde
ning. Gendringen was hiermee de
tweede gemeente in Oost-Gelder
land, na Aalten.
Anno 1990 heeft het gemeentebe
stuur de locale monumentenzorg re
delijk voortvarend ter hand geno
men, maar is tegelijk de egalisatie
van de laatste opstal op het kasteel
terrein van De Swanenburg bijna
voltooid. Het gaat vanzelf, zolang in
weemoed achterom gekeken wordt
en bij het 'onverklaarbare natuurlijk
verval' van het heden iedereen op
iedereen blijft wachten.
Corr. oudheidkundige vereniging
'Gemeente Gendringen' met RDMZ,
div. gemeentelijke stukken, div. arti
kelen dagbladen De Gelderlander en
Graafschapbode, J. Harenberg: De
kastelen van Graafschap en Liemers
(1969); F.A. Hoefer: Gelre XXXIV
(1931).